Niet langer onzeker

Onzekerheid heeft te maken met angst. Angst dat u niet goed genoeg bent. Dat u niet mooi of leuk bent. Dat u verkeerde keuzes maakt. En angst dat anderen dat ook vinden. Door deze angst neemt het vertrouwen in uzelf af. U gelooft niet dat u iets tot een goed einde kunt brengen.

Zelfvertrouwen

Hoeveel zelfvertrouwen u heeft, hangt af van ervaringen uit uw verleden. Hoe vaker u heeft gemerkt dat u iets goed kan, hoe makkelijker het is om te geloven dat u het nog een keer kan. Ook complimenten en steun van anderen hebben invloed op uw zelfvertrouwen. Hoe meer steun en complimenten u vroeger hebt gekregen, hoe meer zelfvertrouwen u heeft. Heeft u veel zelfvertrouwen, dan is het makkelijker om aan uw onzekerheid te werken. U durft te werken aan zaken waar u onzeker over bent. Heeft u weinig zelfvertrouwen, dan is dat veel moeilijker. U ziet vooral wat u niet kan in plaats van wat u wel kan.

Twijfel

Als u vaak onzeker bent en weinig zelfvertrouwen hebt, dan kan uw onzekerheid chronisch worden. U twijfelt niet alleen over bepaalde keuzes, of over wat u wel en niet kan. U twijfelt over uw hele zelfbeeld: over wie u bent, wie u wilt zijn en wat u graag wilt doen. Gedachten over uzelf zijn vaak negatief in plaats van positief. U heeft het gevoel op ieder punt te falen. Als vriendin heeft u het gevoel dat u tekortschiet. Of u heeft het idee dat u geen goede dochter of moeder bent. U raakt snel teleurgesteld in uzelf of schaamt u voor wat u doet of wie u bent. Schaamt u zich vaak voor uzelf of bent u vaak onzeker over wat anderen van u vinden, dan kan het zijn dat uw onzekerheid een sociale fobie wordt.

Bevestiging

Om u zekerder te voelen vraagt u bevestiging aan anderen. Alleen als een ander zegt dat het goed is, is het goed. U vindt het immers moeilijk om zelf te zien wat je kwaliteiten zijn. Vriendinnen, uw vriend of uw ouders moeten vertellen waar u goed in bent en waarom u leuk bent. Hierdoor kunt u heel afhankelijk worden. Acceptatie van anderen wordt zo belangrijk, dat u vergeet wie u zelf bent en wat u zelf wilt. Praten anderen positief over u, dan gelooft u hen niet. U denkt al snel dat er niets positiefs over u te zeggen is. U weet niet goed hoe het voelt om trots op uzelf te zijn. Als u veel bevestiging van anderen nodig hebt, vergeet u waar uw eigen grenzen liggen.

Hoge eisen

Als u niet goed weet waar je grenzen liggen, stelt u al snel te hoge eisen aan uzelf. U wilt anderen niet teleurstellen, maar ook uzelf niet. U wilt alles 100 procent goed doen. Maakt u een fout dan heeft u het gevoel dat u een mislukkeling bent. Gaat iets goed, dan wijdt u dat aan toeval of geluk. Wilt u vaak alles goed doen, dan kunt u perfectionistisch worden. Ook kunt u het gevoel hebben dat anderen dingen beter doen dan u. En uzelf vergelijken met anderen maakt u nog onzekerder.

Onzekerheid neemt alleen af als u een gevoel van zelfvertrouwen uit uzelf haalt. U wordt niet zekerder als u uzelf vergelijkt met anderen. Of als u bevestiging zoekt bij anderen. Uw zelfvertrouwen zal groeien als u ontdekt wie u bent, wat u wilt en waar uw grenzen liggen. Het is niet makkelijk om daar achter te komen. Het kan helpen om samen met een psycholoog te kijken hoe u minder onzeker kunt worden.

Tips:

Ten slotte nog wat korte tips om om te gaan met uw onzekerheid:

• Zoek uit waarover u onzeker bent. Schrijf deze punten op. Ga samen met een vriend of vriendin na of het wel logisch is dat u over die punten onzeker bent.
• Schrijf op waar u goed in bent en waar dit uit blijkt. U zult zien dat u meer kan dan u denkt. Kijk regelmatig naar deze lijst. Vul de lijst aan met kleine en grote successen.
• Probeer zo min mogelijk te bedenken wat een ander van u vindt. U kunt geen gedachten lezen.
• Waarom bent u leuk? Laat vrienden en vriendinnen opschrijven waarom zij u leuk vinden. Wat is er mooi aan u en wat zijn uw kwaliteiten?
• Probeer geen waarde te hechten aan wat anderen, die niet belangrijk voor u zijn, tegen u zeggen. Mensen die u kwetsen of onzeker maken zijn het vaak niet waard om energie in te steken.
• Betrap uzelf erop als u negatieve gedachten hebt over wat iemand van u vindt. Vraag u af of het logisch is wat die persoon zegt of doet. Denk: het is zijn probleem dat hij zo doet en niet mijn probleem.
• Stel doelen die haalbaar zijn. Leg de lat niet te hoog.
• Verwen uzelf. Ook al denkt u dat u het niet waard bent om van fijne dingen te genieten. U kunt uzelf aanleren om te genieten van de dingen die u prettig vindt.
• Denk aan uw houding. Loop rechtop, draag kleding waarin u zich lekker voelt. Uw houding is wat anderen het eerste zien.
• Leef uw eigen leven. Probeer zoveel mogelijk uw eigen leven in te richten. Doe wat u leuk en belangrijk vindt.