Bij vier van de vijf grootste bedrijfstakpensioenfondsen is de dekkingsgraad per 31 december gedaald onder de honderd procent. Het risico op een verlaging van het pensioen vanaf 2020 wordt voor de deelnemers van een aantal pensioenfondsen steeds groter.
Dat meldt de Pensioenfederatie. Bij een dekkingsgraad van honderd procent heeft een pensioenfonds precies genoeg vermogen om aan alle huidige en toekomstige pensioenen te betalen. De toezichtregels vereisen een kleine buffer bovenop de honderd procent: twaalf maanden achtereen moet de dekkingsgraad gemiddeld minimaal circa 104,3 procent zijn. Vier van de vijf grootste bedrijfstakpensioenfondsen (ABP, Zorg en Welzijn en de metaalfondsen PME en PMT) liggen onder het vereiste minimum. Het bedrijfstakpensioenfonds voor de bouw is een positieve uitzondering. Als de dekkingsgraad vijf jaar lang te laag is, dan moeten de pensioenen worden verlaagd.
Dekkingsgraden
De oorzaak van de daling van de dekkingsgraad is de lage rente en het slechte resultaat op beleggingen. In het laatste kwartaal van 2018 was bij een aantal fondsen de rendement dusdanig negatief dat heel 2018 in de min eindigde. Ook voor de vele pensioenfondsen die er beter voor staan, was 2018 een slecht beleggingsjaar.
Het slechts van de vier staat PME (Pensioenfonds van de Metalektro) er voor. De gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden is 101,3 procent. De actuele dekkingsgraad is 97,6 procent. PFZW (Pensioeonfonds Zorg & Welzijn) staat er iets beter voor met een gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden van 101,6 procent en de actuele dekkingsgraad 101,2 procent. Daarna volgt PMT (Pensioenfonds Metaal & Techniek) met respectievelijk 102,3 procent en de actuele dekkingsgraad 99,4 procent. Het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) voldeed met een gemiddelde dekkingsgraad van 103,8 procent over de laatste 12 maanden net niet aan de norm van 103,4 procent. De actuele dekkingsgraad van ABP is 97,0 procent.
- Pensioenfederatie
