Net als in 2023 hebben huurders met een laag inkomen dit jaar recht op huurverlaging. Huurders die geen huurverlaging hebben gekregen van de woningbouwvereniging kunnen zelf om lagere huur vragen. De huurprijs wordt dan maximaal 577,91 euro per maand. De regeling geldt voor huurders in een sociale huurwoning van een woningbouwvereniging.
Huurders kunnen zelf huurverlaging aanvragen als de kale huur nu hoger is dan 577,91 euro per maand, als ze sinds 1 maart 2023 of eerder op het adres wonen en als ze in 2023 geen huurverlaging voor lage inkomens hebben gekregen.
De norm voor de hoogte van het inkomen hangt af van de gezinssamenstelling. Voor een alleenstaande die AOW ontvangt, ligt de grens bij 13.215 euro bruto voor de laatste zes maanden. Voor een huishouden met twee personen van wie er minimaal één AOW ontvangt, ligt de grens bij 17.575 euro over de laatste zes maanden. Bij huishoudens zonder AOW liggen de grenzen op 12.420 euro (alleenstaanden) en 16.185 (meerpersoons).
De huurverlaging is aan te vragen bij de woningbouwvereniging. Dit kan tot eind van het jaar. Mocht de woningbouwvereniging niet binnen drie weken reageren, of mocht de woningbouwvereniging niet akkoord gaan, dan kan de huurder naar de huurcommissie stappen.