Wie vandaag de dag gaat solliciteren wordt snel met zijn neus op de feiten gedrukt: slechts weinig bedrijven zitten op 50-plussers te wachten.
Er is veel veranderd in de wereld van een sollicitant. Neem het feit dat solliciteren per e-mail normaal is geworden en dat de handgeschreven brief eigenlijk passé is. Of dat je je cv via banensites als Monsterboard wereldkundig maakt. En dat is nog maar het begin van alle veranderingen die je op het sollicitantenpad zult ontmoeten.
Wat is er vooral veranderd?
Huub van Zwieten: “De twee grote veranderingen zijn het gebruik van internet en de manier waarop je je als sollicitant presenteert. De belangrijkste verandering is dat je als sollicitant tegenwoordig de stap zet van functionaris naar persoonlijkheid, van alleen de baan naar de hele mens. Dat betekent dat je als sollicitant ook dingen die je privé doet in stelling brengt.
Neem bijvoorbeeld Henk, die is op zijn 53ste ontslagen bij de bank waar hij de afgelopen twintig jaar werkte. Hij voelt zich ellendig omdat hij een van de vele werkloze bankmensen is die aan het solliciteren zijn, en dan ook nog niet de allerjongste. Ik adviseer hem om allereerst te bedenken wie hij is en wat hij te bieden heeft. Daarbij hoort uiteraard zijn werkervaring, die hem kennis heeft opgeleverd van computers en de financiële wereld, alsmede kwaliteiten als leidinggevende. Maar daarbij horen ook de dingen die hem uniek maken, die écht vertellen wie hij is. Ik noem dat zijn kernkwaliteiten. Dat kunnen de pluspunten van zijn leeftijd en karakter zijn: klantgerichtheid, mildheid, vakmanschap, didactisch vermogen. Maar ook zijn hobby’s en hartstochten. Is hij een fanatiek scheidsrechter? Meld het. Is hij jeugdcoach van een voetbalelftal. Zit hij ’s avonds graag achter de computer? Heeft hij gevoel voor humor? Schrijf het op. Want daar zit zijn toegevoegde waarde, dáármee kan hij onderscheidend zijn. Henk is niet dertien in een dozijn, hij is uniek. Hij is iemand met wie je kunt lachen, een bemiddelaar die stevig in zijn schoenen staat, of een coach.
Vroeger was deze vermenging van zakelijk en privé ‘not done’, tegenwoordig hoort ’t er echt bij. Je hoeft niet per se béter te zijn dan een ander, maar wel anders. Als je gaat solliciteren moet je hier goed over nadenken. In mijn boek heb ik hiervoor enkele oefeningen opgenomen.”
Is dat zo moeilijk dan?
“Ja, want de meeste mensen beseffen helemaal niet wat ze allemaal in huis hebben. Ze vinden zichzelf een gewoon mens en zien hun specifieke kwaliteiten niet. Ik sprak iemand die dj is in zijn vrije tijd, maar daarover zweeg op het werk. Waarom? Dat zegt toch juist heel veel over jou? Een ander is privé altijd aan het handelen, een koopman in hart en nieren. Maar in het consultancy-bedrijf waar hij werkt, wisten ze van niets. Dat is toch jammer? Toen ik hem zei dat hij heel bijzondere kwaliteiten heeft, waarvan ze op zijn werk veel plezier zou kunnen hebben, reageerde hij heel verbaasd. Hij dacht dat het normaal was om af te dingen als je een stofzuigerzak gaat kopen.
Ander voorbeeld. Wij hebben een reorganisatie van een ict-bedrijf begeleid. 150 professionals moesten opnieuw solliciteren, soms naar hun eigen baan. Dat gaf veel stress en onzekerheid. Ze keken elkaar argwanend aan, omdat ze concurrenten waren geworden. Totdat ieder van hen in de loop van de training besefte wat zijn of haar unieke positie is in het bedrijf. Dat was bevrijdend. Want dan zijn de anderen opeens helemaal geen concurrenten meer.”
En hoe zit het met de tweede grote verandering, het internet?
“Als je weet wat je kunt, waar je kwaliteiten liggen en waar je enthousiast over bent, moet je er natuurlijk ook nog voor zorgen dat een ander dat te weten komt. Je moet zichtbaar zijn. Mensen moeten weten van je bestaan en weten wat jij voor ze kan betekenen. Je moet ’t op je cv zetten uiteraard, maar het internet is ook een mooi en breed podium. Benut dat! En vergis je niet, personeelsfunctionarissen kijken steeds vaker eerst op internet om te zien wat voor vlees ze in de kuip hebben. Dat kan via de namenzoeker Pipl.com, maar ook op netwerksites als Hyves of LinkedIn. Als jij als sollicitant zegt dat je verslingerd bent aan de computer, maar er is geen snippertje informatie over jou te vinden op internet, dan komt dat vreemd over.
Die Henk die ik noemde, is behalve scheidsrechter ook computergek. Dan zou het logisch zijn als hij meedoet in discussiegroepen, of een weblog heeft over sport, of verantwoordelijk is voor een scheidsrechters-community op internet. Zulke dingen. Als een personeelschef die zaken vindt op internet, is dat voor Henk een pre. Dan is Henk opeens iemand met een heel eigen gezicht geworden.”
Maar dan ligt je privé-leven toch op straat?
