Verhalen uit de oorlog
Eduard Maurits Louis Spetter kwam uit een Joodse familie, waarvan de meeste leden tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. Zijn zoons vertellen over hun vader, zijn ervaringen als onderduiker en de invloed van de Holocaust op hun leven.
Terwijl het grootste deel van zijn familie werd opgepakt, dook Eduard Spetter in 1942 onder in Rotterdam. Hij overleefde de oorlog, trouwde en kreeg drie zoons.
Voor Eduard Spetter en zijn familie begon de oorlog met het bombardement op Rotterdam. Daar verloren hij en zijn familie veel van hun bezittingen: meerdere panden, waar zij hun winkels en ateliers hadden. Het familiebedrijf werd hervat op een andere locatie in Rotterdam, maar door de toenemende verboden voor Joodse mensen, kreeg de familie Spetter het steeds moeilijker.
Eduard Spetter dook onder in het huis van de bedrijfsleider van de winkels. Samen met hem en zijn dochter startten zij een bedrijfje waar ze hoeden vervormden. Hier namen ze hoeden die eerder door het familiebedrijf aan winkels geleverd waren, onder handen om ze weer mooi te maken. Overdag werkte Eduard mee in het bedrijf, ’s avonds sliep hij in een geheime ruimte op zolder. Dit heeft hij tot het einde van de oorlog volgehouden.
Door de grote vraag naar gereviseerde hoeden, moest een werkneemster in dienst genomen worden. De dochter van de bedrijfsleider waar Eduard ondergedoken zat, had een vriendin in het verzet, Cornelia Lahousse. Toen zij begon met werken in het hoedenbedrijf, leerden zij en Eduard elkaar kennen en werden verliefd.
Na de oorlog ging Eduard in Duitsland op zoek naar zijn familie, maar alle familieleden zijn – voornamelijk in Auschwitz – vermoord. Na bekering tot het katholicisme, trouwde hij met de vrouw die hij tijdens de oorlog leerde kennen. Een van hun zoons, Ed, vertelt over zijn vader.
Zoektocht naar de Joodse identiteit
Ed en zijn broers Eliezer en Maurice worden rooms-katholiek opgevoed. Toch laat de Joodse identiteit hen niet los. Zeker Eliezer niet, die al op jonge leeftijd onderzoek doet naar zijn Joodse achtergrond. Deze zoektocht bracht hem naar het Israëlische Shiloh, waar hij al meer dan 20 jaar woont met zijn vrouw Chava en hun vier kinderen.
Eliezer vertelt over zijn zoektocht naar de Joodse identiteit. Geëmotioneerd deelt hij het verdriet dat hij niet zoals zijn vader kon zijn. Maar ook vertelt hij over de bekering van zijn vader, die dat voor een belangrijk deel deed om zijn kinderen te beschermen: bescherming tegen een herhaling van de Holocaust, of zoals de Joden dat noemen: de Shoah. Eliezer is, zoals hij ooit iemand hoorde zeggen, ‘een vrucht van de Shoah’. Nog steeds beheerst de Holocaust zijn leven; het heeft zijn identiteit bepaald.
Over Stichting Oorlogsverhalen
Stichting Oorlogsverhalen wil verhalen uit de oorlog, zowel uit Nederland als uit de Nederlandse (voormalige) Overzeese Gebieden, vastleggen voor het grote publiek om de bijzondere herinneringen aan de oorlog levend houden.