Jurken van jute en meelzakken, kragen met bont van mollen of muizen, schoenen van hout en autobanden: textiel was schaars tijdens de Tweede Wereldoorlog dus je moest wat. Zo ontstond er een geheel nieuw modebeeld, zoals goed te zien is in de tentoonstelling ‘Mode op de bon’ in Verzetsmuseum Amsterdam.
Truitjes van hondenhaar
Direct na de Duitse bezetting in 1940 viel de import weg van allerlei producten. Textiel ging op de bon, maar ook met bonnen was er al snel vrijwel niets meer te koop. Wie kleding ontwierp en maakte, moest creatief zijn en improviseren. Dus werden er mantelpakjes van vermaakte herenkostuums, truitjes van hondenhaar en trouwjurken van parachutestof gemaakt.
Ook kousen waren zeer schaars, waardoor vrouwen voor het eerst lange broeken gingen dragen. Libelle schreef in 1942 over de lange broeken-trend: “Wij zijn van mening dat deze dracht absoluut ongeschikt is voor winkeluitstapjes in de stad en zeer zeker misplaatst in een restaurant.”
In het Verzetsmuseum Amsterdam zijn tot en met 1 juni volgend jaar niet alleen tientallen jurken en andere kledingstukken uit de oorlog te zien, maar ook diverse damesbladen, foto’s en zelfs films van chique modeshows.
Meer informatie: www.verzetsmuseum.org