Keukenklassiekers: Aardappelgratin

Aardappelgratin
Getty Images

In de keuken kun je pas experimenteren als je de basis onder de knie hebt. Daarom ontleden we elke maand een klassieker. Deze keer: aardappelgratin.

4 pers. 25 min. + 40 min. in de oven

  • 750 g aardappelen (vastkokend)

  • 2 teentjes knoflook, geperst

  • 2 takjes tijm 

  • 1 takje rozemarijn 

  • 2 blaadjes laurier 

  • 350 ml room met minstens 30% ­vetgehalte 

  • 350 ml ­volle melk 

  • snufje nootmuskaat 

  • klontje boter 

  • peper en zout

Recept

  1. Verwarm de oven voor op 160°C. Giet de melk en de room in een pannetje. Voeg ook je favoriete smaakmakers toe zoals tijm, laurier, rozemarijn en knoflook. Kruid met peper en zout.

  2. Verwarm het mengsel op een zacht vuur. Het mag goed warm worden, maar niet koken. Het is de bedoeling dat de kruiden hun smaak afgeven aan de room en de melk.

  3. Schil de aardappelen. Snij ze met een mandoline (of scherp mesje) in flinterdunne plakjes van ongeveer 2 millimeter.

  4. Smelt de boter en vet er de ovenschaal mee in met een kwastje of keukenpapier. Leg de flinterdunne aardappelschijfjes dakpansgewijs in de ovenschaal. Kruid elk laagje met peper en zout.

  5. Zeef het kruiden-roommengsel en giet het warm over de aardappeltjes tot ze net onderstaan. Verdeel er eventueel nog een handje gemalen kaas over. Gaar 40 minuten in de oven of tot de aardappelen gaar zijn en de gratin een mooi goudbruin korstje heeft.

Een makkie?

Gratin is een schijnbaar eenvoudig gerecht: fijngesneden aardappelen met room uit de oven. Maar ­vergis je niet, er komt best wat techniek bij kijken. Voor je het weet zijn de aardappelschijfjes niet gaar, gaat de saus schiften of vallen de aardappelen uit elkaar. Met onze tips komt het goed!

Aardappelgratin
Getty Images

Zo moet het de oven in

  • Begin op een niet te hoge temperatuur. Anders loop je de kans dat de bovenkant van je gratin te snel bruin wordt, terwijl de aardappelen nog niet gaar zijn. Zie je de bovenkant bruinen, maar zijn de aardappelen nog hard? Dek de schotel af met aluminiumfolie.

  • Zijn de aardappelen bijna zacht, maar heb je nog geen mooi goudbruin korstje? Verhoog dan de oventem­peratuur van 180 naar 200°C en laat de gratin ­onafgedekt nog even bakken. Of zet de gratin een minuutje onder de ovengrill.

  • Vertrouw niet blindelings op het voorgeschreven ­aantal ovenminuten, maar controleer zélf de gaarheid. Prik met een mesje in de schijfjes aardappel. Als je geen weerstand voelt, zijn ze klaar. Hoe dunner je de ­aardappelen snijdt, hoe ­sneller ze gaar zijn. 

  • Kies een schaal waar de aardappelen precies in ­passen. Ideaal is dat ze tot zo’n 2 centimeter onder de rand blijven

De drie vuistregels

1. Spoel je aardappelen niet af! Dan spoel je namelijk al het zetmeel weg. En dat heb je juist nodig voor de binding. Zodra de aardappelschijfjes de warmte voelen, zorgt het zetmeel ervoor dat ze aan elkaar gaan kleven. Met een stevige gratin als resultaat.

2. Kruid élke laag van de aardappelplakjes. Ga er steeds even met het zoutvaatje over. Dat bepaalt mede de smaak van je gerecht.

