Het is belangrijk regelmatig Windows 10 te updaten. Updates bevatten veiligheidsverbeteringen, correcties van fouten in Windows en soms nieuwe onderdelen.
Windows 10 updates worden gewoonlijk al regelmatig automatisch geïnstalleerd. Maar soms is het handig om zelf te controleren of er een nieuwe update is en die te laten installeren. Dat komt bijvoorbeeld van pas als je merkt dat je computer niet helemaal goed werkt. Een Windows update kan dan soms het probleem oplossen.
Na het installeren van de update moet de computer meestal opnieuw opgestart worden. Dat kan meteen of later. Bij het opnieuw opstarten wordt de update definitief geïnstalleerd en geactiveerd. Let erop dat je voor het updaten geopende bestanden opslaat en geopende programma’s sluit. En zet nooit de computer uit tijdens het opnieuw opstarten bij de update.
Update gebruikstijden aanpassen
Als je er na het installeren van een Windows update voor kiest om later de computer opnieuw op te starten, houdt Windows 10 rekening met de gebruikstijden. Dit zijn de tijden waartussen je de computer gewoonlijk gebruikt. Je kan deze gebruikstijden zelf instellen, zodat Windows pas na die tijd opnieuw opstart om een update te installeren.