Vijftigplussers met een botbreuk krijgen voortaan standaard een controle op broze botten. Zo wordt duidelijk of iemand osteoporose heeft en dus risico loopt op een nieuwe botbreuk. Artsen hebben hierover nieuwe afspraken gemaakt met het Zorginstituut Nederland.
Een gebroken enkel na een val of een gebroken sleutelbeen bij een fietsongeluk – het is al pijnlijk en vervelend, maar er kan meer aan de hand zijn. Bij een op drie vijftigplussers die met een eerste botbreuk op de spoedeisende hulp komen, is osteoporose (botontkalking) de oorzaak. In de praktijk wordt dat vaak niet ontdekt, zo staat in een rapport van het Zorginstituut Nederland.
Bij de ziekte osteoporose zijn de botten minder stevig en er kunnen wervelinzakkingen plaatsvinden. Er is verhoogd risico op een nieuwe botbreuk. Slechts een op de vier vijftigplussers krijgt een dexa-scan naar de botdichtheid, na een botbreuk. Dat aandeel moet omhoog, vinden de deskundigen. Artsenverenigingen, de osteoporose patiëntenvereniging en het Zorginstituut Nederland hebben daarom een afspraak gemaakt: artsen gaan voortaan een standaard controle doen op osteoporose bij iedere vijftigplusser met een botbreuk op de spoedeisende hulp.
Ook behandeling schiet tekort
Niet alleen de diagnostiek van osteoporose kan beter, dat geldt ook voor de behandeling, blijkt uit het rapport. Soms zijn medicijnen nodig, zoals bisfosfonaten, vitamine D of kalk, maar in de praktijk worden die te weinig voorgeschreven of niet geslikt. Ook gezonde gewoonten zoals bewegen, buiten zijn en gezond eten helpen om de botten te verstevigen. Valtrainingen kunnen nieuwe ellende voorkomen. Ook dat kan beter, aldus het rapport. Tenslotte lopen met name mensen die glucocorticosteroiden gebruiken (zoals prednison) meer risico op botbreuken, Zij zouden standaard beschermende medicijnen moeten krijgen, vinden de deskundigen.
