Ouderen kunnen ten opzichte van werkenden steeds minder doen van hun pensioen. Sinds 2010 zijn AOW-ers met een aanvullend pensioen van meer dan 5.000 euro per jaar er in koopkracht flink op achteruit gegaan.
Dat betekent dat honderdduizenden huishoudens aan koopkracht hebben ingeleverd, want verreweg de meeste pensioengerechtigden hebben een aanvullend pensioen van meer dan 5.000 euro per jaar.
Het Nederlands Instituut Budgetvoorlichting (Nibud) deed dit onderzoek in opdracht van ouderenpartij 50Plus. De conclusies gelden voor zowel alleenstaanden als stellen.
Hoeveel de koopkracht achterblijft, is sterke afhankelijk van persoonlijke factoren, maar volgens het Nibud gaat snel om enkele tientjes tot honderden euro’s per maand.
Enkele voorbeelden:
Boosdoeners
De achtergebleven koopkracht voor ouderen komt door verschillende factoren. Een grote boosdoener is het niet indexeren en soms zelfs korten op het aanvullende pensioen. Door alleen al het niet indexeren (het mee laten stijgen van de pensioenen met de inflatie, red) lopen ouderen sinds 2010 15 procent mis. Daar komst de korting van sommige pensioenfondsen nog bij
Bron: Nibud
