Klinisch psycholoog Stijn Vanheule
Wanneer ons dingen overkomen die te heftig of niet te bevatten zijn, kan een psychose ontstaan. Stijn Vanheule, Vlaams hoogleraar psychologie en psychose-expert, wil met zijn boek meer begrip kweken.
Prof. Dr. Stijn Vanheule (47) is hoogleraar psychologie en psychoanalyse bij Universiteit Gent. Hij is expert op het vlak van psychoses en psychiatrische diagnostiek. In 2021 verscheen zijn boek Waarom een psychose niet zo gek is (Uitgever LannooCampus).
Wat is de reden dat u dit boek, Waarom een psychose niet zo gek is, schreef?
“Veel mensen hebben een stereotiep beeld bij psychoses. Patiënten vrezen dat ze er nooit meer van afkomen en hun hele leven zware pillen moeten slikken. Omstanders denken direct aan gevaarlijke gekken, waar ze liever niets mee te maken hebben. Ik vond het hoog tijd om een ander beeld te schetsen. Een beeld van hoop in plaats van wanhoop. De meeste mensendie psychotische ervaringen hebben, herstellen. En vaak is zo’n psychotische episode eenmalig.”
Waar komt uw fascinatie voor psychoses vandaan?
“Ik had een oudtante die psychotische ervaringen had. Dat fascineerde me als kind al. Maar als het in de familie ter sprake kwam, zei mijn grootmoeder: ‘Zwijg, daar gaan de kinderen van wakker liggen.’ Toen ik als psycholoog begon te werken met psychotische patiënten, praatte ik hierover met familieleden. Ik ontdekte dat het taboe rond psychoses ook in onze familie speelde: praat niet met mensen die psychotische ervaringen hebben, straks maak je het nog erger. Ondertussen merkte ik dat het mijn patiënten juist hielp om er wél over te praten.”
Psychotische ervaringen worden meestal uitgelokt door een diepe persoonlijke crisis, zegt u. Kunt u dat uitleggen?
“Als je geconfronteerd wordt met iets wat bijzonder moeilijk is, kan je geest op hol slaan. Bijvoorbeeld als je je partner of je baan verliest. Zo’n ervaring kan zo verwarrend zijn dat je er geen woorden voor hebt en niet weet hoe je te handhaven. Daardoor kan het basisvertrouwen in jezelf en de werkelijkheid verdwijnen. Dat kan tot een ontsporing leiden in het denken en waarnemen: je denkt bijvoorbeeld dat je gedachten niet meer van jezelf zijn, de werkelijkheid gedraagt zich anders: soms fluisteren vreemden boodschappen in je oor, je ziet dingen die er niet zijn. Die vreemde, angstige gewaarwordingen, wanen en hallucinaties kunnen je gedachten compleet overhoop halen.”
Hoeveel mensen maken een psychose mee in hun leven?
“Uit onderzoek blijkt dat 15 procent van de bevolking ooit licht psychotische ervaringen heeft. Dat zijn mensen die af en toe stemmen horen, of weleens dingen zien die niet kloppen met de werkelijkheid. Bij één op de honderd mensen is de impact van psychotische ervaringenzo groot en ondermijnen die het realiteitsgevoel zo ernstig dat psychiatrische behandeling nodig is. Soms zit er een gevoeligheid in de familie. Maar je kunt op basis van de familiegeschiedenis niet voorspellen wie een psychose krijgt; de omgeving draagt ook bij aan de kwetsbaarheid. Zo lijken mensen die in hun jeugd trauma’s hebben meegemaakt, sneller op stressvolle gebeurtenissen te reageren met symptomen van een psychose.”
Is een psychose niet vooral een hersenziekte?
“Uiteraard speelt het brein een rol, maar dat geldt voor al onze ervaringen. Uit onderzoek weten we dat de hersenen meer dopamine aanmaken tijdens een psychose. Dat is een boodschapperstof, die markeert wat belangrijk is en meer betekenis moet krijgen. Daardoor worden zaken die gewoonlijk niet belangrijk zijn nu wel belangrijk gevonden en kan iemand overprikkeld raken. Dat wil niet zeggen dat de toename van dopamine de oorzaak is. Die link wordt te snel gelegd, terwijl daar geen wetenschappelijk bewijs voor is.”
Komen psychoses vaker voor bij ouderen?
