Wat ooit normaal was, is in de loop der jaren behoorlijk sleets geworden. Mijn leven was even voorspelbaar als het ritme van eb en vloed. Moeder was altijd thuis en zat na school klaar met thee en een biscuitje (kaakje, noemden we dat). Het avondeten bestond uit aardappels, groenten, vlees en op vrijdag werd er soep getrokken uit een mergpijpje.
Je at wat de pot schafte en als je iets niet lustte moest je het tóch opeten. Maar op je verjaardag was er een snoepschaal met vettig glimmende dropveters, bazooka-kauwgom en toverballen zo groot als een pingpongbal. En voor de volwassenen stonden er sigaretten klaar in een mooi zilveren doosje. Je vader zag je niet veel. Hij leidde een schaduwbestaan dat zich vooral buitenshuis afspeelde.
Dat gaf verder niet, je wist niet beter. En als hij er wél was, was het zaterdagochtend en poetste hij de schoenen. Kinderen die vragen werden overgeslagen en als grote mensen praten, houden kleine mensen hun mond. Je moeder kon alles. Ze breide maillots (die kriebelden héél erg) en naaide een nieuwe overgooier. Opeens was er zwart-wit televisie. ’s Avonds zat je, tanden gepoetst en in pyjama, met je broertje en zusje ademloos naar het grijze testbeeld te kijken.
Een kwartier lang, tot De Fabeltjeskrant begon.
Lenny Langerveld is al vele jaren redacteur bij Plus Magazine. Zij is hoofd van de rubriek Mens & Samenleving en schrijft regelmatig over zaken die haar opvallen in de media en het nieuws.
Reactie toevoegen