In 2015 veranderde de zorg ingrijpend. Voor het eerst zijn nu de cijfers over dat jaar bekend. En wat blijkt? Het waren vooral familie en vrienden die hulp boden.
15 procent van de volwassen Nederlanders ontving in 2015 zorg en ondersteuning. Dat waren bijna twee miljoen Nederlanders; evenveel als het jaar ervoor. Gemeenten en zorgverzekeraars leverden 6 procent van de zorg en ondersteuning, terwijl 3 procent afkomstig was van particuliere zorgbureaus.
Daarmee zijn mantelzorgers - net als in voorgaande jaren - de koplopers in de zorg. Dit is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek 'Zorg en ondersteuning in Nederland: kerncijfers 2015' van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Onvoldoende
Ongeveer 8 procent van de Nederlanders vindt dat hij of zij in 2015 niet voldoende zorg en ondersteuning heeft gekregen. Een deel van deze 8 procent ontving helemaal geen hulp, maar had dat volgens eigen zeggen wél nodig. Er was vooral behoefte aan meer hulp bij het huishouden en begeleiding. Het aandeel van volwassenen dat aangaf meer hulp nodig te hebben was in 2015 niet anders als in 2014.
Veranderingen in de zorg
2015 was een belangrijk jaar. De zorg kwam in handen van de gemeenten en zorgverzekeraars. Zij werden samen verantwoordelijk voor hulpverlening en ondersteuning. Denk daarbij aan hulp bij dagelijkse handelingen zoals het doen van het huishouden, het aan- en uitkleden, het verzorgen van wonden of begeleiding. De cijfers van het SCP zijn de eerste cijfers die over deze veranderingen in de zorg naar buiten komen.
Bron: SCP: Zorg en ondersteuning in Nederland, kerncijfers 2015
