Interview Frans Bauer: 'Ik wil geen karikatuur van mezelf worden’

Volkszanger is met 50 nog altijd vol energie en enthousiasme

Frans Bauer
Getty Images

Volgende maand staat hij, na dertien jaar afwezigheid, weer in een afgeladen Ahoy te zingen. Frans Bauer kan op zijn 50ste terugblikken op een bijzondere, succesvolle carrière. “Ik sta nu vaker stil, en kijk met verwondering terug.”

U leest een gratis artikel uit Plus Magazine.

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.

François Bauer (Roosendaal, 1973) brak dertig jaar geleden door met de hit Als sterren aan de hemel staan. Door de jaren heen bracht hij ­talloze albums uit en won hij vele prijzen, waaronder meerdere Edison Awards. Een van zijn grootste hits werd de klassieker Heb je even voor mij. Ook in Duitsland is de volkszanger zeer populair. Frans is getrouwd met Mariska. Samen hebben ze vier kinderen: Christiaan (23), Jan (21), Frans junior (19) en Lucas (15). Dit jaar was het gezin te zien in de reality-tv-serie De Bauers, 20 jaar later. Frans sluit dit jubileumjaar af met een memorabel feit: met zijn 52ste en 53ste show in Ahoy verbreekt hij het record van Lee Towers.

‘Vroeger hadden we thuis niet veel. In de zomer gingen we altijd een dagje naar de Efteling; meestal aan het einde van de vakantie, zodat we er echt naartoe konden leven. Er ging een koffiekan mee en een tas vol bolletjes met gekookte eieren. Het was nog geen 35 minuten rijden, maar die tas was al leeg bij aankomst. Voor ons was dat het uitje van het jaar. We woonden op een knus woonwagenkampje in Fijnaart met opa en oma in de caravan naast ons. Voor het toilet en de douche moesten we naar het bijgebouw, we wisten niet beter. We waren een warm, maar sober gezin, ontzettend zuinig op alles wat we wél hadden. Zo moesten mjn broer Dorus en ik het bijvoorbeeld niet in ons hoofd halen om aan de kleurentele­visie of video te komen: die werden bediend door mijn moeder, want o wee als het stuk zou gaan. 

Frans Bauer
Getty Images

Op het kamp kon iedereen altijd binnen komen vallen, een deurbel kenden we niet. Die vanzelfsprekende vrijheid en saamhorigheid is typisch voor het kamp. Niemand ergert zich aan een ander. Achteraf denk ik dat ik ­zonder het kamp misschien niet was geworden wie ik nu ben. Zo rond mijn 7de kreeg ik een soundmixer waar je een cassettebandje in kon doen. Microfoon erbij, galm erop en je kon losgaan. Nou, dat hebben ze geweten. Na school nam ik de soundmixer mee naar buiten, prikte ik de stekker in het stopcontact en ging dat ding volle bak aan. Hele middagen stond ik buiten mee te zingen met Alle duiven op de Dam en Comment ça va. Dag in dag uit. Iedereen vond het leuk en gezellig. Moet je dat eens in een gewone woonwijk proberen, dan krijg je na drie dagen die soundmixer naar je toe geslingerd. Dat zingen was op een gegeven moment mijn dagelijkse ­bezigheid. Ik wilde dolgraag zanger worden, op mijn 9de mocht ik mijn eigen single maken. Van de studio kreeg ik vijfhonderd plaatjes mee, die ik op de fiets huis aan huis voor vijf gulden verkocht. Op een gegeven moment had ik met mijn optredens op feesten en partijen een eigen schare fans opgebouwd en had ik 40.000 cd’s verkocht. Als sterren aan de hemel staan was mijn eerste grote hit. Ik zat nog op school, had verkering met Mariska en had ineens tientallen optredens per maand, ook in Duitsland. Kwam ik ’s nachts thuis en zat ik de volgende ochtend alweer vroeg met mijn boekentas in de bus naar school.

