Meester Frank Visser: 'Als de vriendschap je lief is, kan je geld beter schenken dan lenen'

Van geld uitlenen aan je vrienden komt te vaak gedoe

Frank Visser
Plus Magazine

Piet F. leende een paar jaar geleden een  flink bedrag uit aan zijn vriend Ronald P: €10.000. Dat was geen goed idee, want van geld uitlenen aan je vrienden komt te vaak gedoe. Vooral als die vriend niet kan of wil terugbetalen. Dan ben je niet alleen je geld kwijt, maar ook je vriend. Daarom zeg ik altijd, dat je het geld beter kan schenken, als de vriendschap je lief is. Een beetje vriend betaalt dan later alsnog terug, maar dit terzijde.

Televisiepersoonlijkheid mr. Frank Visser (72) geeft elke maand een kijkje in de keuken van de rechtspraak.

Hoe dan ook, Piet leende  het geld uit aan Ronald, die het nodig had om een auto te kopen. Het geld zou binnen een jaar worden terugbetaald, maar daar kwam volgens Piet niets van terecht. Ronald werd voor de kantonrechter gedagvaard. Betalen zou hij!

Ronald reageerde furieus. Volgens hem was het geld allang terugbetaald, maar wilde Piet hem, na een akkefietje tussen hun beider echtgenotes, een kunstje flikken. Als bewijs van betaling toverde hij een kwitantie tevoorschijn, die Piet onder­tekend zou hebben. En die handtekening kwam inderdaad erg overeen met die op het paspoort van Piet, dat hij desgevraagd aan de kantonrechter liet zien. Daarom liet de rechter Piet tijdens de hoorzitting nog wat handtekeningen zetten. Die kwamen op het eerste gezicht ook sterk  overeen met de handtekening  onder de kwitantie.

“Niets van waar”, wist Piet. “Die handtekening is vervalst. Ik heb nooit en te nimmer een kwitantie ondertekend.” Wat volgde  was een emotionele welles-nietesdiscussie, die niet tot een oplossing leidde. Tja, wie moest de kantonrechter nu geloven?

De wet biedt daarvoor een oplossing. ‘Wie stelt moet bewijzen’ luidt het adagium. Die hoofdregel geldt ook voor een betwiste handtekening. Wie zich daarop beroept moet de echtheid daarvan bewijzen. Maar hoe gaat dat dan in de praktijk? De rechter benoemde een schriftdeskundige, die de echtheid van de handtekening zou beoordelen. Dat gebeurt via een vergelijking tussen de betwiste handtekening en een aantal niet-betwiste handtekeningen, zoals die door Piet tijdens de hoorzitting waren gezet. De deskundige kwam tot de conclusie dat het waarschijnlijker was dat de handtekening vals was, dan dat deze echt was. Wat betekende dat dan concreet?

Als de vriendschap je lief is, kan je geld beter schenken dan lenen

Schriftkundigen hanteren zes gra­daties: even waarschijnlijk, iets waarschijnlijker,  waarschijnlijker, veel waarschijnlijker, zeer veel waarschijnlijker en extreem veel waarschijnlijker. Dat leverde niet de vereiste zekerheid op, vond Ronald. ‘Waarschijnlijker’ zegt toch weer niet zoveel. De betwiste handtekening kon net zo goed echt zijn. De deskundige was kennelijk niet zo zeker van zijn zaak. Ronald wilde daarom op zijn minst het voordeel van de twijfel krijgen.

In een strafzaak was hij daarmee waarschijnlijk wel weggekomen. Elke redelijke twijfel werkt daar in het voordeel van de verdachte. Maar in een civiele zaak, zoals die tussen Piet en Ronald, is dat onvoldoende. Ronald had de bewijslast van zijn stelling, dat de handtekening op de kwitantie echt was. Nou, dan kom je er niet met een deskundige die concludeert dat het waarschijnlijker is dat de handtekening vals is, dan dat hij echt is. Ronald verloor dus het proces en moest betalen.

Is dat niet oneerlijk, als die handtekening toch echt was? Dat was toch zeker niet uitgesloten? Helaas, dat is nu eenmaal hoe het civiele bewijsrecht werkt.

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.

Reactie toevoegen

Comment

  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.