Als het over wonen in een groep gaat, ben ik gepokt en gemazeld. Ik woonde jarenlang in een Centraal Wonen project. Dat is een formule die stamt uit de jaren '70. Iedereen heeft zijn eigen huis, maar er zijn ook gezamenlijke huiskamers en je deelt voorzieningen met elkaar zoals een ruimte met wasmachines of een fietsenkelder. Met elkaar zorg je voor het pand en de tuin. Er zijn zo’n 50 Centraal Wonen-projecten, verspreid over heel Nederland.
Centraal Wonen
Eigenlijk is Centraal Wonen veel slimmer dan groepswonen. In een woongroep voor ouderen valt iedereen in dezelfde leeftijdscategorie en dat is lastig. Als je niet constant zorgt voor ‘jonge aanwas’, dan is het risico levensgroot aanwezig dat je als groep van alleen maar tachtigplussers, geen enkele nieuwe bewoner meer kan vinden onder de tachtig. Bij Centraal Wonen zijn de bewoners van alle leeftijden. Jonge gezinnen, alleenstaanden, ouderen. Veel Centraal Wonen projecten hebben trouwens ondertussen een stop op de toelating van ouderen om die variatie in leeftijd te kunnen bewaken.
Altijd maar weer vergaderen
Het groepswonen beviel mij goed. Toch ben ik er niet gebleven. Wat mij na verloop van tijd ging tegenstaan, was de investering in tijd en inzet die je moet leveren. Er moest altijd wel weer ergens geklust worden of erger nog: ergens over vergaderd worden. Welke kleur willen we op de muur in de centrale keuken? Willen we dat gezin wel als nieuwe bewoners? Mogen er in de tuin ook wietplantjes staan?
In je eigen huis neem je dat soort besluiten in drie tellen, maar als je met méér dan zestig mensen samenwoont, ben je zomaar een avond aan het vergaderen. En een week later wéér. En natuurlijk is er altijd gedonder. Er zijn mensen die geen poot uitsteken, en wel lekker profiteren van de mooi geverfde muren of de maaltijd die jij hebt gekookt. Om gek van te worden. Waarom steek ik al die energie niet gewoon in mijzelf, dacht ik op een gegeven moment. Ik kocht een huis en vertrok. Nooit meer hoeven vergaderen over de wasmachine-ruimte en de kruidentuin. Héérlijk!
Als je hier eenzaam bent, is het je eigen schuld
Maar eerlijk is eerlijk, ik zie ook de voordelen wel. En ik ben niet de enige. Voor de gids ‘Hoe gaan we straks wonen’ interviewden we Wilma Maan (66) en Petra van Meekeren (67) die met 35 anderen in woongroep Vleuterweide in Leidsche Rijn wonen. In haar vorige flat kende Wilma twee mensen, nu kent ze iedereen. Er zijn de hele week gezamenlijke activiteiten zoals koffiedrinken, borrelen, sporten, kaarten en computerhulp. Petra: “Niemand doet aan alles mee, maar iedereen laat wel regelmatig zijn gezicht zien. Als je hier nog eenzaam bent, is het je eigen schuld.”
Ze zijn er niet voor de thuiszorg. Elkaar onder de douche zetten of steunkousen uittrekken doen ze niet, dat is zelfs in het reglement vastgelegd. Maar er wordt wel een dokter gebeld, een boodschap gedaan, een bloemetje bezorgd. En meestal neemt de mantelzorg het dan over, of de professionele thuiszorg.
Maar vergis je niet: zelfs deze woongroep voor ouderen zet alleen mensen tot 65 jaar op de wachtlijst. De boodschap is zo langzamerhand wel duidelijk: wie in een woongroep wil wonen, moet niet tot z’n 75e wachten met zich aanmelden. Want dan lukt het je echt niet meer!
www.gemeenschappelijkwonen.nl Op deze website vindt u informatie over de GemeenschappelijkWonenDag op zondag 21 mei.
www.lvcw.nl Website van de Landelijke Vereniging Centraal Wonen.
www.lvgo.nl Website van de Landelijke Vereniging gemeenschappelijk wonen van Ouderen.
www.woongroep.net Op deze website staan advertenties van woongroepen die nieuwe bewoners zoeken.
Woongids
In de gids Hoe gaan we straks wonen vindt u uitgebreide informatie over allerlei woonvormen voor ouderen. Van levensloopbestendige woningen tot serviceflats, van hofjes tot woongroepen. De gids kost 9,95 en is te bestellen op www.plusonline.nl/woonvormen