Ik was niet meegegaan met het groepje vriendinnen dat een vakantie op een Grieks eiland had geboekt. “Je hebt echt wat gemist”, zeiden ze toen ze terug waren, “we hadden twee appartementen naast elkaar, er was een zwembad met een bar en de zee was ook maar tien minuten lopen bij ons vandaan.” Ze beschreven het palmenstrand, de prachtige fietstocht door het binnenland en de leuke boulevard. Een droomreis, daar waren ze het over eens.
Ik bleef hangen in dat woord, droom. Er is deze zomer veel gedroomd. Op de televisie spraken Olympische medaillewinnaars van een droom die was uitgekomen. Er waren nog meer droomvakanties waarvan ik foto’s te zien kreeg. En in een interview in een tijdschrift werd aan een oude schrijfster gevraagd of ze nog dromen had. “Ach nee”, antwoordde ze schouderophalend, “ik heb tóch geen tijd om ze uit te voeren.” Een droom is dus iets moois dat jou nog te wachten staat. Intussen droomt iedereen in zijn slaap, elke nacht, wel vier tot zeven keer, al vergeten de meeste mensen wat ze hebben gedroomd. Alleen de laatste droom, vlak voor je wakker wordt, blijft je soms bij. Die is lang niet altijd leuk.
“Mijn dromen zijn afschuwelijk”, zei een man in het ontmoetingscentrum voor ouderen, “alles gaat altijd fout, ik kan mijn auto niet terugvinden, ik verdwaal in een stad, ik ben mijn schoenen kwijt, of er is een enge vent die me naar het leven staat.” “Ik droom van mijn familie”, vertelde een vrouw, “dat zijn ook geen leuke dromen. Ik heb een vervelende zus. Die is er dan en ze is weer eens ergens boos om.” “Gebeurt dat in het echt ook?” vroeg ik. “Nee”, antwoordde ze, “zij vindt mij ook niet leuk. Wij zien elkaar alleen op verjaardagen en dan ontlopen we elkaar een beetje.''
Zelf droom ik vaak dat ik in een auto zit maar niks kan zien door de voorruit. En ik ben altijd de weg kwijt in de stad. Dat is in het echt ook nog wel eens het geval, ik heb een slecht gevoel voor richting. Een man vertelde dat hij vaak droomt dat hij weer eindexamen moet doen. “Houdt dat nou nooit eens op?” denkt hij bij het ontwaken. Hij is 78.“Ik had vannacht een rare droom”, zei een man die tot nu toe niets had bijgedragen aan de conversatie. “Ik zat op een piratenschip. Ze hadden me vastgebonden en gooiden me van de loopplank.”
Het brein houdt ’s nachts opruiming, dromen uitleggen is onzin
Toen begonnen de droomduidingen en luisterde ik niet meer zo goed. Ik heb ooit in de studie psychologie geleerd dat het brein ’s nachts opruiming houdt en alle informatie sorteert en weggooit. Dromen uitleggen is onzin. Of die theorie nog geldt, weet ik niet. Ik vroeg het aan een psychiater. Die haalde zijn schouders op. “Ik weet het niet, ik vraag nooit naar dromen. Maar voor die man die almaar eindexamen moet doen, heb ik wel nieuws: je droomt alleen over examens waar je voor geslaagd bent.”
Yvonne Kroonenberg (72) is schrijver en psycholoog. Ze schrijft maandelijks in Plus over relaties in brede zin.
Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.
Reactie toevoegen