9 vragen over osteoporose

Getty Images

Je voelt het niet, tot je botten té broos worden en ‘krak’ zeggen. Gelukkig kun je veel zelf doen om de kans op osteoporose te verkleinen, of aangerichte schade binnen de perken te houden.

1. Op welke leeftijd begint het?

Bot is zeer levendig weefsel. Er worden continu botcellen afgebroken en nieuwe aangemaakt. Tot ongeveer 35 jaar is de balans in het voordeel van de aanmaak en worden botten steeds steviger. Daarna krijgt de afbraak de overhand. Langzaam verliezen botten hun sterkte. Na de overgang kan dit bij vrouwen sneller gaan. Dan neemt de hoeveelheid oestrogeen (een hormoon dat belangrijk is voor botvorming) sterk af. De kans op een gebroken heup verdubbelt hierdoor.[ITEMADVERTORIAL]

2. Hebben alleen vrouwen er last van?

Nee, al komt het bij vrouwen wel meer voor. Boven de 55 jaar krijgt één op de drie vrouwen osteoporose. Van de mannen krijgt één op de acht het. Bij oudere mannen neemt de hoeveelheid mannelijk geslachtshormoon (testosteron) af en dat is nadelig voor het botgehalte. Ook kan langdurig gebruik van corticosteroïden leiden tot botafbraak. Bij de helft van de mannen is er geen duidelijke oorzaak.

3. Doet het pijn?

Het kan gepaard gaan met pijn, maar het hoeft niet. Een rugwervel kan zelfs ongemerkt gebroken zijn. In Nederland hebben meer dan 800.000 mensen osteoporose, maar meer dan de helft weet het niet. De kwaal wordt meestal pas opgemerkt als iemand een heup of arm breekt.

4. Kun je echt zware botten hebben?

Ja, want het gewicht van botten hangt samen met de botdichtheid. Erfelijke factoren, bijvoorbeeld hoe goed het lichaam calcium kan opnemen, spelen hierbij een belangrijke rol. Hoe minder calcium je opneemt – en dus hoe minder zwaar je botten zijn – hoe groter de kans op osteoporose.

5. Word het wel eens over het hoofd gezien?

Helaas gebeurt dat erg vaak. Meer dan driekwart van de patiënten met een botbreuk door osteoporose krijgt geen of onvoldoende behandeling voor de botafbraak, blijkt uit onderzoek. Reden: als een oudere met een botbreuk in het ziekenhuis komt, wordt meestal niet onderzocht of ook sprake is van osteoporose. Bent u 50 jaar of ouder en hebt u een bot gebroken? Vraag dan de behandeld arts van de spoedeisende hulp of hij u kan laten controleren op osteoporose.

6. Zijn commerciële botmetingen zinvol?

Hoe sterk iemands botten zijn, is te zien met een röntgenfoto. De meest betrouwbare methode is de zogeheten DXA-meting, met een lage dosis röntgenstraling. Er zijn ook apparaten die de botdichtheid meten met echo (ultrasound).
Deze hiel- of vingermeting wordt vaak aangeboden door nagelstudio’s. De Osteoporosestichting waarschuwt hiervoor. Volgens de stichting is meestal niet wetenschappelijk bewezen of de uitslag wel echt klopt, en willen commerciële organisaties vooral dure voedingssupplementen aan de man brengen.

7. Wat kan ik zelf doen?

Bewegen! Wandelen, joggen, tennissen, dansen, touwtje springen en traplopen zijn goed voor de botten. De druk van het eigen lichaamsgewicht stimuleert de aanmaak van bot. Fietsen, roeien en zwemmen stimulerende botgroei minder, maar zijn nog altijd beter dan niets doen. Een kwartiertje bewegen per dag heeft al zin.

8. Is calcium en vitamine D slikken een goed idee?

Botten bestaan voor een groot deel uit kalk. Daarom is het belangrijk om genoeg calcium binnen te krijgen. Voor volwassenen is het advies 1000 milligram per dag. Boven de 50 jaar is het advies 1100 mg, en boven de 70 jaar 1200 mg. Drie à vier porties zuivel (glas melk, bakje yoghurt, boterham met kaas) per dag is voldoende. Tabletten slikken is dan. niet nodig. Sterker nog: meer dan 2500 mg calcium per dag is niet gezond. Het is slecht voor de nieren en geeft bij mannen wellicht een verhoogd risico op prostaatkanker. Vitamine D zorgt ervoor dat calcium goed door het lichaam wordt opgenomen. We maken deze vitamine zelf aan met behulp van zonlicht. Als u geregeld buiten komt en de armen ontbloot, hebt u aan vitamine D geen gebrek. Onder ouderen die weinig buiten zijn, komt vitamine D-tekort vaak voor. Het Nederlands Huisarts Genootschap adviseert alle 50-plussers om per dag tot 10 microgram extra vitamine D te slikken; de Gezondheidsraad adviseert tot 15 microgram.

9. Welke gewoontes kunnen osteoporose verergeren?

Roken, overmatig zout eten en veel alcohol drinken (gemiddeld meer dan drie glazen per dag), is slecht voor de botten. Te veel koffie (meer dan drie koppen per dag) is waarschijnlijk ook niet goed. Er zijn overigens ook onderzoeken die laten zien dat koffiedrinkers minder snel een botbreuk oplopen – dat troost weer.

Hans van den Brink (60) lijdt aan een erfelijke vorm van osteoporose.

“Op mijn 32ste brak ik voor het eerst een heup. Ik zakte zomaar door mijn benen. Het kwam bij niemand op dat er iets structureel mis was met mijn botten. Tien jaar later – en heel wat breuken verder – kwam ik voor een andere aandoening bij een longarts. Hij schrok enorm van de röntgenfoto: mijn skelet bleek volledig verkalkt te zijn. De volgende dag zat ik bij de internist.

Negen jaar lang ben ik behandeld met medicijnen. Mijn botdichtheid werd er niet beter van, maar ook niet slechter. Ik brak nogmaals een heup en heb wel zestien keer een rib gebroken. Door al die breuken ben ik negentien centimeter korter geworden. Zo kwamen mijn organen in de verdrukking, wat weer nieuwe klachten opleverde. Uiteindelijk bleek het om erfelijke osteoporose te gaan. Helaas hebben mijn beide kinderen het ook; ze worden er succesvol tegen behandeld. Ook een van mijn kleinkinderen heeft osteoporose, maar die is nog te jong om de medicijnen te gebruiken.

Vanwege de osteoporose moet ik extra voorzichtig zijn, en ik heb 24 uur per dag pijn. Maar als je daar continu aan denkt, heb je geen leven meer. Ik bekijk het liever positief. Ik heb een geweldig gezin en leuk werk. Ik leef heel gezond en ben altijd veel blijven bewegen. Twee jaar geleden hoorde ik van een nieuw middel, Forsteo, met als werkzame stof teriparatide. Ik was de eerste man in Nederland die dat kreeg toegediend. En het werkte! Mijn botdichtheid nam zelfs weer toe. Na anderhalf jaar moest ik met het middel stoppen vanwege het gevaar van kanker, maar binnenkort mag ik aan een tweede behandelcyclus beginnen."

Auteur