Tuinieren in april: spektakel in het groen

Judaspenning hoef je meestal maar één keer in je leven te zaaien

Getty Images

Het kan nog alle kanten op met het weer, maar laat je daar niet door afschrikken. Dit zijn heerlijke weken om het tuinseizoen in te luiden.

We treffen het dit jaar: 1 april valt op eerste paasdag. De 1-aprilgrappen liggen voor de hand. Veel nep-eieren en lege doppen. Met Pasen eten we niet ­alleen eieren, we gaan ook massaal naar het tuincentrum om vergeet-mij-nieten, violen, salvia’s en andere perkplanten in te slaan. Een grote roekeloosheid maakt zich van ons allen meester, want april is een ­wispelturige maand. Op zachte, zonnige dagen kun je buiten zitten, maar een week later kan het sneeuwen of zelfs 10 graden vriezen. Ik ben de gemene nachtvorst van eind april vorig jaar nog niet vergeten, toen de bloesem van al mijn fruitbomen bevroor.

Vogels en sterren
Als we aan april denken, denken we aan buien, zelfs met hagel en natte sneeuw. Toch kent april relatief weinig neerslag. Vaak waait er een harde, droge wind die regelrecht uit Siberië lijkt te komen. Maar van één ding zijn we zeker: de dagen ­worden bijna twee uur langer. Dat voelen ook de vogels. In mei leggen alle vogels een ei, wil een oude volkswijsheid, maar veel vogels houden zich daar niet aan. ­Merels ­beginnen vaak in maart al hun nest te ­bouwen en kunnen eind april jongen ­hebben. Ook de koolmees en de pimpelmees leggen tegenwoordig vaker eieren in april dan in mei, omdat ze zich aanpassen aan de ­‘rupsenpiek’, die door de ­klimaatverandering naar voren schuift. De eerste boeren­zwaluwen komen terug uit Afrika (vorig jaar arriveerden er drie al op 25 maart in mijn schuur, maar dat was abnormaal vroeg). En er is meer spektakel. Tussen 16 en 25 april kunnen we vallende sterren zien, de Lyriden. Dit is een meteorenzwerm die deel uitmaakt van de staart van de komeet Thatcher (geen familie van Margaret) en voor het laatst in 1861 in de buurt van de aarde kwam.

Getty Images


Drie kleuren judaspenning
In drassige weilanden bloeien deze maand de pinkster­bloemen, en als de pinksterbloemen bloeien, vliegt de oranjetip, een vlinder die zijn eitjes op pinksterbloem, look zonder look, en judaspenning legt.

Judaspenning is een makkelijke plant om de voorjaarstuin mee op te fleuren. Je hebt drie kleurvariaties: lila, donker paarsrood en wit. Judaspenning is tweejarig. Zaai het zaad in augustus of september direct in de tuin. En maak eens een combinatie met roze of blauwe boshyacinten. De bollen daarvan moeten in oktober de grond in. Judaspenning hoef je meestal maar eenmaal in je leven te zaaien; daarna zaait de plant zichzelf uit. En ook van boshyacinten krijg je er steeds meer.

Klein maar fijn
Onder bomen en struiken bloeien eind deze maand de bosanemonen. Het bekendst is de gewone witte, maar er bestaan ook lavendel­blauwe variëteiten, zoals ‘Robinsoniana’. Anemone ranunculoides is knalgeel. Koop bosanemonen in potjes en niet als wortelstok, want de wortelstokjes drogen te snel uit, en verwen ze met een laagje bladaarde.

Speenkruid wordt meestal als onkruid ­beschouwd, maar in combinatie met blauwe bosanemonen valt er goed mee te leven.
Er zijn zelfs tuiniers die speenkruid verzamelen, zoals ‘Brazen Hussy’ (met chocolade­bruin blad) of ‘Flore Pleno’ (met gevulde bloemen). Er bestaan zeker twintig bijzondere variëteiten.

