Verrassend veel planten doen het goed in een pot. Van hosta’s en siergrassen tot tuinkruiden en tomatenplanten: het kan allemaal.
Wie in mei in een tuincentrum komt, ziet ze met karrenvol vertrekken: de perkplanten. Vlijtig liesjes, begonia’s, hanggeraniums en talloze andere bloeiers waarmee je je ook in een pot kunt uitleven. De keuze is eindeloos, van het volkse afrikaantje tot de exclusieve pauwenveerpetunia. Voor de fijnproevers heeft het tuincentrum ook tomaten, aubergine en paprikaplantjes. Zet ze in een grote pot of kuip en geef ze een zonnige, beschutte plek. Kers tomaatjes zijn mooi en lekker en van één plant kun je veel oogsten. Bind de takken op naarmate de plant groeit, bijvoorbeeld aan een klimrek of bamboestokken, anders begeven ze het onder de vracht van tomaatjes. Een aparte categorie is de kruidentuin in potten en kuipen. Basilicum is te krijgen in meer dan tien variëteiten, van paarsbladig tot fijn gekruld. Ook peterselie is makkelijk zelf te kweken; de platte voor de smaak en de krulpeterselie voor het oog (hoewel het verschil in smaak volgens mij overdreven wordt). En dan zijn er nog dragon, kervel en koriander: allemaal makkelijk in een pot te kweken.
Binnenzitters en buitenblijvers
Klassieke kuipplanten zoals citrusboompjes, oleanders en palmen moeten ’s winters naar binnen. En dan niet gewoon naar binnen, maar naar een koele en lichte ruimte. Wie heeft zo’n ruimte nog? En wie heeft de kracht om zo’n plant naar binnen te transporteren? Nee, de klassieke kuipplant is mooi, maar niets voor de gemiddelde balkon bezitter. Gelukkig zijn er ook kuipplanten die ’s winters buiten kunnen blijven. Sommige vaste planten zijn namelijk prima potplanten. Dan denk ik vooral aan planten met een mooie groeiwijze, zoals een hosta die naar alle kanten uitgroeit, of een siergras als Hakonechloa waarvan het blad als een fontein uitwaaiert. Ook winterharde varens, zoals struisvarens en hoefijzervarens, zijn geschikt voor in een pot. Nu heb je ’s winters niets aan een hosta, want de bovengrondse delen sterven af, maar wat heb je liever: een hosta in winterrust of een zieltogend citroenboompje in je slaapkamer?
De beste potten
Alles begint met de keuze van een pot. Erg mooi – en erg duur – is Italiaans terracotta. Zet zo’n pot op je terras, liefst met een bloeiend citroenboompje erin, en je waant je met vakantie in Toscane. Maar boompjes kunnen omwaaien en potten kunnen breken. En als je ze ’s winters buiten laat staan, kunnen ze bevriezen. Sinds ik nogal wat van die kostbare potten ben kwijtgeraakt, zet ik mijn veel wind vangende mimosaboompjes in plastic kuipen. Zwart plastic, dat valt minder op dan rood. Plastic potten hebben nog een voordeel: de potgrond droogt minder snel uit, hoewel dat voor cactussen en vetplanten juist een nadeel zou zijn. Citrusboompjes en oleanders heten kuipplanten omdat ze vroeger altijd in een houten kuip stonden. Die kuipen, vaak van eikenhout, zijn nog steeds te koop. Ze zijn zo mogelijk nóg duurder dan Italiaans terracotta, maar kunnen niet breken. Ook hebben ze meestal een hengsel of handvatten, wat het transport vergemakkelijkt. Tot slot zijn er de zelfbedachte plantenbehuizingen, zoals oude wasteilen, klompen, zuurkoolvaten of autobanden. Je kunt erom lachen, maar de plant ziet het verschil niet tussen een oud conservenblik en de duurste terracotta, zolang er maar een gat in de bodem zit voor de afwatering. Gebruik anders liever moerasplanten.
Kies voor klei
Dan de potgrond: welke soort en kwaliteit moet je hebben? Het klinkt misschien gek, maar de keuze doet er niet veel toe. Als planten in een tuin staan, halen ze hun voedsel uit de grond. In een pot krijgen ze het uit de gieter en daardoor is de kwaliteit van de grond van minder belang. Denk maar aan tomaten in een kas: die worden in steenwol gekweekt. Toch hebben sommige soorten potgrond wel voordelen. Als je potgrond met klei gebruikt, wordt gietwater langer vastgehouden en hoef je minder vaak te gieten. Potgrond die grotendeels uit turf bestaat, kan snel uitdrogen en is daarna alleen nog maar met veel moeite nat te krijgen. Zelf heb ik het liefst een zware, kleihoudende potgrond met onderin een laagje grind om te voorkomen dat het drainagegat verstopt raakt. Als het gewicht van cruciaal belang is, bijvoorbeeld op een dak of balkon, zou je lichte korrels van gepofte klei onder in de pot kunnen doen.
Bollen in bakken
Het pottenseizoen begint meestal rond de paasdagen, hoewel het daarna soms nog flink kan vriezen. Pas als de IJsheiligen (van 11 t/m 14 mei) voorbij zijn, is het echt lente. Wie geen risico wil nemen en toch al vroeg in het jaar wat kleur in de bloembakken wil, kan zijn hart ophalen met bloembollen. De kleine, naar viooltjes geurende Iris reticulata bloeit al vanaf het einde van de winter en bloeit in een pot meestal rijker dan in de tuin. Als het loof is afgestorven, zet je de pot eenvoudig droog weg. Ook krokussen zijn goede potplanten, maar zet ze wel in de zon, anders gaan de bloemen niet open. Blauwe druifjes zijn ook geschikt. De meeste bloembollen houden van zon, maar knol begonia’s (die je nog tot half juni kunt planten) hebben liever schaduw.
Dit artikel is eerder verschenen in Plus Magazine mei 2017. Nog geen abonnee van Plus Magazine? Abonnee worden doet u in een handomdraai!
- Plus Magazine