“Nou en? Je hoeft je er toch niet voor te schamen? Stel dat je in je brief schrijft dat je een heel sociaal iemand bent, altijd het middelpunt van het feest, dan kan een Hyvespagina met driehonderd vrienden en allemaal foto’s van jou in een sociale context dat mooi onderstrepen. Net zoals een eigen website of blog. Werkgevers zijn daar al snel van onder de indruk. En daarop mogen foto’s van je gezin voor de caravan of van jou spelend met de kleinkinderen best gezien worden. Daar wordt het leven heel ontspannen van.”
Moeten we ons privé-leven dan gebruiken om een baan te vinden?
“Privé is privé, helemaal mee eens. En bescheidenheid siert de mens. Maar niet als je de baan van je leven wilt veroveren. Dan zul je moeten benadrukken wat je te bieden hebt en je kernkwaliteiten in de etalage moeten zetten. ‘Personal branding’ noemen wij dat. Henk is een professional met een extraatje, omdat hij ook scheidsrechter, jeugdcoach en computerfanaat is. Dat zijn extra kwaliteiten die hij meebrengt. Ik neem aan uit dat je geen foto’s op het internet zet die niet iedereen mag zien. Dus wat is er dan op tegen als je toekomstige baas ze ziet? Je moet natuurlijk wel uitkijken, want je moet jezelf niet groter maken dan je bent. Daar word je ongelukkig van. Ik ken iemand die heel erg had zitten opscheppen tijdens het sollicitatiegesprek. Het werkte en hij werd aangenomen. Maar ja, toen had hij natuurlijk wél een probleem.”
Hoe ver gaat het? Moet je een Hyves-pagina nemen enkel en alleen omdat je toekomstige baas dan kan zien wat een toffe peer je bent?
"Je kunt met ‘jezelf verkopen’ op internet gewoon je voordeel doen. Netwerksites maken je zichtbaar, maar je moet wel dicht bij jezelf blijven. Neem niet tegen heug en meug een Hyves-pagina omdat je denkt dat ’t moet. En je weet ook niet waar een personeelschef voor valt. Vindt hij het geweldig dat je van postduiven houdt? Of gruwt hij ervan? Dat heb je niet in de hand. Ik zeg: bedenk wie je bent, wat je wilt en waar je écht goed in bent, en buit dat zoveel mogelijk uit. Natuurlijk moet je knokken tegen de vooroordelen die er bestaan over 50-plussers, en het zal lastig worden om uitgenodigd te worden voor een gesprek. Je kunt daar nog twintig jaar over gaan zitten mokken. Maar je kunt ook zeggen: de wereld is veranderd, dit is de realiteit, verzin een list. Pak ik de handschoen op of laat ik hem liggen?"
Sites om te netwerken
• www.hyves.nl is gericht op privé-netwerken en contact onderhouden met vrienden. Maar... grote kans dat je toekomstige collega’s en werkgevers er ook op zitten en Hyves gebruiken om te kijken wat voor vlees ze met jou in de kuip hebben (zie kader ‘Werkgevers struinen internet af’). Hou dat dus altijd in je achterhoofd.
• www.linkedin.nl heeft verreweg de stevigste zakelijke positie. Een ‘must’ voor goed-opgeleide sollicitanten én headhunters. Staat 42ste op de lijst van bestbezochte sites en heeft volgens eigen zeggen 350.000 Nederlandse leden.
• www.xing.nl is een beetje van de troon gestoten door LinkedIn. Richt zich wat meer op het zoeken van zakenpartners. Groepen uit dezelfde branche kunnen elkaar er tegenkomen.
• www.ecademy.nl is een sociaal netwerk van professionals uit de zakenwereld. Kennis uitwisselen is belangrijk, net als de gedachte dat écht netwerken ook fysieke ontmoetingen behoeft. Leden van ecademy komen dan ook regelmatig bijeen.
Werkgevers struinen internet af
“Ik gebruik Google en LinkedIn om sollicitanten te screenen, daardoor ga ik beter voorbereid een gesprek in”, vertelt loopbaanadviseur Christiaan van Kempen in het Eindhovens Dagblad. “Eén van mijn vaste openingszinnen is dat ik zeg dat ik op internet dit en dat gevonden heb. Je moet daar heel eerlijk in zijn, vind ik.”
Van Kempen staat hierin niet alleen. Uit een recent onderzoek in Amerika bleek dat zo’n 22 procent van de personeelsfunctionarissen netwerksites zoals Hyves gebruikt om kandidaten te screenen. Nog eens 9 procent is van plan om dat binnenkort te gaan doen. Een kwart van die werkgevers vond naar eigen zeggen informatie die hen versterkte in het idee dat ze een goede kandidaat op het oog hadden. Dat bleek dan uit de achtergrond van de kandidaat, de goede communicatieve vaardigheden, de brede belangstelling die bleek uit zijn profiel, of de creativiteit die hij er tentoonspreidde. 34 procent daarentegen, was op informatie gestuit die hen ervan had weerhouden met een bepaalde kandidaat in zee te gaan. Zoals rare ‘nicknames’, slechte communicatieve vaardigheden of vermeend alcohol- en drugsgebruik.
En meer...
Alle artikelen in deze Special Werken:
- Het nieuwe solliciteren: laat zien wie je bent
- Carriere en gezin, gaat dat wel samen?
- Solliciteren: Het moest toch een keer lukken!
- Dossier minder werken deel 1: de baas betaalt mee
- Dossier minder werken deel 2: de eigen woning betaalt mee
- Dossier minder werken deel 3: de fiscus betaalt mee
- Voorbeeldbrief en tips voor een sollicitatie als 50-plusser
- Special doorwerken
- Wel pensioen, maar geen status, wat nu?
- Plus Magazine