Planten willen steun

Getty Images

Stel het steunen niet uit tot vaste planten volgroeid zijn. Ze laten zich dan alleen nog busselen als korenschoof; ontsierd door een touw dat hun middel insnoert. In april-mei een steun aanbrengen is de beste oplossing.

Toegegeven, de volgende twee weken moet u tegen steuntjes en andere technische hulpjes aankijken. Maar al snel zijn de planten er op de meest natuurlijke wijze door en overheen gegroeid en maken ze die hulpjes absoluut onzichtbaar.

1. Tuinmateriaal

Dunne – en bij voorkeur droge – twijgen van hazelaar, berk en els laten zich als kleine tentjes over de planten heen zetten. Naargelang de steun hoger moet zijn gaat u voor dikkere takken en minder buigzaam hout waarvan u de uiteinden diep in de grond spiest. Bent u van het handige type dan kan u met dit snoeihout een prachtige plantenkooi knutselen die op zich als sierraad in de border staat, maar tegelijk reukerwt, clematis of zelfs een smaakmaker als tomaat een ereplek bezorgt.

2. Afdankertjes

Staat in uw tuinberging of garage nog een oude fiets, haal de wielen er af en installeer ze horizontaal over de planten die een sterke steun nodig hebben. Het ziet er de eerste weken wat vreemd uit, maar bedenk dat deze velgen alle houvast geven die maar nodig is. Bij siergrassen bieden ze als extra voordeel dat ze naargelang de groei, omhoog kunnen geschoven tot ze de halmen op halve hoogte steunen.

3. Tuinroosters

Plantensteunen naar Brits model lijken op uit de kluiten gewassen barbecueroosters. Ze staan op pootjes en bestaan in onbehandeld, gegalvaniseerd of gecoat metaal. Elk tuincentrum laat kiezen uit meerdere diameters.

4. Netten in maten en gewichten

Moet een grote groep planten gesteund worden, gebruik dan een plantennet. Het is te koop in kunststof en metaal – voor dat laatste kiest u beter (en goedkoper) voor schapendraad, kippengaas of bewapeningsnet. Span het net over de planten heen en haak het aan de randen over stevige en diep in de grond geprikte steunhouten of piketten. Geef desnoods een extra steun in het midden.

Planten

5. Rijgwerk

Een net laat zich natuurlijk ook ter plaatse knutselen. Enkele stevige steunen rond de plant fungeren daarbij als hoek- of tussenpaal, waartussen u een binddraad vlecht. Zorg voor een veelheid aan mazen, want net zij geven steun aan de plantenstengels.

6. Stukwerk

Bent u wat laat om de planten te steunen, prik dan dunne maar stevige bamboestokjes in het hart van de plant en bind er de hoogste bloemstengels aan vast. Uit veiligheidsoverwegingen werkt u de top van elk steunstokje af met een kunststofhulsje. Daarmee voorkomt u dat het steunstokje u schramt bij onverwacht en ongelukkig bukken of – erger nog – in uw oog prikt.

Ook snoeien helpt!

Hoog opgroeiende tuinplanten als bijvoorbeeld ridderspoor (Delphinium) en Galega kan u temperen in hun hoge en uitbundige groei, door ze in het voorjaar rigoureus in te korten. Ze gaan probleemloos in hergroei, maar blijven compacter en staan daardoor op stevige stengels. Hun bloei is vanzelfsprekend wel wat verlaat. Deze techniek kunt u ook toepassen voor het rechtop houden van Hydrangea arborescens ‘Annabelle’, de populaire en erg rijk bloeiende hortensia.
Auteur