Tumoren op andere plekken in het lichaam
Bijna iedereen kent wel iemand met uitgezaaide kanker. Maar wat zijn uitzaaiingen eigenlijk? Hoe worden ze opgespoord? En wat merkt u ervan?
Elk jaar krijgen tienduizenden kankerpatiënten in ons land te horen dat hun ziekte is uitgezaaid. Vaak weten ze al een tijd dat ze kanker hebben. Nu is dan gebeurd waar ze bang voor waren: er zijn meer tumoren gevonden, op andere plekken in het lichaam. Cellen van de oorspronkelijke tumor zijn losgeraakt, via de bloedbaan of het lymfesysteem elders terechtgekomen en daar uitgegroeid tot nieuwe tumoren.
Hoe worden uitzaaiingen opgespoord?
Als bij een patiënt kanker wordt gevonden, zal hij of zij na deze diagnose worden gecontroleerd op uitzaaiingen (‘gescreend’). Het screenen gebeurt soms met bloedonderzoek naar tumormarkers. Dit zijn eiwitten in het bloed die ook bij gezonde mensen kunnen voorkomen. Tumormarkers laten bovendien zien of een behandeling aanslaat; als de waarde daalt, neemt de tumor-activiteit af.
Verder kan uitgezaaide kanker worden opgespoord met ‘beeldvormende technieken’: een röntgenfoto, echo, MRI, CT-scan of PET-scan. Omdat deze technieken steeds beter worden, is het mogelijk om steeds kleinere uitzaaiingen te ontdekken. Uitzaaiingen zijn nu zichtbaar vanaf ongeveer een halve centimeter, maar soms ook pas als ze een centimeter groot zijn. Uitzaaiingen kleiner dan een halve centimeter worden helaas nog altijd meestal gemist.
Soms is een kijkoperatie nodig om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn. Bij de diagnose borstkanker is er altijd een schildwachtklierprocedure om te controleren of de lymfeklieren in de oksel ‘schoon’ zijn. Is dit zo, dan is de kanker niet uitgezaaid.
Verschijnselen
Wat merkt een patiënt van uitzaaiingen? Aanvankelijk niets. Dat komt doordat ze eerst nog heel klein zijn. Maar als ze groter worden, kunnen patiënten last krijgen van opgezette klieren, aanhoudend hoesten, plotseling heftige hoofdpijn, misselijkheid, braken en minder goed kunnen zien.
Grotere uitzaaiingen kunnen gaan drukken op het omringende weefsel en kunnen in een orgaan groeien, waardoor dit minder goed werkt. Ook komen klachten voor als afvallen, verminderde eetlust of plotselinge zware vermoeidheid. De uitzaaiingen kosten namelijk veel energie en verstoren de normale stofwisseling. Uitzaaiingen in de lever kunnen een gele huid, misselijkheid en jeuk veroorzaken.
Zitten ze in de botten dan veroorzaakt dit pijn die in de loop van de tijd erger wordt. De kankercellen maken het bot steeds zwakker, waardoor het zelfs kan breken. Een uitzaaiing in de ruggengraat kan op zenuwen drukken. Dit kan pijn, spierzwakte, tintelingen of een dof gevoel in de ledematen veroorzaken, en ook ervoor zorgen dat iemand tijdelijk niet kan bewegen of zelfs een dwarslaesie krijgt.
Risico
Hoe groot het risico op uitzaaiingen is, verschilt per soort kanker. Bij borstkanker krijgt 25 procent van de patiënten te maken met uitzaaiingen. Bij dikkedarmkanker is dat 50 procent. En bij prostaatkanker 20 procent.
De meeste tumoren zaaien eerst uit naar de lymfeklieren die het dichtst bij de tumor liggen. Die klieren zitten onder meer in de hals, buikholte en liezen. Voor borstkanker zijn dat de lymfeklieren in de oksel. In een latere fase kunnen uitzaaiingen ontstaan in de andere lymfeklieren, organen, botten en weefsels (zoals spieren, zenuwen en bindweefsel).
- Plus Magazine