Etalagebenen: hoe komt het en wat is eraan te doen?

Stilstaan door de pijn: net doen alsof je in de etalage staat

etalagebenen
Getty Images

Stukje lopen, even blijven staan tot de pijn is weggetrokken, weer een stukje lopen… In de volksmond heet dit etalagebenen vanwege het net-alsof in een etalage kijken terwijl je noodgedwongen stilstaat. Goed nieuws: je kunt er vanaf komen.

Vaak begint vasculaire pijn, de medische term voor etalagebenen, met vermoeide benen en pijn in de kuiten na een langer stuk lopen. Hierdoor worden de wandelingen steeds korter, tot ten slotte vijftig meter eigenlijk al te veel is. Even stilstaan dan maar, de pijn laten wegzakken en weer verder lopen. Deze aandoening, die vaatchirurg dr. Willemien van de Water perifeer vaatlijden noemt, heeft een grote impact op het dagelijkse leven. Niet alleen doordat je minder gaat bewegen, ook door de pijn zelf. Maar Van de Water, die werkt bij het Hart- en Vaatcentrum van het Maastricht UMC, denkt in oplossingen: “Er is heel veel wat we kunnen doen, zeker sámen met de patiënt.”

Hoe zorgt perifeer vaatlijden voor pijn bij bewegen?

“Het ontstaat door toenemende vaatvernauwingen in de benen. De bloedvaten vernauwen of gaan helemaal dicht door aderverkalking. Op het moment dat er een vernauwing of verstopping zit in het bloedvat richting je been, komt er te weinig bloed en dus te weinig zuurstof in het been. Als je gaat lopen, hebben de spieren in de benen meer zuurstof nodig. Maar die zuurstof komt er niet, of te weinig, door die verstopping.

Sommige mensen krijgen last van hun benen na een kilometer, anderen al na vijf minuten

Wanneer het pijn gaat doen, hangt ervan af hoe ernstig dat zuurstoftekort is. Sommige mensen hebben pijn na een kilometer lopen, anderen al na vijf minuten of na vijftig meter. Het hang ervan af hoeveel bloed er in de spieren van de benen terechtkomt. Mijn patiënten omschrijven die pijn vaak als een gevoel van verzuring. Het voelt alsof je aan het hardlopen bent en net te lang doorgaat. De pijn zit meestal in de kuiten, soms in de bovenbenen.”

En als je stopt met lopen?

“Als je stil blijft staan verdwijnt de pijn binnen een of twee minuten. Daarna kun je doorlopen tot de pijn weer terugkomt. Dat stilstaan verbloemen mensen soms door te dralen voor een etalage. Daar komt de term etalagebenen vandaan, zoals de aandoening ook wel wordt genoemd.”

Kun je ook pijn hebben als je níet beweegt?

“Perifeer vaatlijden is er van mild tot ernstig. In het beginstadium, het ‘milde’ stadium, kun je na een paar kilometer lopen last krijgen. Als het ernstiger is, treedt de pijn sneller op. Soms zelfs zo snel dat je maar een paar meter kunt lopen. De volgende fase is dat je pijn hebt in rust, of als je in bed ligt. Als je ligt werkt de zwaartekracht minder mee om bloed naar de benen en voeten te krijgen. Sommige patiënten vertellen dat ze ’s nachts een been uit bed moeten laten hangen tegen de pijn, of ze staan even op. Die rustpijn is een nare pijn die slecht reageert op pijnstillers.

Een ander stadium is dat je wondjes krijgt die niet overgaan, meestal aan de voet. Dat komt doordat er niet genoeg zuurstof bij de wond komt. Dat zie je als eerste bij de tenen. Als er een verstopping zit in de bloedvaten van het been of bekken, komt er minder bloed en zuurstof bij de tenen omdat die het verst verwijderd zijn van het hart.”

In een volgende fase kunnen je benen ook pijn doen in rust of als je in bed ligt

Wat is de impact van etalagebenen en rustpijn?

