Ouderen die na een hartstilstand gereanimeerd worden en dat overleven, komen daar meestal ongeschonden of met een lichte neurologische stoornis uit. De gedachte dat ouderen na reanimatie meestal als een “kasplantje” verder moeten leven, is dan ook onjuist.
Dat blijkt uit een onderzoek van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Het onderzoek weerspreekt daarmee dat een reanimatie een oudere per definitie meer slecht dan goed doet. De onderzoekers van het AMC bekeken de data van bijna zevenhonderd mensen tussen de 70 en 80 jaar oud en 633 mensen ouder dan 80 jaar die gereanimeerd waren na een plotselinge hartstilstand buiten het ziekenhuis. Het overgrote deel overleefde de hartstilstand overigens niet.
Levenstestament
In een recente richtlijn van onder meer huisartsen staat dat zij tijdig met kwetsbare oudere patiënten het gesprek moeten aangaan over wat te doen in geval van een hartstilstand: reanimeren of niet. Deze medische wensen worden tegenwoordig steeds vaker in een levenstestament/medische volmacht opgekomen.
- ANP