Van prehistorie tot renaissance
Maak een tijdreis op de mooiste eilanden van de Middellandse Zee: Corsica, Sardinië en Sicilië. Van prehistorische opgravingen tot ruïnes uit de tijd van de Grieken en Romeinen en hoogtepunten van de renaissancearchitectuur; deze eilanden zijn een must voor de cultuurliefhebber.
Corsica: een mengelmoes van invloeden en culturen
Ondanks de rijke geschiedenis van het eiland, kennen we Corsica vooral als de geboorteplaats van Napoleon Bonaparte. Verschillende plekken op het eiland herinneren u aan een van Frankrijks beroemdste heersers, die zich graag liet afbeelden als een Romeinse keizer: van plaatsnamen tot torenhoge standbeelden en monumenten.
Krijgers uit de prehistorie
De geschiedenis van Corsica gaat echter vele eeuwen verder terug. De oudste sporen van bewoning dateren uit 6500 v.Chr. Net als omliggende eilanden werd Corsica in de Prehistorie bewoond door krijgersstammen.
Op welke manier precies is niet duidelijk, maar het staat in ieder geval vast dat de stammen op de verschillende eilanden contact hadden met elkaar: op de Balearen, Sardinië en het zuiden van Corsica zijn torens uit de bronstijd teruggevonden die duidelijk door elkaar beïnvloed zijn. Een interessante archeologische vindplaats is Filitosa. Bij deze versterkte nederzetting zijn opmerkelijke menhirs gevonden met de beeltenis van mensen.
Buitenlandse invloeden
Met de komst van diverse groepen Griekse kolonisten begon voor Corsica een lange periode van culturele beïnvloeding. De Feniciërs stichtten hier de stad Calaris, het huidige Aléria. Na de Feniciërs was het eiland korte tijd in handen van opeenvolgend de Etrusken en Carthagers, waarna het werd ingelijfd bij het Romeinse Rijk.
De zichtbaarste invloed hebben de Italiaanse republieken Pisa en Genua gehad op het eiland. Na een korte periode van achtereenvolgend Germaanse, Frankische, Moorse en nogmaals Frankische heerschappij kwam het eiland in handen van Pisa. Dit heeft tot op de dag van vandaag duidelijke sporen nagelaten. Zo is het Corsicaans nauw verwant aan het Toscaans en zijn veel huidige plaatsnamen afkomstig uit deze periode. Ook staan verspreid over het eiland nog veel kerken in de opvallende Pisaans-Romaanse bouwstijl. Mooie voorbeelden zijn de Église de la Trinité et de San Giovanni en de San Michele de Murato.
Na zo’n tweeëneenhalve eeuw veroverde de republiek Genua het eiland op Pisa. Vooral langs de kust zijn nog sporen van het Genuese tijdperk terug te vinden: de Genuezen bouwden een omvangrijk stelsel van forten en torens voor de kustverdediging, de Genuese Torens.
Sardinië: Nuraghi en de Klassieken
De geschiedenis van Sardinië kent veel gelijkenissen met die van Corsica. Ook op dit eiland hebben diverse culturen en beschavingen hun sporen nagelaten. Maar waar Corsica vooral bezienswaardigheden uit de Middeleeuwen, de renaissance en de Napoleontische tijd kent, zijn de meeste monumenten op Sardinië veel ouder.
Steen- en Bronstijd
De oudste vondsten van bewoning komen nog uit de Steentijd. De uitgedoofde vulkaan Monte Arci was destijds een van de belangrijkste bronnen van obsidiaan – een vulkanisch glas. Hiervan maakten de bewoners van Sardinië speerpunten en snijwerktuigen.
Overal op het eiland vindt u Nuraghi, de torens uit de Bronstijd die ook op Corsica en de Balearen zijn aangetroffen. De torens zijn overblijfselen van de Nuraghische beschaving, de vroegere bewoners van Sardinië. Zij hebben ook diverse necropolen achtergelaten; er zijn er zo’n 800 opgegraven. Naar schatting zijn er zo’n 6.500 Nuraghi overgebleven; erg bijzonder, aangezien ze gebouwd zijn van losse opgestapelde stenen. De bekendste Nuraghi zijn:
- Su Nuraxi (UNESCO Werelderfgoed) bij Barumini.