“Mensen kunnen niet meer doen wat ze graag zouden willen. Als ze werken, kunnen ze soms hun normale werkzaamheden niet meer uitvoeren omdat het niet meer lukt om ergens naartoe te lopen. Maar ook dagelijkse activiteiten worden lastig, zoals een rondje supermarkt of vrienden bezoeken. Mensen die altijd een actief sociaal leven hebben gehad, komen ineens veel meer thuis te zitten. Maar ook de chronische pijn die zij ervaren heeft veel impact. Mensen kunnen er niet goed door slapen. En als het verloop ernstig is of als er een infectie optreedt bij wondjes die niet genezen, kan het zelfs zo zijn dat een voet of been geamputeerd moet worden. Gelukkig gebeurt dat niet vaak en kunnen we het meestal door middel van behandelingen en sámen met de patiënt voorkomen."

Hoe stellen jullie de diagnose?

“Patiënten worden door de huisarts verwezen naar het Hart- en Vaatcentrum vanwege pijn bij het lopen, omdat ze pijn in rust hebben of omdat er sprake is van wondjes. Wij stellen vragen over de klachten en doen lichamelijk onderzoek. Ik kijk eerst naar de benen, check of ik bloedvaten voel kloppen. Daarna volgt een doorbloedingsonderzoek, dan bekijken we hoe de doorbloeding in de enkel is en in de armen. Als je vaten gezond zijn, is de doorbloeding in de enkels namelijk hetzelfde als in de armen. Is de doorbloeding minder goed, dan geeft het onderzoek aan hoe slecht deze is. We brengen de bloedvaten ook in beeld met een CT- of MRI-scan en een duplexonderzoek dat meet hoe snel het bloed stroomt. Zo kunnen we zien hoeveel verkalking er is en hoe lang de verstopping is. De uitgebreidheid van die verstopping komt trouwens niet altijd overeen met de ernst van de klachten. Soms zie ik scans waarbij ik verbaasd ben dat mensen nog rondlopen. Doordat hun klachten geleidelijk zijn ontstaan, is het lichaam gaan compenseren. Er is dan bijvoorbeeld een verstopping van de hoofdslagader, maar de kleinere slagaderen zorgen toch voor voldoende doorbloeding. Maar ook dan heeft de patiënten uiteraard behandeling nodig.”

Wat houdt de behandeling in?

“Die begint vaak met een looptraining. Onder begeleiding van een fysiotherapeut gaan patiënten de loopband op en dwingen zichzelf om door de pijn heen te lopen. Als je dat vaker doet, gaan in het lichaam andere bloedvaatjes openstaan. Je kunt het zo zien: de snelweg A12 tussen Den Haag en Utrecht zit dicht, maar dan kun je een autoweg in de buurt, de N11, wat breder maken. Als mensen goed door de pijn heen lopen, gaan de kleinere bloedvaten eromheen verder open. Dat compenseert dan de verstopping in de hoofdslagader, de A12. Vaak kunnen mensen al snel veel verder lopen zonder hinderlijke klachten. De looptraining duurt drie maanden, soms langer.”

Is er naast de looptraining ook medicatie nodig?

“Ja, het andere deel van de behandeling is cardiovasculair risicomanagement. De bloeddruk moet onder controle komen en de cholesterol mag niet te hoog zijn. We schrijven vaak ook bloedverdunners voor zodat het bloed makkelijker bij de voeten terechtkomt. Maar het állerbelangrijkste is wat mensen zelf kunnen doen: hun leefstijl veranderen. Aderverkalking kan voor een deel door erfelijke aanleg komen, maar is vooral gerelateerd aan leefstijl. Boosdoeners zijn een hoge bloeddruk en een hoog cholesterol. Roken, ongezond eten en weinig bewegen hebben daar invloed op. Roken is de grootste boosdoener, vaatpijn is echt een rookziekte. Bijna al mijn patiënten roken of hebben gerookt. Wij bespreken dus ook altijd het gunstige effect van stoppen met roken.”