Dag in dag uit stond ik te zingen, iedereen vond het gezellig

Mijn grootste geluk was dat mijn vader altijd bij me was als chauffeur en begeleider. Tijdens mijn succes heb ik daardoor altijd mezelf kunnen zijn. Op het podium was ik de artiest, maar in de auto was ik gewoon Frans die van een stukje leverworst houdt. Onze band was al hecht en die werd met 150.000 kilometers per jaar nog hechter. In de auto kom je tot gesprekken die je anders niet zo snel voert. Mijn vader was mijn klankbord en hield me altijd met beide benen op de grond. In die tijd werd je na een optreden nog cash uitbetaald. Mijn ­vader werkte in de suikerfabriek en had nog nooit ­zoveel geld bij elkaar gezien. Hij benadrukte steeds dat het onvoorstelbaar was dat ik dit allemaal mocht meemaken. Wijze woorden, die ik altijd heb onthouden. We hebben samen zoveel mooie momenten gedeeld. Mijn vader kon net als mijn moeder niet lezen en schrijven, hij was ook nog nooit in het buitenland ­geweest. Ik was erbij toen we de eerste keer de grens over reden, dat hij bergen zag, en dat hij in een hotel overnachtte. Onbetaalbare herinneringen  zijn dat.

Nu ik 50 ben, sta ik vaker stil en kijk ik met ­verwondering terug naar alle mooie herinneringen die ik heb mogen vergaren. Naarmate je ouder wordt, ga je beter zien waar het leven echt om draait. Gezondheid bijvoorbeeld. Alles wat ik heb is niets waard zonder mijn kinderen of Mariska. Toen zij twee jaar geleden getroffen werd door een herseninfarct, stond alles stil. Ze heeft het gered en het gaat nu goed met haar, maar als ze maar iets van hoofdpijn laat blijken, zit ik met haar in de auto naar de dokterspost. Ik was altijd al overbezorgd, maar nu ben ik helemaal alert. Rijkdom zit niet in succes of geld, het zit in alles wat je dierbaar is. Als je dat kwijtraakt kun je het niet vervangen, het komt nooit meer terug.

Onze kinderen wonen allemaal nog thuis, dat zegt wel iets over hoe goed en fijn het thuis is. Wij zijn echt een bourgondisch, gezellig gezin. Er staat altijd een soepje klaar en iedereen is welkom. De vriendinnen hebben een eigen sleutel, ze hoeven niet aan te bellen of ­afspraken te maken. Die ongedwongenheid van thuis willen wij als gezin ook uitstralen. Ik ben blij dat ik ­altijd alles met mijn vader heb kunnen bespreken. Toen hij stierf, was er niets wat ik hem nog wilde zeggen. Hoe mooi is dat? Na zijn dood was mijn broer een tijdje mijn chauffeur, maar nu rijden mijn zoons me naar mijn optredens. De eerste keer dat Christiaan achter het stuur zat, was heel emotioneel voor mij. Mijn kind, dat ook nog eens vernoemd is naar mijn ­vader, heeft zijn rol overgenomen. Inmiddels wisselen de oudste drie elkaar af. Onderweg praten we over ­alles, behalve over muziek. Net als ik vroeger met mijn vader. Zonder dat ik er erg in had, ben ik in de rol van mijn vader gestapt. Dat voelt heel apart.

Frans Bauer
Getty Images

Mijn zoons zijn nu bezig met hun eigen carrières, waar ik hen zo goed mogelijk bij wil helpen. Juist nu realiseer ik me hoe moeilijk vader zijn eigenlijk is. Wanneer geef je nou het juiste advies? In de ogen van mijn kinderen ben ik een dinosaurus. Ik heb destijds alles zelf moeten uitvinden. Ons gezin was totaal niet muzikaal en wist niets van die wereld van studio’s, managers en platenbazen. We hadden geen idee. Voor mijn kinderen is dat anders. Als zij het vak in zouden willen, dan hebben ze door mijn ervaring een voorsprong. Ik kan ze iets meegeven, maar van andere disciplines heb ik geen verstand. Dat besefte ik des te meer toen onze oudste, Christiaan, naar de universiteit ging. Toen maakte ik mee wat mijn vader destijds ook moet hebben gevoeld toen mijn broer en ik naar school gingen. Wij leerden iets wat hij niet kon en waarmee hij ons dus ook niet kon helpen. Dat gevoel van onmacht overviel mij bij Christiaan ook. Voor het eerst in mijn leven kon ik hem niet helpen. Als hij me zou vragen hoe het op de universiteit zou zijn, dan moest ik het antwoord schuldig blijven. Wat was ik trots toen hij zijn titel kreeg, het raakte me extra diep omdat hij vernoemd is naar mijn vader die niet kon lezen en schrijven.

