Deze keer strooit Romke van der Kaa zijn wijsheden uit over tuinieren in potten. Als je een balkon hebt is het een oplossing; als je een tuin hebt een keuze.
Wie geen tuin heeft, maar alleen een balkon, een stoep of een binnenplaatsje, kan altijd nog tuinieren in potten. En wie wel een tuin heeft, kan zijn terras of oprit opvrolijken met potplanten. Toch zijn er wel een paar dingen die je als bezitter van potplanten in het oog moet houden.
Om te beginnen de grootte van de pot. Hoe groter een pot, hoe meer mogelijkheden. In de allergrootste potten en kuipen kunnen zelfs boompjes worden geplant! Van de kwetsbare olijfboom zullen we na de afgelopen winter wel onze bekomst hebben, maar winterharde boompjes en struiken kun je in een grote pot jarenlang in goede gezondheid houden.
| Maar hoe groter een pot, hoe lastiger hij zich laat verplaatsen. Je kunt er natuurlijk wielen onder monteren, maar dan moet je wel de ruimte hebben om je potten met inhoud ’s winters te bergen. Want naar binnen moet die pot, of je er nu winterharde struiken in hebt staan of vorstgevoelige oranjeboompjes. Er worden wel aardewerken potten met het predicaat ‘vorstbestendig’ verkocht; meestal zijn dat potten van extra hard gebakken terracotta, die weinig poreus zijn en daardoor minder water |
opnemen. Maar in mijn ervaring vriest elke aardewerk pot na verloop van tijd kapot. Behalve dan een lege pot die droog onder een afdakje of in een schuurtje staat.
Voordat je aan planten in potten begint, kun je dus beter eerst bedenken of je wel mens- of machinekracht genoeg hebt om de potten bij strenge vorst in veiligheid te brengen. Anders is het misschien handiger om te kiezen voor een houten kuip. Die bevriest niet. Die kan alleen maar rotten.
Potplanten hebben veel water nodig, vooral in warme zomers. Maar bedenk wel dat aardewerk sneller uitdroogt dan plastic, al is dat te ondervangen door het gebruik van een plastic binnenpot in een aardewerken buitenpot. Toch moeten de meeste planten dagelijks worden begoten. Zelfs als het regent, hebben ze soms nog extra water nodig, omdat een flink uitgegroeide plant werkt als een paraplu. Het is ’s zomers dan ook onverstandig om dagenlang weg te gaan zonder een oppas te hebben geregeld voor de planten.
Potgrond met klei, zoals die voor rozen wordt gebruikt, houdt langer vocht vast dan potgrond die voornamelijk uit turf bestaat. Bovendien is kleihoudende potgrond zwaarder dan turf, en zware potten waaien minder snel om. Op een winderig dakterras kun je bovendien beter een pot kiezen met een brede, zware onderkant.
Pas de grootte van de pot aan de omvang van de plant aan: een grote plant in een kleine pot is vragen om stormschade. Staat een pot op een tegelterras, dan is het een handige truc om een flinke draadnagel of een ijzeren pin tussen de voegen te slaan Een pot die met het afwateringsgat op zo’n uitstekende nagel is gezet, kan wel een stootje wind verdragen.
Als potplanten dagelijks worden begoten, verdwijnt een groot deel van de meststoffen met het gietwater uit de potgrond. Daar zijn twee dingen tegen te doen: eens in de week mest aan het gietwater toevoegen, of een langzaam werkende meststof gebruiken die zijn voedende mineralen over een periode van een half jaar afgeeft.
| Nu de planten zélf. Voor het vroege voorjaar hebben we natuurlijk bloembollen. Narcissen, tulpen en blauwe druifjes geven vroeg in het jaar kleur. Als de bollen uitgebloeid raken, kun je hun afstervende blad camoufleren door er grootbloemige winterviolen tussen te zetten. Bloembollen en violen zijn toch al een gelukkige combinatie. En vergeet niet dat bloembollen niet alleen voorjaarsbloeiers zijn, maar dat bijvoorbeeld dahlia’s en crocosmia’s in het voorjaar kunnen worden |
geplant om in de zomer te bloeien.
Een beplanting met bloembollen is tijdelijk. Voor een meer permanente show zou je een siergras kunnen kiezen. Sommige soorten, zoals Stipa tenuifolia, zijn adembenemend als ze bloeien.
Wie veel tijd, ruimte en toewijding voor zijn potplanten heeft, kan zich uitleven met oranjeboompjes. Heb je minder tijd om te tuinieren, dan zou je kunnen kiezen voor gemakkelijke vaste planten, zoals Phlox subulata of Campanula Blue Star, of de dwergjeneverbes die toevallig ook Blue Star heet. De mogelijkheden met potplanten zijn eindeloos. Zelfs de drukst bezette groenliefhebber kan altijd nog uit de voeten met planten als huislook, waarvan de Latijnse naam Sempervivum niet voor niets ‘eeuwig levend’ betekent.