De Kledingbank Zeeland, een instelling op christelijke grondslag, mag een vrijwillige winkelmedewerker niet afwijzen vanwege het feit dat zij geen christelijke achtergrond heeft.
Dit blijkt uit een uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens. De vrouw had belangstelling om als vrijwilliger bij de Kledingbank Zeeland te werken. Een medewerker vertelde haar dat zij, als niet-christen, alleen achter de schermen in het sorteercentrum zou kunnen werken. De Kledingbank is christelijk en winkelmedewerkers moeten geloofsvragen kunnen beantwoorden, en daarom kunnen niet-gelovigen of mensen met een ander geloof alleen achter de schermen werken. De vrouw beschouwde dit als discriminatie en stapte naar het College voor de Rechten van de Mens.
Christelijke teamleider
Het College vindt het wezenlijk en legitiem dat de christelijke Kledingbank alleen christelijke vrijwilligers in de winkel wil. Wezenlijk, omdat christelijke vrijwilligers eventuele geloofsvragen van klanten kunnen beantwoorden. Het is legitiem, want de eis houdt verband met de grondslag van de Kledingbank. Het is echter niet gerechtvaardigd, want er is ook altijd een teamleider in de winkel aanwezig. Van deze teamleider wordt een positief christelijke levensovertuiging verwacht plus een lidmaatschap van een kerk. Er is dus altijd iemand in de winkel voor eventuele geloofsvragen. De kledingbank heeft daarom niet aangetoond dat medewerkers christelijk dienen te zijn en daarom is de vrouw op grond van godsdienst gediscrimineerd.
- Mensenrechten