Wat is waar en wat niet?
Naarmate je ouder wordt, neemt de flexibiliteit van de ogen af. Je hebt meer moeite om te focussen op dingen die dichtbij of juist ver weg zijn. Niet gek dat 95 procent van de Nederlanders van 50 jaar en ouder een bril nodig heeft. Bijna de helft van hen kiest voor een varifocale bril. Toch bestaan over deze brilsoort veel onduidelijkheden. 6 feiten en fabels over varifocale brillen.
Uit onderzoek blijkt dat de meeste 50-plussers een varifocale bril (47 procent) hebben, gevolgd door de leesbril (37 procent) en de bril voor veraf (28 procent), die ook worden gecombineerd. Over varifocale glazen doen veel mythes de ronde. Wat is waar en wat niet?
1. Je moet je ogen de tijd geven om te wennen aan een varifocale bril
Waar. Doordat in een varifocale bril de verschillende sterktes naadloos in elkaar overlopen, moeten je ogen én hersenen wennen. Het is eigenlijk een andere manier van kijken en daarom kan het even duren voordat je optimaal ziet. In het begin lijkt het misschien alsof je op het water loopt en kan het lastig zijn om afstanden goed in te schatten, bijvoorbeeld met traplopen en autorijden. Gelukkig leren je ogen snel welk deel van de bril optimaal is voor bepaalde afstanden. Voor sommige mensen is een paar dagen genoeg om te wennen, terwijl anderen daar drie weken voor nodig hebben. Wel is het belangrijk om je bril zo vaak mogelijk te dragen en niet op te geven. Bij het laten aanmeten van een varifocale bril kan de opticien je adviseren hoe je hier het beste aan kunt wennen.
2. Je kunt je ogen trainen door geen leesbril te gebruiken
Niet waar. Iedereen krijgt vroeg of laat te maken met afnemende oogflexibiliteit. Helaas kan je die flexibiliteit niet trainen. Hoeveel wortels je ook eet. Het is dus vooral voor jezelf ongemakkelijk om geen leesbril of varifocale bril te dragen. Je ogen worden hier niet beter van.
3. Als je bijziend bent, hoef je nooit een leesbril
Niet waar. Het klopt dat je alles van dichtbij goed kunt zien als je bijziend bent. Maar soms lijken je armen te kort als je iets wilt lezen. Daarom zetten mensen vaak hun bril af, omdat de letters dan groter lijken. Dit leest alleen niet gemakkelijk en is vaak inspannend. Om prettig te kunnen lezen, bieden varifocale glazen uitkomst.
4. Bij een varifocale bril is het leesgedeelte onzichtbaar
Waar. Bij een multifocale of varifocale bril zijn de overgangen tussen de verschillende sterktes vloeiend. Je kan dus niet zien waar het leesgedeelte in de bril zit. Bij een bifocale bril is dit juist wel goed zichtbaar.
5. Bij varifocale contactlenzen zit het leesgedeelte altijd aan de onderkant
Niet waar. Bij varifocale contactlenzen zitten de leesdelen in de meeste gevallen rondom de lens. De leessterktes zitten in een soort van onzichtbare ringen ingeslepen en je kijkt dus door beide sterktes tegelijk. De hersenen filteren dan automatisch het scherpste beeld eruit. Het voordeel is dat je er ook boven je hoofd mee kunt lezen in tegenstelling tot een bril en bifocale contactlenzen, omdat het leesgedeelte rondom zit. Zeker voor bepaalde beroepen, zoals apothekersassistentes die veel boven hun hoofd moeten lezen, is dit een erg handige oplossing.
6. Varifocale glazen passen het beste bij een klein montuur
Niet waar. Bij een groter montuur met ruime glazen is er meer ruimte voor de verschillende sterktes en vloeiende overgangen daartussen. Bij Specsavers zijn er meer dan 1.000 monturen geschikt voor varifocale glazen.