Stoppen met roken is lastig, zeker als je pijn hebt…

“Dat klopt. Stoppen met roken is het belangrijkste wat mensen zelf kunnen doen, maar tegelijkertijd ook de moeilijkste leefstijlverandering. Het is een verslaving. Ik zie mensen die in hun tienerjaren zijn begonnen met roken en rond hun 50ste bij mij komen. Zij hebben dertig jaar gerookt, wat stoppen heel moeilijk maakt. En dan zijn er inderdaad de pijn en de stress die bij de ziekte komen kijken. Maar als het lukt om te stoppen, is het resultaat van de behandeling zó veel beter. Het effect is duurzamer, de looptraining en de behandeling met medicijnen houden langer stand. Als iemand goed voor zijn of haar bloedvaten gaat zorgen, gaat het meteen stukken beter.”

Wat als de looptraining en de leefstijlverandering niet genoeg resultaat heeft?

“In dat geval, óf als er rustpijn is en er wondjes zijn, hebben we twee opties: een operatie of een dotterbehandeling. Je kunt het namelijk vergelijken met een doorbloedingsprobleem bij hart. Dotteren is minimaal invasief, het kan in dagbehandeling onder lokale verdoving. We maken het bloedvat dan open met een ballon en plaatsen als het nodig is een stent om te zorgen dat het open blijft. Om in de verkeersvergelijking te blijven: als de A12 dicht is, probeer je die weer open te maken.De andere optie is een operatie, bijvoorbeeld een bypass. Dan maken we een omleiding met een eigen vat of een kunstvat. Je legt dus eigenlijk een nieuwe snelweg om de dichte A12 heen. Tijdens de operatie begin je waar het vat nog goed is en je eindigt de omlegging waar het bloedvat weer goed open is. Zo werk je om de verstopping heen.”

Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen wat betreft de behandelingen?

“Vooral als het gaat om dotteren komen er steeds nieuwe middelen op de markt die helpen om de bloedvaten open te krijgen en te houden. Er zijn betere stents dan enkele jaren geleden, stofzuigertjes en boortjes om de bloedvaten schoon te maken, ballonnen die we in de vaten brengen met medicijnen erop zodat het vat minder snel weer dichtslibt. De technische ontwikkelingen gaan ongelofelijk snel. Tegenwoordig combineren we dotteren en opereren vaak ook in één behandeling.’’

Maakt dat het werk extra interessant?

“Wat het vooral leuk maakt, is dat ik elke patiënt een behandeling op maat kan bieden. De ernst van de klachten en de locatie van de verstoppingen bepalen natuurlijk wat we precies gaan doen, maar daarnaast heeft iemand van 60 jaar die verder nog gezond is vaak een andere behandeling nodig dan iemand van 85 die kwetsbaar is, of minder actief. Er wordt een persoonlijk plan gemaakt en vervolgens gaan we samen aan de slag: het ziekenhuis met de behandeling, de patiënt met de looptraining met fysiotherapie en de verandering in leefstijl.De positieve kant van een leefstijlziekte is dat mensen een grote rol in hun eigen behandeling kunnen spelen. Ze kunnen hun leefstijl aanpassen en zelf hun situatie verbeteren. Het is fijn om zo samen met de behandeling bezig te zijn. Dat maakt dit voor mij het leukste vak dat er bestaat.”

Hoe reageren patiënten als de behandeling aanslaat?

“Stel je voor: je kunt maar 50 meter lopen en hebt veel pijn, maar na een dotterbehandeling en leefstijlverandering kun je weer onbeperkt wandelen. Dat heeft enorm veel invloed. Mensen kunnen weer door de supermarkt lopen, gewoon een ommetje maken, op de kleinkinderen passen… Voor veel patiënten voelt het alsof ze herboren zijn.”

Dr. Willemien van de Water is vaatchirurg in het Hart- en Vaatcentrum van het Maastricht UMC met perifeer vaatlijden als speciaal aandachtsgebied. Daarnaast is ze actief in de Europese Vereniging voor Vaatchirurgie en coauteur van de Europese richtlijn voor de behandeling van patiënten met etalagebenen.

Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Gezond maart 2025. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

Auteur 
Bron 
  • Plus Gezond