Een deel van de medewerkers van het failliete TSN Thuiszorg kan misschien aan het werk blijven bij Buurtzorg Nederland. Wat is dat toch, Buurtzorg Nederland?
De formule van Buurtzorg is simpel: teams van maximaal twaalf verpleegkundigen vestigen zich in een dorp of buurt en regelen alles zelf: een kantoortje, de dienstroosters, het overleg met het ziekenhuis of de huisarts en de zorg voor de cliënt. Ze zijn volledig zelf verantwoordelijk. Cliënten hebben te maken met hun eigen verpleegkundige in plaats van wisselende verzorgenden. Het personeel van Buurtzorg is hoogopgeleid. En door de teams zelf de regie en verantwoordelijkheid in handen te geven, is het hele middenkader overbodig en dat maakt de zorg goedkoper.
Succesverhaal
Verpleegkundigen werken graag op deze manier: Buurtzorg werd twee keer op rij uitgeroepen tot de beste werkgever van Nederland. Er zijn nu zo’n 10.000 medewerkers in 850 stadsbuurten en dorpen. Voor het kabinet Rutte, werd het model van buurtgericht werken richtinggevend voor de herinrichting van de zorg in Nederland.
Inmiddels zijn de wijkverpleegkundigen in heel Nederland weer terug, ook bij andere thuiszorg-organisaties.
Geestelijk vader
Deze veranderingen zijn grotendeels te danken aan de visie van één man: Jos de Blok. Hij richtte in 2006 de Thuiszorgorganisatie Buurtzorg op, vooral uit onvrede. Hij vond zijn eigen vak door bureaucratisering en schaalvergroting helemaal niet leuk meer. De managers hadden te veel voor het zeggen. De Blok zocht naar een manier om tegen de stroom in, het vakmanschap van de wijkverpleegkundigen weer de boventoon te laten voeren.
En dus richtte hij een organisatie op om de wijkzuster van vroeger terug te brengen, zónder managers. Toen ongehoord, maar inmiddels op steeds meer plaatsen de norm.