Hoe kun je nou zeker weten dat iemand die hersendood is geen pijn kan voelen? En waarom krijgt een donor eigenlijk wel narcose als de organen worden uitgenomen?
Michael Kuiper, neuroloog-intensivist in het MC Leeuwarden legt het uit.
Geen pijn?
‘Hoe weet je nu 100 procent zeker dat iemand niets meer voelt bij het verwijderen van de organen?’
Om überhaupt te kunnen voelen, moet de hersenstam nog actief zijn. Dat is het centrale doorgeefluik van alle prikkels. Als je je hand brandt, zorgt de hersenstam ervoor dat je de pijn signaleert. Bij mensen die hersendood zijn verklaard is de hersenstam per definitie onherstelbaar verwoest. Daarom weten we zeker dat de hersendode donor niets meer voelt. Het hersendoodprotocol dat in Nederland geldt, is zeer streng en de wettelijk verplicht enige manier om hersendood vast te stellen. Iemand kan dus nooit hersendood verklaard worden, zonder dat het hersendoodprotocol doorlopen is. Bij het uitvoeren van het hersendoodprotocol zijn altijd meerdere artsen betrokken. Op die manier zijn geen vergissingen mogelijk en kunnen we met zekerheid zeggen dat de hersenen dusdanig beschadigd zijn dat er geen pijn meer gevoeld kan worden.
Waarom narcose?
‘Waarom krijgt iemand die hersendood is narcose bij de operatie waarbij de organen worden verwijderd? Dat is toch niet nodig als je geen pijn meer kunt voelen?’
“Narcose bestaat uit drie componenten: spierverslapping, pijnstilling en slaapmedicatie.
Bij een donoroperatie worden altijd spierverslappers toegediend om twee redenen: 1) om de buikwand te verslappen, zodat de chirurg er goed bij kan en 2) om zogeheten ‘spinale reflexen’ te onderdrukken. Spinale reflexen zijn reflexen die ook bij mensen die leven optreden, zoals de kniepeesreflex: de tik met het hamertje van de huisarts waardoor je onderbeen omhoog schiet. De reflexloop gaat van de gevoelszenuw in het been via het ruggenmerg direct terug naar de bewegingszenuw van het been. Deze beweging wordt dus niet veroorzaakt door de hersenen. De hersenen kunnen deze reflex wel tegenwerken (daarom is die kniepeesreflex bij veel mensen als ze hun best doen niet aanwezig). Bij een hersendode donor worden spinale reflexen niet tegengehouden door het brein en kunnen dus aanwezig zijn. Directe prikkeling van een gevoelszenuw kan dus ook bij een hersendode tot beweging van de benen leiden.
De andere componenten uit de narcose (pijnstilling en slaapmedicatie) worden meestal ook toegediend, maar met een ander doel dan bij een ‘normale’ operatie.
Pijnstilling wordt toegediend om automatische, onwillekeurige reacties van het lichaam te onderdrukken. Op het moment dat er in een lichaam gesneden wordt waarvan de bloedcirculatie kunstmatig op gang wordt gehouden, wordt het immuunsysteem geactiveerd. Dit betekent dat bijvoorbeeld de hartslag omhoog kan gaan, of de bloeddruk stijgt. Dit zijn processen die via het ruggenmerg lopen en dus buiten de hersenen om gebeuren. Het ruggenmerg functioneert nog, omdat er nog een kunstmatig op gang gehouden bloedsomloop is. Om de automatische reacties te dempen wordt soms toch pijnstilling toegediend. Dus NIET omdat de donor nog pijn kan voelen (pijnbeleving vindt immers in de hersenen plaats, en die zijn onherstelbaar beschadigd), maar om de organen in de best mogelijke conditie te houden.
Een slaapmiddel wordt soms tijdens de operatie nog toegediend, niet om de donor in slaap te brengen zoals bij een ‘normale’ operatie (er is immers geen bewustzijn meer, de hersenen zijn onherstelbaar beschadigd), maar omdat een neveneffect van het slaapmiddel is dat de bloedvaten verwijden. Mocht de bloeddruk stijgen tijdens de operatie, dient de anesthesist slaapmiddel in dampvorm toe, waardoor de bloeddruk daalt.”
Over hersendood bij orgaandonatie bestaan veel misverstanden. Intensive-care arts Jelle Epker zette de belangrijkste feiten op een rij.