Vispastei met paksoi

• Warm de oven voor op 200 °C.
• Pel de ui en snijd hem klein.
• Breng 200 ml water met een kwart van de ui, het laurierblad en de selderij aan de kook. Leg de visfilet hier in en laat de vis tegen de kook aan in ca. 5 minuten gaar worden.
• Neem de vis uit de pan en verdeel de vis in stukjes.
• Snijd 3 boterhammen in repen en leg ze weg. Schep over de rest van het brood wat van het stoofvocht.
• Maak de tomaten schoon en snijd ze in stukjes.
• Fruit de rest van de ui in 1 eetlepel olie glazig. Stoof de stukjes tomaat kort mee.
• Druk het vocht uit het brood.
• Neem de pan met ui en tomaat van het vuur en roer er het geweekte brood, de stukjes vis en de kappertjes door.
• Maak het op smaak met peper. Doe dit over in een ovenvaste schaal.
• Klop het ei los.
• Bedek het gerecht met de repen brood en schenk het ei erover.
• Laat de pastei in de hete oven in ca. 20 minuten heet en bruin worden.
• Maak de paksoi schoon en snijd de groente in repen.
• Roerbak de paksoi in de rest van de olie gaar en serveer het bij de pastei.

Ingrediënten over?

Selderij:
Bewaar selderij tussen velletjes nat keukenpapier onderin de koelkast nog ongeveer 4 dagen. 

Kappertjes:
Gebruik een schone lepel of vork om de kappertjes uit de pot te nemen. Dit voorkomt besmetting met bacteriën en schimmels. Een geopende pot kappertjes is in de koelkast nog ongeveer een maand houdbaar. Kappertjes zijn ook lekker in een salade en op brood met plakjes tomaat, komkommer of radijs.