3. Gebruik volle room met een vetgehalte van minstens 30%. Dit zorgt ervoor dat je saus niet gaat schiften. Plus: het vet zorgt voor een mooi bruin korstje. Zeker als je geen kaas gebruikt, is dit essentieel.

Liever met groente?

Je kunt ook een gratin met groenten maken. Hou dan wel in je achterhoofd dat groenten niet dezelfde hoeveelheid zetmeel bevatten als aardappelen, waardoor de kans ­bestaat dat de gratin bij het serveren een beetje uit elkaar glijdt. Om die reden is het een goed idee om groenten ­zoals zoete aardappel, pastinaak of pompoen per laag af te wisselen met gewone aardappelschijfjes.

Kies de juiste schaal

Let op de volgende drie criteria:

  • De schaal moet de warmte optimaal verdelen, zodat je gerechten gelijkmatig kunnen garen.
  • Hij kan tegen een stootje: na talloze gerechten en evenveel bezoekjes aan de vaatwasmachine ziet hij er bij voorkeur nog net zo glanzend en krasvrij uit als in het begin.
  • Hij kan behalve in de oven ook in de vriezer. Oh, en natuurlijk is die ovenschaal het liefst nog mooi ook…

Onmisbaar: het korstje

Een aardappelgratin, gratin dauphinois in het Frans, maak je officieel zonder kaas. Met kaas heet het gratin savoyard. Ben je een echte kaas­fanaat (en zijn we dat niet allemaal?), dan kan een handje kaas zeker wel. Al moet het ­gezegd worden: weersta de verleiding om véél kaas toe te voegen, het gerecht wordt er zwaar van.

  • Voor die typische kaaskorstjes-smaak gebruik je emmentaler, parmezaan of gruyère.
  • Heb je het graag pittig? Ga dan eens voor ­geitenkaas of een blauwe kaas zoals stilton. Die passen prima bij de romige aardappelen.
  • Voor een uitgesproken kruidensmaak kun je de gratin afwerken met een kruidenkorst.
Aardappelgratin
Getty Images

Lekker met… 

Een goed stukje vlees zoals een rollade, maar een gratin past ook goed bij een volledige vis zoals een dorade. Je kunt de twee gerechten prima samen in de oven zetten. Zet de gratin onderaan in de oven en zet hem aan het einde nog even onder de grill voor een mooi korstje.

Aardappelgratin 5x anders

Wil je graag variëren op deze klassieker? Probeer dan een van deze versies.  

  • MET EXTRA GROENTEN

    Zoals zoete aardappel, pompoen, salie of aardpeer. Het kan allemaal.MET VISonder het laagje aardappelen.

  • MET SPEKJES EN UI

    Of met gerookte zalm en ui als je de gratin bij vis serveert.

  • MET KIP ENCHAMPIGNON

    Dan heb je meteen een volwaardige maaltijd. op z’n italiaansmet zwarte olijven, tomaat en oregano. 

Aardappegratin
Getty Images

Makkelijk vooraf

Een gratin kun je perfect op voorhand klaarmaken. Laat je gratin dan het liefst niet helemaal garen, anders wordt hij te zacht wanneer je ’m weer opwarmt. Tips bij het opwarmen:

  • Verwarm de oven voor op 160°C.
  • Leg een paar klontjes boter op de gratin, dat beschermt hem tegen uitdrogen.
  • Droogt hij toch nog uit tijdens het opwarmen? Giet er eventueel nog een beetje room over.

HANDIG HULPJE: DE MANDOLINE

Een mandoline is een goede investering voor wie veel met groenten werkt. Een goede mandoline kun je instellen op ­verschillende standen. Hiermee kun je heel precies bepalen hoe dik je je ingrediënt wilt snijden. Voor een groente­carpaccio heb je flinterdunne schijfjes ­nodig. Bij een gratin – of een lasagne met groenten in plaats van lasagnevellen – is het handig dat de plakjes allemaal even dik zijn, zodat ze gelijkmatig garen.
 

Auteur