Column voor 8 maart: Internationale Vrouwendag
Redacteur Lenny Langerveld zou Vrouwendag graag vieren, maar vindt het vooral iets om tóch even bij stil te staan.
Vrouwendag. Mijn tuinbroek heb ik jaren geleden ritueel verbrand, maar toch blijft die datum betekenisvol. 41 procent van de Nederlandse vrouwen is ooit slachtoffer geweest van fysiek geweld: van duwen en slaan tot wurgen of doodsteken. Bijna de helft. Terwijl Nederland in de top 5 staat van beste landen wereldwijd voor vrouwen om in te wonen. Mijn hemel, hoe gaat het er in die andere landen dan aan toe?
Mijn leven was zonder geweld. Maar dat gaat niet vanzelf. Als vrouw ben je gewend te koorddansen tussen vrij zijn en behoedzaam zijn. Ja, ik fiets op alle tijden van de nacht naar huis. Dat kán, in Nederland. Maar lopend zou ik het niet doen. En ik heb makkelijk praten: met mijn langwerpige gestalte en lijzige vormen gestoken in een duffe jas, zie je pas als ik voorbijgeraasd ben dat ik géén man ben.
Terwijl ik dit schrijf, borrelt er een naargeestige herinnering op. Ik ben 13. Loop met een vriendin in het winkelcentrum. Een groepje jongens passeert. Leeftijdgenoten. Zonder iets te zeggen slaat één van hen zijn vuist keihard tussen mijn borsten. De jongens lopen door, ik onderdruk een schril gejammer, want ik wil niet dat dit gebeurd is.
Nu, vijftig jaar later, is het nog altijd een plek die pijnlijk is, niet aangeraakt wil worden. Zo gaat het dus met cijfers. Die zeggen niet altijd alles.