Dankzij de in Tilburg geboren bloemschilders Gerard en Cornelis van Spaendonck staat Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch vanaf 26 april in volle bloei. De twee broers hadden groot succes in Parijs rond de periode van de Franse revolutie.
Geen onbekenden
De Van Spaendoncks waren in het artistieke milieu van Parijs rond 1800 bepaald geen onbekenden. Als bloemschilders maakten ze furore bij de Franse adel. Koning Lodewijk XVI stelde Gerard (1746-1822) zelfs aan tot koninklijk miniatuurschilder van bloemen, terwijl Napoleon hem voor zijn verdiensten het Legioen van Eer zou toekennen. Zijn jongere broer Cornelis (1756-1839) schilderde veel fruit- en bloemenmotieven voor de porseleinfabriek in Sèvres, waar hij ook artistiek directeur van werd. De dames van de gegoede burgerij waren verzot op de snuif- en poederdoosjes met hun miniaturen van bloemstillevens, en de prenten met hun botanische studies werden in grote oplages verkocht.
Herwaardering
Het Noordbrabants Museum bezit zelf de grootste collectie met werken van de gebroeders Van Spaendonck, ruim dertig objecten. In 1980 organiseerde het museum ook een grote tentoonstelling over de schilderende broers, wat zorgde voor een herwaardering van hun werk. Het Rijksmuseum in Amsterdam kocht vorig jaar ‘Bloemstilleven in albasten vaas’ van Gerard van Spaendonck bij een galerie in Parijs voor € 900.000.
De expositie ‘De geur van succes’ loopt tot en met 25 augustus. Te zien zijn bloemstillevens, miniaturen op snuifdoosjes, gravures met botanische studies, brieven en portretten van beide broers, afkomstig uit verzamelingen in België, Frankrijk en Nederland.
