Dicht bij de wolkenkrabbers en mega-winkelcentra van Dubai ligt een land dat nog echt Arabisch is gebleven: Ras al Khaimah. Wie van natuur en geschiedenis houdt, wordt er hartelijk ontvangen.
Het land heet Ras al Khaimah – en bijna niemand kent het. Het ligt dicht bij Dubai, ten oosten van Saoedi-Arabië aan de Perzische Golf. En het behoort net als Dubai tot de Verenigde Arabische Emiraten. Maar gelukkig doet Ras al Khaimah zijn best Arabisch te blijven. Het verwelkomt sinds een paar jaar toeristen, maar gooit het over een heel andere boeg dan het klatergouden Dubai.
Dat merk ik als ik in de gelijknamige hoofdstad van Ras al Khaimah het Nationaal Museum bezoek. Een paar dagen eerder kon ik in Dubai over de hoofden lopen, hier is het rustig. Ik beklim de uitkijktoren van het 19de-eeuwse gebouw, die over de Perzische Golf en de stad uitkijkt. Ik zie mensen wandelen. Winkeliers zitten voor hun zaak te wachten op klanten. Een stukje verderop is het druk in de soek. Even buiten de stad is het uitzicht vanaf het zandstenen Dhayah Fort al even mooi. Ik moet er wel
220 treden voor beklimmen...
Hier geen merkwaardige taferelen als in Dubai, waar ik een paar dagen eerder een moeder met haar twee kinderen zag skiën – midden in de woestijn! Hun onzekere houding liet zien dat ze weinig ski-ervaring hadden. Wankelend als pasgeboren veulens gingen ze bergafwaarts, schaterlachend van plezier.
Dubai is een surrealistische plek. Er staan moskeeën op elke straathoek en vrijwel alle vrouwen zijn nagenoeg volledig bedekt. Tegelijkertijd rijden overal Ferrari’s en Rolls-Royces rond en staat het vol wolkenkrabbers. En in de ‘Mall of the Emirates’ staat dus de grootste overdekte ski-hal ter wereld... Maar Ras al Khaimah is een echt Arabische stad in een echt Arabisch land. Wat een verademing!
Voordat aardolie de Emiraten steenrijk maakte, leefde de bevolking van de visvangst en de parelvisserij. Mannen doken met ingehouden adem naar de zeebodem om oesters los te snijden van de rotsen. De toenemende welvaart deed deze traditionele bedrijfstak de das om. Om deze Arabische traditie te bewaren voor Ras al Khaimah, startte Abdoella Al Suwaidi enkele jaren geleden een oesterkwekerij in de baai van Al Rams. Ik vaar in een motorbootje naar een klein platform in de baai, omgeven door drijvende oesterbanken. Aan de baai tel ik de minaretten van wel tien moskeeën. Achter het stadje doemt het kale Hajar-gebergte op.
Laagjes parelmoer
De jonge Othman laat me zien hoe een oester voorzichtig wordt geopend, waarna een stukje oesterschelp wordt ingebracht. De oester beschermt zichzelf door de indringer te omhullen met laagjes parelmoer, waardoor langzaam een parel ontstaat. Othman geeft me een oester. “Open hem maar, wie weet wat erin zit.” Ik frunnik even met een mesje en… warempel, er zit een prachtige parel in! Ik ben dolblij en ga ervan
uit dat ik hem mag houden. Maar Othman neemt hem glimlachend in ontvangst en bergt hem op. Een naïeve gedachte van me, natuurlijk. Deze Arabische parels zijn immers een vermogen waard. “Vorige week hadden we nog inkopers van het modehuis Dior op bezoek”, vertelt Othman.
Die avond slaap ik in de Al Wadi-woestijn. Niet in een bedoeïenentent, maar heerlijk in een luxe privévilla in het Ritz-Carlton Hotel, in een beschermd natuurgebied waar kamelen en oryxen, de woestijnantilopen met hun lange hoorns, vrij rondlopen. Een groep oryxen komt zelfs voorbij gestormd terwijl ik in mijn privézwembad dobber. Ik schrik me wezenloos!
De valkenjacht was vroeger voor de woestijnbewoners in dit gebied een bittere noodzaak om hun karige dieet aan te vullen. Nu is het een traditionele sport die in Arabische landen erg geliefd is. Op het hotelterrein zie ik een demonstratie. Een slechtvalk hangt op slechts een paar meter afstand van me hoog in de lucht, waarna hij opeens met ingetrokken vleugels als een komeet op het aas van de valkenier duikt.
Eindeloze kleurschakeringen
Wat zou het geweldig zijn om als een vogel boven deze woestijn te kunnen vliegen, denk ik als ik in bed lig. De volgende dag komt mijn droom min of meer uit. Ik rij naar de berg Jebel Jais tegen de grens met Oman. De rit ernaartoe is prachtig. De onbegroeide bergen laten hun eindeloze kleurschakeringen zien en de weg is heerlijk bochtig.
Hoog tussen twee bergen is een drie kilometer lange staalkabel gespannen: de allerlangste zipline ter wereld. Hij is voor jong en oud geschikt; je hebt wel genoeg lef nodig. Ingepakt in een harnas en middels een katrol hangend aan de dikke kabel ga ik door de lucht vliegen, net als de slechtvalk van gisteren. Dat is tenminste het plan. Maar als ik vastgebonden hang te wachten op mijn beurt, krijg ik het benauwd. Gelukkig wil de macho in mij niet afgaan tegenover Joyce, mijn charmante begeleidster, die me op de heenweg flink heeft opgejut.
Panoramablik
Drie-twee-één… daar ga ik! Keihard storm ik omlaag en vlieg met 120 kilometer per uur door de warme avondlucht. Wat een geweldige ervaring! Ik kijk om me heen en krijg een indrukwekkende panoramablik over het rotsachtige woestijnlandschap. Geen luxe wolkenkrabbers maar grillig gevormde bergen, geen zesbaans snelwegen maar een enkele weg die kalm door het gebergte kronkelt. In de verte zie ik lichtjes twinkelen op de kustvlakte, en de ondergaande zon zet de Perzische Golf in een gouden licht. Zo was het, en zo blijft het hier ook.
Emiraten Praktisch
De Emiraten zijn conservatief. Er staan strenge straffen op gedrag dat als ongepast wordt beschouwd. Draag bedekte kleding en zoen elkaar niet in het openbaar. Vloek niet en maak geen herrie. Alcohol is verkrijgbaar in hotelbars. Het land is heel veilig.
De beste reisperiode is november tot maart. Vermijd de bloedhete zomer en de drukke kerstperiode.
Wij sliepen in deze fijne hotels: Hilton Ras Al Khaimah Resort & Spa, Cove Rotana Resort en The Ritz-Carlton Ras Al Khaimah, Al Wadi Desert. Dat laatste is een luxe (en duur) hotel midden in de woestijn.
Vlieg non-stop naar Dubai met KLM of Emirates. Rij daarna in een uurtje naar Ras al Khaimah.
Het toeristenbureau van Ras al Khaimah heeft een mooie en informatieve website: www.visitrasalkhaimah.com (in Engels).