Natte voeten
Op vochtige plaatsen in de tuin bloeit ­Darmera peltata, een plant waarvan het blad sprekend lijkt op een omgekeerde paraplu. De roze bloemen verschijnen voordat het blad zich ontwikkelt. Een prachtige bladplant waar slakken niet dol op zijn. Plant de wortelstokken oppervlakkig, want die kruipen over de grond, en niet eronder.

Diezelfde vochtige plaatsen zijn ideaal voor kievitsbloemen (Fritillaria meleagris), zomer­klokjes (Leucojum aestivum) en Camassia, een bolgewas uit Noord-Amerika. Plant de bollen in september en oktober zodra ze ­arriveren van de bollenleverancier. Dit zijn bloembollen die liefst zo kort mogelijk uit de grond zijn. Tegenwoordig worden veel bloembollen in potjes gekweekt. Die kun je deze maand kopen; duurder dan losse bollen, maar ook met een grotere kans van aanslaan.

Getty Images


Tulpen en magnolia’s
April is de tulpenmaand. Meestal worden tulpen in blokken van één kleur geplant. Plant straks in november eens alle kleuren door elkaar voor een tulpencarnaval. Veel tulpen bloeien maar eenmaal. Goede herbloei krijg je bij ‘Spring Green’, ­‘Negrita’ en ‘Queen of Night’, om er een paar te noemen. Tulpen houden van kalk. Geef op zand- en veengrond ieder jaar een handjevol kalk en strooi dat in het vroege voorjaar.

In april bloeien ook de meeste magnolia’s. Als ze in een pot zijn opgekweekt, kunnen ze nu nog worden geplant. Het kiezen van een magnolia is altijd weer een gok, want de bloemen kunnen bevriezen en niets is lelijker dan een boom vol bruine bloemen. Wie de gok niet aandurft, kan beter een laatbloeiende magnolia kiezen, bijvoorbeeld Magnolia wilsonii. Die blijft klein en bloeit in juni. De kleinste magnolia is overigens de stermagnolia (Magnolia stellata). Je zou hem zelfs in een grote kuip op het terras of het balkon kunnen houden.

Groenten zaaien
En dan is er nog de groentetuin. Sommige groenten kun je beter in potten of bloembakken kweken dan in de volle grond. Voorbeelden zijn tomaten, aubergines en courgettes. Zaai ze binnen in een bloempot op de vensterbank en verplant de jonge planten bijtijds naar kleine individuele potjes. Het is een kwestie van timing. Als je in de eerste week van april zaait, zijn de planten half mei groot genoeg om naar buiten te gaan.

Checklist april
Sluit de buitenkraan weer aan en maak sproeiers gebruiksklaar.
Schaf knielkussens of kniebeschermers aan.
Plaats een compostbak en een regenton; daar ga je de komende maanden veel plezier van hebben.
Zet alvast de planten­steunen bij planten die straks hulp nodig hebben om overeind te blijven.
Geef hagen een speciale meststof.
Zaai eenjarige planten zoals kattensnor, dille, eenjarige klaprozen en juffertje-in-het-groen. Is het zaad erg fijn, meng het dan met zand.
Geef kuipplanten een langwerkende meststof die voldoende is voor het hele seizoen. Kuipplanten kunnen tegen het einde van de maand naar buiten, maar dek ze wel af met vliesdoek in koude nachten en haal ze binnen als het vriest. Ze hoeven niet ieder jaar verpot te worden. Ververs wel ieder jaar zo mogelijk het bovenste laagje grond.
Plant aardbeien in de tuin op rijtjes en op het balkon in hangmanden of speciale aardewerken aardbeipotten.
Plant grijsbladige planten zoals lavendel, rozemarijn en heiligenbloem. Geef na het planten van vaste planten, struiken of bomen altijd ruim water, zelfs als het regent.
Bind clematis en andere klimplanten aan.
Haal blad en planten­resten uit de vijver. Geen vijver? Zet een drinkschaal in de tuin om vogels te lokken.
Tegen het einde van de maand kun je zomerbollen zoals dahlia’s, knol­begonia’s, ranonkels en gladiolen planten.


Dit artikel is eerder verschenen in Plus Magazine april 2018. Nog geen abonnee van Plus Magazine? Abonnee worden doet u in een handomdraai