Het is tijd voor de grande finale: de mooiste laatbloeiers. Romke van de Kaa tipt zijn favorieten en geeft praktische adviezen.
Mei en oktober zijn misschien wel de mooiste maanden van het jaar. In mei is het jaar nog nieuw. Het blad is fris en heeft wel vijftig schakeringen van groen. Maar er is vaak zo veel werk dat je nauwelijks tijd hebt om van de tuin te genieten. Nee, dan liever oktober: de mist die ’s morgens moeizaam optrekt, de slome wespen op een rottende peer en de vlinders die zich met gespreide vleugels aan de tegels van het terras warmen. Oktober is een maand van tevredenheid. Je kuiert door de tuin en knikt eens vriendelijk naar de hemelsleutels en de herfstasters die in volle bloei staan en knipt een feestelijk boeket in geel, paars en oranje van de dahlia’s die eindeloos doorbloeien.
Parelwitte herfstanemoon
Wie in de nazomer ten volle van de tuin wil genieten, moet zich in zijn beplantingsplannen concentreren op laatbloeiers. Die zijn er genoeg. De meeste zijn geel, maar zelfs voor geelhaters is er voldoende te vinden. Parelwit zijn de bloemen van Anemone x hybrida ‘Honorine Jobert’, met een jeugdige frisheid die eerder aan mei doet denken dan aan oktober. Priller kan het nauwelijks in het plantenrijk. Honorine Jobert heeft komvormige bloemen aan dunne maar stevige stengels van een meter lengte. Het blad blijft laag bij de grond en is aardig, maar niet sprekend. Wie Honorine Jobert in bloei ziet, komt in de verleiding om er maar meteen een stuk of tien te kopen. Dat is niet verstandig. Deze anemoon is wel winterhard, maar kun je beter in het voorjaar dan in de herfst planten.
Japanse wasbloem
Kirengeshoma palmata is een van de weinige Japanse planten met een Japanse naam. Japanse wasbloem wordt de plant ook wel genoemd, naar de wasachtige textuur van de bloemen. Kirengeshoma palmata is een indrukwekkende schaduwplant, met esdoorn-achtig blad dat je eerder aan een boom dan aan een vaste plant zou verwachten, en met knikkende bloemen die botergeel van kleur zijn – een tint die ook voor mensen met een afkeer van geel acceptabel is. Misschien zijn de kogelronde bloemknoppen nog wel leuker dan de bloemen zelf. En ook na de bloei zorgt de Kirengeshoma voor vertier, met zaaddozen die op satellieten lijken: bollen voorzien van antenne-achtige sprieten.
Fijn voor de vlinders
Vernonia crinita is een statige plant die – afhankelijk van de standplaats – meer dan twee meter hoog kan worden. Hoe warmer de standplaats, hoe hoger de plant. Hoge planten moeten vaak met bamboestokken en touw voor omvallen worden behoed, maar bij Vernonia is dat niet nodig. De plant staat stram rechtop, als iemand die een lintje krijgt opgespeld. Hij bloeit met paarse schermen waarop de vlinders nectar verzamelen, lang nadat de vlinderstruiken zijn uitgebloeid.
Zuid-Afrikaanse vijverplant
Laatbloeiers die de laatste tijd als vijverplant carrière maken zijn de verschillende soorten Schizostylis. Schizostylis werd vroeger ook wel kafferlelie genoemd, totdat dit woord politiek incorrect werd. Het is een lastige plant. Hij is afkomstig uit Zuid-Afrika en vraagt daarom het omgekeerde van wat wij kunnen bieden: natte zomers en droge winters. Gebruik hem daarom niet als waterplant, maar plant hem droog. Met een flink winterdek wil hij dan meestal wel door de winter komen. De komvormige bloemen van ‘Viscountess Byng’ zijn roze; die van Schizostylis coccinea ‘Major’ satijnachtig rood.
Dol op schaduw
De meeste laatbloeiers houden van zon, maar er zijn uitzonderingen, zoals de eerder genoemde Kirengeshoma. Een tweede is Saxifraga fortunei, een steenbreeksoort met een rozet van rond, vlezig blad, en schuimige witte bloeiwijzen van zo’n 40 cm hoog. ‘Rubrifolia’ heeft rood blad en is de meest gekweekte variëteit, maar de gewone groenbladige versie oogt vrolijker en frisser, zeker in de schaduw.
Siergrassen
In oktober zijn siergrassen op hun mooist. De halmen van het reuzenpijpenstrootje Molinia ‘Transparant’ buigen gracieus over. De ragfijne aren van Panicum – vingergras – tillen een gewoon bosje bloemen op naar een boeket met allure. En de dikke aren van Pennisetum, het lampenpoetsersgras, blijven maandenlang mooi.
Struiken vol rozenbottels
Oktober is ook de maand van bessen en bottels. De rimpelroos, Rosa rugosa, heeft bottels als kleine tomaten in rood en oranje. Een grote struikroos, Rosa moyesii, pronkt met flesvormige oranje bottels: schitterend in combinatie met de paarse besjes van de Callicarpa. Ook de rambler rozen die in juni bloeiden, zoals ‘Kiftsgate’ en ‘Wedding Day’, hebben nu enorme tuilen kleine rode knikkertjes.
Cyclamen, salvia's en saffraan
In oktober bloeien de tuincyclamen, Cyclamen hederifolium. Daarna volgen de wat kleinere Cyclamen coum. Je kunt deze cyclamen jarenlang in een grote bollenschaal in leven houden. ’s winters kunnen ze buiten blijven, maar haal ze bij meer dan vijf graden vorst voor de zekerheid even naar binnen. In de volle grond is er geen probleem, maar in een schaal kunnen de knollen bevriezen.
Subtropische Salvia’s in felle kleuren uit Mexico zijn de laatste jaren razend populair geworden. In de tuin zijn ze net wel, of net niet winterhard. Als kuipplant zijn ze onmisbaar in de herfst. Haal ze ’s winters naar binnen en zet ze koel en vorstvrij weg. Houd ze aan de droge kant: eenmaal per drie weken een scheut water is genoeg.
Een leuk bolgewas is de saffraankrokus, Crocus sativus. Plant tien bolletjes in een platte bollenschaal en je geniet in het najaar van wel honderd bloemen. Desgewenst knip je de roodoranje stampers met een schaartje uit de bloemen. Zo oogst je je eigen saffraan. Als de bollen zijn uitgebloeid kun je de schaal buiten laten; zet hem wel droog weg en leg er fijnmazig gaas over tegen de muizen, die net zo veel van krokussen houden als wij.
Bloemen tot in november
De laatste van alle laatbloeiers is Serratula seonii, een soort veredeld knoopkruid, met een eindeloos vertakkende groeiwijze en helder lilaroze bloemhoofdjes tot eind november. In de zomer zou je er misschien geen tweemaal naar kijken, maar in oktober en november is Serratula de prinses van de border.