- Monte d'Accoddi bij Porte Torres.
- Santu Antine bij Torralba.
- La Prisgiona bij Arzachena.
Feniciërs en Puniërs
Na de Nuraghische beschaving vormden de Feniciërs de belangrijkste bewoners van Sardinië. Vanwege de gunstige ligging van het eiland was het een belangrijke locatie voor hun handel met landen rond de Middellandse Zee. Hierna kwamen respectievelijk de Puniërs en de Romeinen aan de macht. Opvallend is dat veel archeologische opgravingen Fenicische en Punische overblijfselen tonen. Vanwege de welvarende handel van deze twee culturen, waren de steden op Sardinië goed ontwikkeld en hebben de Romeinen deze na hun verovering van het eiland grotendeels deel intact gelaten.
Indrukwekkende archeologische locaties waar de Fenicische en Punische bouwwerken nog te zien zijn, vindt u bij Tharros, Nora, Bithia, Antas en Monte Sirai.
Van Byzantijns tot Romaans-Toscaans
Na de val van het West-Romeinse Rijk ging Sardinië een roerige tijd tegemoet. Zo viel het eiland een tijdlang onder het Byzantijnse Rijk. De verschillende Byzantijnse kerken, zoals de Santa Sabina, herinneren nog aan deze invloed. Na een mislukte Moorse poging om het eiland te veroveren, kregen de republieken Pisa en Genua veel invloed op Sardinië. De beroemdste kerk van het eiland is gebouwd in de Romaans-Toscaanse stijl, de Basilica della Santissima Trinità di Saccargia.
Sicilië: Brandpunt van de Middellandse Zee
De centrale ligging in de Middellandse Zee heeft zijn sporen nagelaten op Sicilië. Verschillende culturen hebben het landschap en de steden van de punt van de Italiaanse laars beïnvloed: van de oude Grieken en Romeinen tot Moren en Normandiërs.
Magna Graecia
Bij de stad Agrigento zijn de sporen van de Grieken nog goed te zien. Zij stichtten deze stad rond het jaar 581 v.Chr. als Akragas. Nog geen twee eeuwen later werd het grootste deel van de stad verwoest door de Carthagers. De restanten van Akragas liggen in de Vallei van de Tempels en vormen tegenwoordig een van de belangrijkste restanten van de architectuur van Magna Graecia, het door de Grieken gekoloniseerde Zuid-Italië en Sicilië. Ook bij Gela, Himera en Selinunte en Syracuse liggen indrukwekkende archeologische opgravingen.
Na een roerige periode van Griekse overheersing en oorlogen tussen de verschillende steden, verrees in Italië een nieuwe grootmacht: het Romeinse Rijk. In de derde eeuw voor Christus, tijdens de Eerste Punische Oorlog, veroverden de Romeinen het eiland. Twee van de mooiste restanten aan het Romeinse tijdperk op Sicilië zijn een Romeins aquaduct en de Villa Romana del Casale bij de plaats Piazza Armerina. Vooral de mozaïeken van deze villa zijn prachtig.
Na de val van het West-Romeinse Rijk werd Sicilië korte tijd overheerst door Germaanse stammen, waarna het eiland in de 6de eeuw werd veroverd door en ingelijfd bij het Byzantijnse Rijk. Achtereenvolgens was het eiland in handen van de Moren, de Normandiërs en het Heilige Roomse Rijk. Uniek is de samensmelting van de kenmerkende bouwstijlen van deze culturen tot één uniforme stijl, de Arabisch-Normandische kunststijl. Mooie voorbeelden zijn de Dom van Monreale en het Palazzo dei Normanni in Palermo. Vooral bij de Dom van Monreale zijn de verschillende invloeden goed zichtbaar, zowel aan de façade als aan het interieur met de indrukwekkende mozaïeken.
In de Val de Noto, en met name de steden Noto en Ragusa hebben de Spanjaarden duidelijk invloed gehad op de architectuur. Veel gebouwen zijn hier in de stijl van de Siciliaanse barok gebouwd. Deze stijl ontstond toen Sicilië onder Spaans bewind viel.