Zo kreeg ik mijn vrijheid terug

Henny Planting
Paul Tolenaar

Drie Pluslezers vertellen over de eerste keer dat ze met een stoma, rollator of traplift te maken kregen. Ze wilden er niet aan, maar toen het eenmaal zover was, betekende hun hulpmiddel ook een hernieuwde vrijheid. “Ik voel me een ander, geruster mens.”

Henk Landegent (68) uit Schiedam heeft een rollator

“Als je net als ik de spierziekte SCA-3 hebt, wordt je motoriek heel langzaam, maar gestaag minder. Vanaf mijn 59ste kwam dat naar voren. Het is een erfelijke ziekte; mijn moeder had het ook en mijn broer zit al enige tijd in een rolstoel. Tot voor kort kon ik me goed behelpen met een wandelstok. Bijna een jaar geleden vond mijn begeleider op het revalidatiecentrum de wandelstok niet langer verantwoord. Ik kon meer steun gebruiken en kwam in het stadium dat ik een rollator nodig had. Dat was een heel confronterende boodschap. Lichamelijk was ik er misschien wel aan toe, maar in mijn hoofd was die rollator nog een te grote hobbel. Hij heeft wekenlang onaan­geroerd in huis gestaan. De eerste keer dat ik de moed vatte om ermee naar buiten te gaan, had ik het idee dat iedereen naar me keek. Dat was natuurlijk helemaal niet waar, het was gewoon een denkbeeld.

Zelf let ik er ook niet op bij anderen, waarom zouden zij dat wel doen? Bovendien loopt zo’n beetje de halve wereld achter zo’n ding. Nu ik om ben, zie ik er ook de voordelen van. Het geeft me meer stabiliteit en mensen houden meer rekening met me. Onze kleindochter vindt mijn rollator ook heel normaal; sterker nog, we doen regelmatig wedstrijdjes als zij met haar driewielertje langskomt. Inmiddels heb ik er een tweede rollator bij, eentje die licht en goed wendbaar is. De eerste kocht ik zonder me erin te verdiepen. Ik zat nog in de ontkennende fase en wilde zo snel mogelijk die winkel uit. Pure struisvogelpolitiek waar je alleen jezelf mee hebt. Nu ben ik blij dat er zoiets als een rollator bestaat. Zonder zou ik achter de geraniums zijn beland en daar ben ik nog lang niet aan toe.”

Getty Images

Henny Planting (77) uit Schagen heeft een stoma

“Mijn darmproblemen ontstonden toen er een poliep uit mijn baar­moeder werd weggehaald. Tijdens die operatie werden mijn darmen ­zodanig beschadigd dat ze zwaar ­ontstoken raakten. Ik was doodziek en viel kilo’s af. Uiteindelijk werd ­voorgesteld om een groot stuk van de darmen weg te halen, inclusief de endeldarm. Dat betekende dus een stoma. Daar schrok ik enorm van. Na alle ellende kreeg ik dat er ook nog eens bij. De arts raadde me aan om met een stomaverpleegkundige te gaan praten. Zij liet mij het materiaal zien en dat is gelukkig niet meer zoals ik me van vroeger herinnerde. Toen was het stug materiaal en hoorde je altijd over lekkages en nare geuren. Dat is nu verleden tijd en dat gaf me moed. Daar komt bij dat ik al mijn ­leven lang moeilijk mijn ontlasting kan ophouden. Ik ging altijd gespannen op stap, constant zoekend naar ­plekken waar ik naar de wc kon gaan.

Volgens de arts zou een stoma voor mij extra winst zijn, maar op dat ­moment voelde dat natuurlijk ­helemaal niet zo. De eerste keer dat ik met mijn stoma naar buiten ging, schoot automatisch de vertrouwde angst naar boven: wat als ik nodig moet? Oh, de opluchting toen ik me realiseerde dat ik me nergens ­zorgen over hoefde te maken, dat het gewoon werd opgevangen! Dat gaf me zoveel zelfvertrouwen dat ik nu meer durf dan ooit. Ik kan lange wandelingen maken, fitnessen en ­einden fietsen. Ik zwem zelfs elke week! De eerste keer was ik heel bang voor lekkage in het zwemwater, maar er gebeurde niets. Je zag de stoma ook helemaal niet zitten onder mijn badpak. In het begin verwisselde ik het zakje twee tot drie keer per dag, nu spoel ik ’s morgens en ben ik de rest van de dag praktisch schoon. Ik voel me een ander, ­geruster mens met mijn stoma.”

 

Getty Images

Hans de Graaf (72) uit Spijkenisse heeft een traplift

“Tijdens een vakantie in Zwitserland merkte ik dat ik de kracht niet meer had om de berg op te wandelen. Dat was me nog nooit overkomen. Ik ben altijd sportief geweest, heb jarenlang gevoetbald en getafeltennist. Niets wees erop dat ik een ziekte onder de leden had die mij deed veranderen van een gezonde man in iemand die overal hulp voor nodig had. Het ­begon met een wandelstok, maar al snel had ik een rollator, scootmobiel en traplift nodig. Na lang onderzoek was bij mij de ziekte van Bechterew geconstateerd, een reumatische ontstekingsziekte. Tegen de tijd dat ik die diagnose kreeg, waren mijn beide heupkoppen al zo aangetast dat ze vervangen moesten worden. De ­ortho­-peed vertelde me dat ik nooit meer normaal zou lopen. Maar ik ben een optimistisch mens en kijk graag naar wat ik nog wél kan. Ik ben dolblij dat er hulpmiddelen zijn zoals die traplift. Ik kon zonder dat ding alleen maar naar boven als ik me met mijn armen op de trapleuning naar boven hees.

’s Avonds lukte het me niet meer om naar boven te komen, dat was erg ­verdrietig. We zijn dit jaar vijftig jaar getrouwd, het voelt heel akelig om gescheiden te moeten slapen. Ik heb negen maanden beneden in een ­sta-opstoel geslapen voordat de ­traplift er kwam. De eerste keer dat ik weer naar boven kon, was voor mezelf en zeker ook voor mijn vrouw heel emotioneel. We hebben allebei staan huilen. Eindelijk konden we weer ­samen in ons eigen bed slapen. Ik voel me weer thuis in mijn eigen huis. En dankzij de traplift hoeven we dit huis, waar we zo verknocht aan zijn, niet te verruilen voor een flat. We kunnen nu weer leven zoals eerst.” 

Deze hulpmiddelen krijgt u in 2022 vergoed: www.plusonline.nl/hulpmiddel2022