Feniciërs, Romeinen, Goten, Byzantijnen, Arabieren, Britten: buitenlandse overheersers wisten het strategisch gelegen Malta goed te vinden en hebben hun sporen achtergelaten.
Nu vliegen vooral zonzoekers naar Malta. Ze krijgen een warm welkom, ontdekte reisjournaliste Annemarie Bergfeld.
Op m’n gemak sta ik in Republic Street, de hoofdstraat van Valletta, te wachten voor de geldautomaat en kijk naar de mensen om me heen. Een violist laat een poppetje dansen op de bewegingen van zijn strijkstok, een man fluit op een van de vogelfluitjes die hij verkoopt. Dan tikt een voorbijlopend tienermeisje op mijn arm: “Daar is ook een geldautomaat hoor, dan hoeft u niet te wachten.” Het was me al verteld: de Maltezers zijn een vriendelijk en behulpzaam volk. Na een paar dagen op dit zonnige eiland midden in de Middellandse Zee kan ik het beamen. Ze maken graag een praatje of een grapje en wijzen je de weg nog voor je erom gevraagd hebt. En welk dorp je ook binnen rijdt, op het plaatsnaambord staat Merhba – welkom. En dat menen ze.
Ridderhoofdstad
Valletta is Malta’s hoofdstad. De straten in rasterpatroon golven als de zee die de stad aan drie kanten raakt. Nog geen 7000 inwoners wonen tussen de vestingmuren, waarmee Valletta de kleinste hoofdstad is van de Europese Unie. Zonder me te haasten wandel ik in een klein uurtje over de 25 meter hoge muren de hele stad rond. In het noorden de zee; baaien en havens aan west- en oostkant. Er zijn steden die het met mindere uitzichten moeten doen. Na een uurtje zeezicht is het ook heerlijk om de smalle straten van de stad met zijn pleinen en paleisjes weer in te duiken.
De blikvanger
Valletta is in de 16de eeuw gebouwd door de johannieterridders van de Maltezer Orde. Hun geschiedenis ligt nog steeds op elke straathoek. Blikvanger nummer één is St. Johns Cathedral, tenminste: zodra je binnen staat. Aan de buitenkant worden de weinig opvallende muren aan het zicht onttrokken door de parasols van Caffè Cordina, dat trouwens een bezienswaardigheid op zich is. In de kathedraal sta ik in een waanzinnige mix van marmer in alle mogelijke kleuren. Onder de rijkbewerkte vloeren liggen vierhonderd ridders begraven.
Arabische en Engelse invloeden
Overal in de straten van de hoofdstad valt het harmonieuze samengaan van Arabische en Engelse invloeden op. Huizen met felgekleurde Arabische balkonnetjes staan zij aan zij met kolossale koloniale gebouwen, zoals het prachtige Phoenicia, dat in 1939 als eerste luxehotel van het eiland gebouwd werd. En de guards die de wacht houden voor het 16de-eeuwse, in Arabische stijl gebouwde Grootmeesterspaleis, nu de zetel van het parlement, zouden niet misstaan voor Buckingham Palace.
Klein broertje Gozo
Dertig autokilometers en een ferrytochtje van twintig minuten langs het onbewoonde eilandje Comino scheiden Valletta van Gozo, Malta’s kleine en veel stillere broertje. De inwoners van het dorpje Marsalforn zijn de enige Gozitanen die aan zee wonen en daar profiteerden ze van door een lange promenade aan te leggen. Een stevige noordenwind doet de golven hoog over de stenen slaan. Op het terras van Otters Restaurant zijn de tafeltjes wijselijk zo ver mogelijk van de zeekant weggeschoven. De andere dorpen liggen in de heuvels, vaak achter stevige muren. Het mooiste ommuurde stuk stad is de citadel van hoofdstad Victoria, genoemd naar de Engelse koningin, hoewel ook de oorspronkelijke naam Rabat veel gebruikt wordt.
Ghawdex
Vanaf de hoge citadel overzie ik een groot deel van Gozo oftewel Ghawdex. Een man komt naast me staan en somt spontaan de dorpen op die we zien: plaatsen met mooie namen als Xewkija, Ghasri, Xaghra. Gele dorpen zijn het, zoals op heel Gozo de kleur geel domineert. De honinggele kalksteen waarop het eiland rust, werd en wordt nog steeds gewonnen voor de bouw van huizen, kerken, de wachttorens langs de kust en de muurtjes die werkelijk overal aan weerszijden van de weg staan.
Verboden paddenstoel
Geel is ook Dwejra Bay aan de westkant van het eiland, met zijn natuurlijke kalksteenboog Azure Window. Als door een immens hoog raam kijk ik uit op het blauw van de zee en lucht. Nu ik er toch ben, beklim ik ook de twintig treden van Dwejra Tower. De plompe wachttoren is in 1652 gebouwd om dit deel van de kust te verdedigen. Een tweede functie was het beschermen van Fungus Rock: een ongenaakbaar blok graniet vlak voor de kust waar de Maltese Fungus op groeit, een paddenstoel waaraan lang geneeskrachtige krachten werden toegeschreven. Om te voorkomen dat de rots beklommen werd, zijn de zijkanten glad geschaafd.
Werd je betrapt vanaf de toren?
Wie er toch in slaagde en vanaf de toren betrapt werd, kon rekenen op de doodstraf of een levenslang bestaan als galeislaaf. Maar dat was toen. Nu laten de Maltezers zich elke dag opnieuw als vriendelijk kennen. Als ik ’s avonds in het restaurant vraag of ik de broodjes die ik niet op kreeg, mag meenemen voor de volgende ochtend, komt de kelner met een grote zak aanzetten. “Ik heb er nog wat meer in gedaan, en ook wat boter.” Weer bewezen. Op Malta kun je niet anders dan je welkom voelen.
Ook leuk...
- De terrasjes van Birgu, een van de Three Cities aan de overkant van de oostelijke baai van Valletta. ’s Avonds is het hier levendiger dan in Valletta zelf.
- De haven van Marsaxlokk, vol felgekleurde vissersbootjes, de luzzu’s.
- Een tour met de hop on, hop off bus. Kijk op www.maltasightseeing.com.
- De hooggelegen voormalige hoofdstad Mdina, met stille straatjes achter hoge stadsmuren.
- Een wandeling. In de serie Malta goes rural zijn verschillende wandelroutes beschreven. Je kunt ook rond Gozo lopen. Beschrijvingen zijn te verkrijgen bij Malta Tourism Authority. Adres: Auberge d’Italie, Merchants Street 229, Valletta.
- Plus Magazine