Als de bank vragen stelt over verdachte transacties en de klant werkt onvoldoende mee bij de beantwoording, dan mag de bank de bankrelatie beëindigen en de bankrekening opheffen.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid. Een klant van ABN Amro heeft in 2022 in een kleine drie maanden ruim tachtigduizend euro aan contant geld op zijn betaalrekening gestort. Dat bank merkt dit op en stuurt een brief met vragen over deze transacties. Ook vraagt de bank de man zijn antwoorden met documentatie te onderbouwen.
De man antwoordt dat hij de vraag niet hoeft te beantwoorden omdat het onder de privacywet valt. Aangezien hij een eigen bedrijf heeft, valt het ook onder bedrijfsgeheim. Toch legt hij de situatie uit. Hij is in 2014 gescheiden van zijn vrouw en in een vechtscheiding terecht gekomen. Hij wilde zijn banksaldo en vermogen zo klein mogelijk houden en daarom heeft hij geld contant opgenomen. Op een gegeven moment is hij gestopt met het betalen van alimentatie. Zij ex is een rechtszaak begonnen en dat is weer een reden om zijn bezit te verbergen.
De bank is net tevreden met deze antwoorden en stelt nieuwe vragen. Een paar maanden later vraagt de man de bank het het onderzoek te stoppen. Niet lang daarna beëindigt de ABN Amro de bankrelatie en de zaak komt bij de Geschillencommissie.
Witwassen
Bij de Geschillencommissie eist de man een herstel van de bankrelatie en een schadevergoeding van 1500 euro. Volgens hem heeft de bank gehandeld in strijd met de privacywetgeving. Ook had hij niets fout gedaan, dus de bank mocht de relatie niet verbreken. De Geschillencommissie is het daar niet mee eens. Een bank is wettelijk verplicht om transacties te controleren om witwassen tegen te gaan. Het is niet in strijd met de privacywetgeving als de bank hiervoor gegevens opvraagt.
Ook het opzeggen is toegestaan. Bij een bedrag van tachtigduizend euro is er voldoende aanleiding voor een onderzoek. De klant heeft daarbij onvoldoende meegewerkt, zodat de bank niet goed kon controleren op witwassen. De bank stond in zijn recht bij het beëindigen van de relatie.