Maak je niet druk en pak snel je gezonde ritme weer op
Heb je net de hele week gezond gegeten, pakt je partner een zak chips op zaterdagavond. Eentje dan denk je. Maar na die ene denk je ach wat zou het ook. En voor je het weet zit je gezamenlijk de hele zak leeg te snacken. Dat doorslaan is een bekend fenomeen. Het wordt ook wel het what-the-hell effect genoemd: de dag is nu toch al 'verpest', dus ga je vooral door met nog meer ongezond eten.
Hoe ontstaat het what-the-hell effect?
Gezond eten, vaker sporten, geen alcohol meer drinken: het zijn handelingen die iets van je vergen omdat ze anders zijn dan je normaal doet. Je verandert je gewoontes, en dat vraagt om wilskracht. Het is mentaal best zwaar jezelf iets te 'ontzien'. Je moet stevig in je schoenen staan om alle verleidingen te weerstaan. En als er dan een moment komt waarop de wilskracht op is, dan sla je door. Hoe strenger je bent voor jezelf, en hoe meer beperkingen je jezelf oplegt, hoe groter de kans is op het what-the-hell effect.
Wilskrachtkillers
Je kunt nog zo gemotiveerd zijn om gezonder te gaan eten of meer te gaan bewegen, iedereen loopt wel eens tegen wilskrachtkillers aan. Een superdrukke dag met de kinderen, een verhuizing, een zieke moeder, problemen op het werk, een sterfgeval, woorden met een vriendin. Stressvolle situaties of gebeurtenissen kunnen je motivatie ondermijnen. De rek is eruit en dat is funest voor je wilskracht.
Stap voor stap
Gewoontes blijvend veranderen is een flinke klus. We zitten namelijk vol gewoontes: zeker 80 tot 90 procent van de keuzes die je op een dag maakt, doe je op de automatische piloot. Wat voor ontbijt je neemt, de koekjestrommel die open gaat bij de koffie, het toetje na het eten of altijd de auto nemen voor een boodschap. Ingesleten gewoontes veranderen, kost tijd en wilskracht. En je slaagt het beste in het veranderen van de minder gezonde gewoontes als je ze stap voor stap aanpakt. Zie je wilskracht als een soort spier die je moet trainen. Je rent ook niet zo maar een marathon, dat moet je langzaam opbouwen. Zo ook met ongezonde gewoontes veranderen in gezonde gewoontes. Niet meteen alles tegelijk aanpakken maar gewoonte voor gewoonte. Begin bijvoorbeeld eerst eens met die koekjestrommel overdag dicht te laten en alleen ’s avonds bij de koffie te genieten van het lekkerste koekje uit de trommel. Houd je die nieuwe gezonde gewoonte een tijdje vol (zo’n 2 maanden) dan begint het aardig in je systeem te komen, en kun je gaan werken aan een andere gezonde gewoonte. Het kost zo natuurlijk tijd, maar als je het veranderen van je gewoontes stap voor stap aanpakt, heb je veel meer kans dat je 'wilskrachtspier' voldoende sterk is om de verleidingen te blijven weerstaan.
De 80/20 regel
Als je het what-the-hell effect wilt voorkomen, bouw je dus gezonde gewoontes rustig op. Maar sla ook niet door in alles perfect gezond te willen doen. Het beste hiervoor is de 80/20 regel: als 80 procent van je gewoontes gezond zijn, kan 20 procent minder gezond zijn. Je bent dan nog steeds heel gezond bezig. Jezelf ook de minder gezonde dingen toestaan, voorkomt dat je te obsessief met je gezondheid bezig bent. Zo verg je minder van je wilskracht.
En als het toch gebeurt?
Kreeg je toch dat what-the-hell gevoel en heb je eraan toegegeven? Gebeurd is gebeurd, maak je er niet druk over en pak je gezonde ritme snel weer op. Bedenk dat je bezig bent die wilskracht te trainen. Een kind dat leert lopen, valt ook duizenden keren voor het echt goed kan lopen. Zie zo ook het volhouden van gezonde gewoontes. Als het een keer misgaat is echt niet alles verpest. Onzin! Je bent bezig met een leerproces en dan is het logisch dat niet alles meteen lukt. Dus dat what-the-hell effect: what the hell!