Straks sta ik voor de 52ste en 53ste keer in Ahoy. Geweldig natuurlijk en bijna niet te bevatten zo’n recordaantal, maar of ik nou voor vijf of voor tienduizend man sta te zingen, maakt me eigenlijk niet uit. Wat ik magisch vind, is op dat podium te staan. Dat maakt me ontzettend gelukkig. Op het podium ben ik in mijn eigen wereld, ik kan zingen en mensen blij en vrolijk maken. Kinderen van 7 jaar oud zingen uit volle borst mee met Als sterren aan de hemel staan. Hoe bestaat het? Dat liedje is al zo oud. Mensen zwaaien, zingen mee en lopen in polonaise. Je vergeet je eigen zorgen als je door blije mensen bent omringd. Bij mij is het altijd een feestje. Mijn ­vader zei altijd: ‘Frans, jongen, jij bent gemaakt om gezelligheid te brengen.’ Dat is ook zo. Ik zou nooit op een begrafenis kunnen zingen. Zelfs bij mijn vader kon ik dat niet.

Ik heb een feestelijk leven, dus zo moet het ook eindigen

Door het herseninfarct van Mariska ga je denken aan wat je door de rollercoaster van het dagelijks leven hebt laten liggen en wat je nog wilt doen. We hebben rondgekeken voor een huisje in het buitenland, maar dat is toch niet iets voor ons. Te ver van de familie en teveel vastigheid. Daar komt misschien toch dat reizigersbloed naar boven, wij willen meer van de wereld zien en niet gebonden zijn aan één plek. Bovendien is de kans groot dat we straks opa en oma worden. Dat hoeft niet binnen een jaar, maar ooit gaat dat gebeuren. Stap ik echt in de voetsporen van mijn vader.

Stoppen met zingen is nog lang niet aan de orde, dat wil ik nog zeker 25 jaar doen. Voor een artiest is het lastig te bepalen wat het juiste moment is om te stoppen. Het zingen zelf is het allerleukste wat er is, het maakt zo gelukkig dat ik niet de juiste ben om te bepalen dat het wel mooi is geweest. Je omgeving moet je daarvoor beschermen en ingrijpen. Laatst heb ik het daar met mijn kinderen over gehad. Ik heb ze gezegd dat als zij denken dat niet hun vader maar een clown op het podium staat, ze me moeten opsluiten en desnoods de banden van mijn auto lek prikken. Ik wil geen karikatuur van mezelf worden. Fans moeten ­tegen elkaar zeggen dat ik nog net zo klink als dertig jaar geleden. Ik wil trots blijven op wat ik heb bereikt en achtergelaten. Al mijn dromen zijn tienvoudig overtroffen, alleen daarom al moet je op tijd stoppen.

Uiteindelijk is het belangrijkste dat mijn kinderen mij als goede vader herinneren. Ik hoop heel oud te worden, maar ik heb wel bepaalde gedachtes bij mijn ­begrafenis. Ik heb altijd een feestelijk leven gehad, dus ik zou het fijn vinden als het niet een jankpartij wordt. Als je in je leven zoveel bijzondere dingen hebt mogen doen en je hele familie daarin hebt mogen ­laten delen, dan moet het ook feestelijk eindigen.

Het liefst heb ik zo’n begrafenis met hoempapa­muziek en polonaise, dat zou ik echt leuk vinden. Maar of mijn kinderen dat ook willen… Als ze er maar iets feestelijks van maken.”

U las een gratis artikel uit Plus Magazine.

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.