“De meest kwetsbare periode is de jongvolwassenheid. Maar een psychose kan op elk moment in het leven opduiken. Er zijn heel wat mensen die pas bij het ouder worden psychotische ervaringen krijgen. Soms is het moeilijk om onderscheid te maken tussen beginnende dementie en psychotische ervaringen. Mensen met beginnende dementie kunnen ook het gevoel hebben dat ze geen woorden hebben voor wat hen overkomt, en achterdochtig worden. Het is belangrijk de tijd te nemen een juiste diagnose te stellen.”
Is een delier ook een vorm van psychose?
“Bij een delier is ook sprake van verwardheid. Dat kan lijken op psychotische ervaringen. Het verschil is dat een delier een lichamelijke oorzaak heeft; medicatie of een infectie bijvoorbeeld. Als de medicatie is uitgewerkt of de infectie uitgewoed, verdwijnt de verwarring.”
Hoe kan een psychose het best behandeld worden?
“Bijna altijd worden anti-psychotische medicijnen gegeven. Uit onderzoek blijkt dat deze maar bij een kwart van de patiënten goed werken. Bij de helft is het schipperen tussen de voordelen en vaak ernstige bijwerkingen, zoals verlies van controle over het bewegingsapparaat. Een kwart is er helemaal niet mee geholpen; soms verergeren medicijnen de psychotische ervaringen juist. Ik vind dat er veel voorzichtiger mee omgesprongen moet worden, door bij iedere patiënt na te gaan wat de effecten zijn en te zoeken naar de laagst mogelijke dosis. Minstens zo belangrijk is een dialoog aan te gaan met mensen die psychotisch zijn, hoe verward iemand ook is. Goede hulpverleners laten zich niet afschrikken door het bizarre van een psychose. We weten intussen dat goede begeleiding en psychotherapie het verschil kunnen maken.”
Wat is daarvoor nodig?
“Dat je als behandelaar naast iemand gaat staan: ‘Ik ben er, we kunnen praten. Ook al begrijp ik nu niet wat je zegt, ik ga dat proberen. Misschien kunnen we samen nadenken waarom je het zo moeilijk hebt.’ Wat in een psychose tot uiting komt, is geen totale onzin. Vaak verwijzen die vreemde gedachten naar iets dat iemand dwars zit. De kunst is erachter te komen wat, en daar woorden voor te zoeken. Tijdens een psychose duikt een soort privétaal op, die mensen niet gedeeld krijgen. Als je ze kunt helpen te benoemen wat er in hen omgaat, ontstaat er vaak rust en verminderen de psychotische belevingen. Maar het is vaak lastig voor behandelaars kalm te blijven bij de intense noodkreet die ze horen.”
Kan praten over die vreemde ervaringen de psychose ook verergeren?
“De crisis kan tijdelijk intenser worden, want je gaat toe naar het moeilijke punt. Zolang je de patiënt laat bepalen waarover hij wil praten, hoeft dat geen probleem te zijn. Het is belangrijk om er snel bij te zijn. In de eerste weken staan veel psychotische mensen nog open voor contact. Als het lukt om echt verbinding te krijgen, kunnen de psychotische belevingen al na een paar dagen of weken verdwijnen. Maar bij iemand die al jarenlang gevangen zit in een psychose, is de kans op herstel veel kleiner.”
Wat kunnen familieleden en vrienden doen?
“Probeer te luisteren, ook als je vriend of familielid rare dingen vertelt. De reflex is om weg te lopen of tegengas te geven: wat jij ziet klopt niet! Maar hoe bizar ook, degene met een psychose ervaart het als echt. Iemand die stemmen hoort, doet niet alsof! Die hoort die stemmen echt. Als je dat ontkent, voelt hij of zij zich nog eenzamer. Je kunt beter zeggen: ‘Ik hoor die stemmen niet, maar ik merk dat jij ze wel hoort.’ Verder is het belangrijk om de gewone dingen die je samen deed, zoveel mogelijk te blijven doen: koffiedrinken, een wandeling maken. Dat maakt niet alleen het gevoel van isolement kleiner, het kan er ook voor zorgen dat iemand weer meer voeling met de werkelijkheid krijgt.”
Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine maart 2022. Abonnee worden van het blad? Dat doet u in een handomdraai!
- Plus Magazine