Een reis naar Japan is pas compleet met een bezoek aan een van de talloze tempels. De allermooiste staan in de voormalige keizerlijke hoofdstad Kyoto.
Kinkaku-ji
De Kinkaku-ji ofwel ‘tempel van het gouden paviljoen’ is een van de toeristische toppers van Japan. Hij ligt prachtig aan een meer aan de voet van een heuvel, en lijkt wel boven het water te zweven. De eerste en tweede verdieping zijn bekleed met echt bladgoud. Dat was vroeger niet zo. Nadat hij in 1950 door een psychisch gestoorde monnik in brand was gestoken, is de tempel volgens de oude bouwtekeningen herbouwd. Bezoekers mogen niet naar binnen, maar op het terrein staat een andere tempel, die wel gewoon toegankelijk voor het publiek is.
Todai-ji
Op een kilometer of vijftig van Kyoto ligt de stad Nara met het grootste houten gebouw van de wereld. Daarin staat ’s werelds grootste bronzen boeddhabeeld. Zo groot dat een oog 1 meter breed en een oor 2,5 meter lang is! Het Todai-ji-tempelcomplex is ook bekend om de honderden tamme herten die er rondlopen. Ze worden sinds mensenheugenis beschouwd als boodschappers van de goden, maar ze zijn zo gewend aan mensen dat ze behoorlijk opdringerig kunnen zijn. Wie wil, kan bij een stalletje speciale koekjes kopen om ze te voederen.
Fushimi Inari
Wie veel geld wil verdienen en een succesvolle carrière wil hebben, moet naar de Fushimi Inari (foto). Deze zogenaamde shinto-schrijn staat midden in Kyoto en is gewijd aan geluk op materieel gebied. Hij is zo populair dat er op nieuwjaarsdag maar liefst drie miljoen Japanners komen bidden. Op het terrein staan ook duizenden van de beroemde ‘torii’. Deze felrode poorten symboliseren de overgang van de aardse naar de hemelse wereld. Wie erdoor loopt, belandt aan het einde met een beetje geluk in het paradijs..
