Fietsen naar Santiago de Compostela vergt veel voorbereiding. Maar het begint natuurlijk met twee even simpele als essentiële vragen: hoe lang bent u onderweg en wat is de beste tijd om te vertrekken? Wij zochten het voor u uit.
Hoe lang onderweg?
Laten we beginnen met een simpel rekensommetje. Uitgaande van een goede basisconditie en een goede fiets met normale bepakking, rijdt de gemiddelde fietser zo’n 70 kilometer per dag. Wanneer u die afstand iedere dag aflegt, bent u zo’n vijf weken onderweg om de ongeveer 2.500 kilometer naar Santiago de Compostela te overbruggen. Wanneer u daar nog een week bij optelt voor ontspanning en eventuele tegenvallers, heeft u prima uitgangspunt.
Energie door ontspanning
De fietstocht naar Santiago de Compostela is geen wedstrijd. U gaat een prachtige uitdaging aan, maar zonder ontspanning kan het zwaar worden. Pin uzelf daarom niet vast op die 70 kilometer per dag, maar let ook op uw lichamelijke en geestelijke conditie. De ene dag fietst u nu eenmaal makkelijker dan de andere dag: realiseer u ook dat voldoende rust stress en blessures voorkomt.
Een paar dagen rust of een dagje met slechts 20 kilometer op de teller geeft vaak veel energie en biedt u bovendien de mogelijkheid de omgeving te verkennen. Vergeet ook niet dat uw reis minstens zo belangrijk is als uw uiteindelijke doel.
Tegenvallers
Ook al bereidt u uw reis nog zo goed voor, niet alles valt te plannen. Een van de fenomenen waarmee u onderweg wellicht te maken krijgt, is de wind. Fikse tegenwind vergt veel extra inspanning en resulteert vaak in minder gefietste kilometers. Pech onderweg kan de planning ook danig in de war sturen. Een lekke band is zo gefikst, maar met een paar gebroken spaken zult u toch een fietsenmaker moeten zoeken. En ja, dat kost tijd, zeker als de gevonden fietsenmaker net aan zijn middageten begint – in Frankrijk en Spanje kan dat wel even duren!
Tegelijkertijd zijn het juist de tegenvallers die van de pelgrimstocht zo’n groot avontuur maken. Als u uw geplande overnachtingsadres niet weet te bereiken, is enige inventiviteit vereist. Ziet u zo snel geen hotelletje, dan is even bij kerk, politie of burgemeester aankloppen en uw credencial (pelgrimspas) laten zien vaak voldoende om een plek voor de nacht te vinden. Voor u het weet staan uw fietstassen in de logeerkamer van de plaatselijke bakker of wijnboer en zit u ’s avonds gezellig met de complete familie aan tafel.
Favoriete fietsmaand
De maand juni is bij veel fietspelgrims favoriet omdat het nog niet zo heet is, het aantal regenbuien binnen de perken blijft en de kou uit de lucht is. De natuur is in deze periode op zijn allermooist: de vlakten zijn nog groen en de bloemen geuren en kleuren u tegemoet.
Ondanks dat u ervan uit mag gaan dat u in juni zonnig weer treft, kan het geen kwaad rekening te houden met snel veranderende weersomstandigheden. U kunt zomaar worden overvallen door een fikse regen- of onweersbui of plotseling dalende temperaturen. Houd daar met uw kledingkeuze dus altijd rekening mee.
Natuurlijk kunt u ook voor het voor- of najaar kiezen, maar dan heeft u te maken met meer regen, lagere temperaturen en kortere dagen. Ook sneeuwbuien behoren tot de mogelijkheden, zeker in de Pyreneeën. Daarnaast is het in deze seizoenen soms wat lastiger een plek voor de nacht te vinden.