'Laten we ons meer bekommeren om elkaar'

Getty Images

Het kan iedereen gebeuren: een partner valt weg, het werk houdt op of de gezondheid laat het afweten. Eenzaamheid ligt dan op de loer. “We hebben anderen nodig om een gelukkig leven te leiden”, legt hoogleraar eenzaamheid Anja Machielse uit.

Kunnen we eenzaamheid oplossen? 

 “Daar geloof ik niet in. Eenzaamheid hoort bij het leven. Iedereen heeft dagen, of weken, van eenzaamheid; meestal gaat het vanzelf weer over. Ieder mens kan in kwetsbare situaties terechtkomen. Als mensen ouder worden, stapelen de risico’s zich op. In mijn huidige leerstoel bij de Universiteit van Humanistiek is dat het uitgangspunt: hoe kunnen mensen zich meer bekommeren om elkaar, zodat kwetsbaardere mensen niet buiten de boot vallen?” 

De overheid helpt steeds minder, moet het allemaal uit onszelf komen?  

 “De overheid gaat er steeds meer van uit dat we langer thuis wonen. Als er hulp nodig is, volgt eerst de vraag: zijn er mantelzorgers in de buurt? De straat was vroeger echt een gemeenschap waarin mensen elkaar kenden, maar tegenwoordig staan de mensen in de buurt niet vanzelfsprekend meer voor je klaar. Met name in de steden vinden veel mensen het juist prettig om autonoom te zijn. Wanneer je veel dingen niet meer kunt, zul je het toch in je nabije omgeving moeten zoeken, en dat is lastig. Die spanning, tussen aan de ene kant zelfstandig je leven leiden en aan de andere kant die behoefte aan betekenisvolle relaties, is de kern van mijn tweede, nieuwe leerstoel ‘Humanisme en sociale weerbaarheid’ die in januari 2020 begint.” 

Wat kun je doen als je hulp nodig hebt?

“Als je bijvoorbeeld weinig mensen in de buurt kent, kun je je aanmelden voor een maatjesproject. Je wordt dan gekoppeld aan een vrijwilliger, die op bezoek komt of met je op stap gaat. Maar houd de verwachtingen laag. Een diepgaande vriendschap zoals met je partner of een overleden vriend, heeft investeringen gekost. Je hebt veel gedeelde herinneringen, je hebt elkaars ontwikkeling meegemaakt. Dat kan niet zomaar door een nieuw contact worden ingevuld.” 

Uit uw onderzoek blijkt dat maatjesprojecten niet altijd goed werken.

“Het lukt de vrijwilligersorganisaties niet altijd om een goed maatje te vinden. De oudere zegt bijvoorbeeld dat hij iemand zoekt voor een wandeling in de buurt. Maar als de vrijwilliger op de stoep staat, blijkt dat de oudere vooral binnen wil zitten en dingen wil delen die hij liever niet aan de kinderen vertelt. Het blijkt lastig te verwoorden waar je echt behoefte aan hebt. Vaak ontdek je dat pas in contact met het maatje. Mensen durven dan vaak niet te zeggen dat ze niet tevreden zijn over het maatje. ‘Ik heb maar ja gezegd, ze doen zo hun best voor mij, en ik wil ze niet teleurstellen’, hoor ik dan achteraf als onderzoeker.” 

Projecten tegen eenzaamheid zijn goed bedoeld, maar helpen ze ook?

“Bij veel organisaties heerst nog het idee dat gezelschap voldoende is tegen eenzaamheid. Gezelschap kan een afleiding zijn, om eenzaamheid niet te voelen. Maar het gemis van een betekenisvolle relatie is er niet mee op te lossen. Ik sta nog steeds verbaasd als ik zie hoeveel projecten worden bedacht waarbij ontmoetingen worden georganiseerd. Er zijn veel mensen die een goed functionerend netwerk hebben, maar die toch eenzaam zijn. Als je partner na vijftig jaar huwelijk wegvalt, blijf je het gemis voelen, ondanks vrienden en kinderen. Dat is wat anders dan mensen die hun hele leven al moeite hebben om relaties aan te gaan 
of vast te houden. Deze mensen met een geïsoleerd leven zijn mijn grootste fascinatie.”

Wat zijn dat voor mensen?

“Dit zijn mensen die echt geen persoonlijk netwerk hebben. Sommigen kunnen prima een praatje maken in een winkel, maar ze durven anderen niet te vertrouwen. Sociale competenties ontwikkel je in je jeugd en die oefen je op school of op het werk. Je leert jezelf aanpassen, zonder jezelf geweld aan te doen. Deze mensen hebben geen sociale antenne die aangeeft wat wel en niet kan in relaties. Ze zijn vaak teleurgesteld en gekwetst, dat is heel pijnlijk en een logische reden om persoonlijke contacten zo veel mogelijk uit de weg te gaan. In elke werkkring is wel iemand die het functioneel prima doet maar waarbij je je wel afvraagt: heeft deze persoon überhaupt wel een sociaal leven? Als zij ouder worden, en met pensioen gaan, krijgen ze behoefte aan een vangnet. Ze hebben doorgaans geen behoefte aan mensen die proberen om hun leven te veranderen en nieuwe contacten te leggen. Dat gaat niet meer, het is daarvoor te laat. Mijn nieuwe leerstoel gaat niet alleen over de aanpak van eenzaamheid bij ouderen, maar ook over sociale weerbaarheid in het algemeen. Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen voldoende sociale competenties hebben om een goed netwerk te onderhouden? Hoe kun je voorkomen dat ze in die negatieve spiraal terecht komen?”

Het advies is vaak: zoek een aantal jongere of oudere vrienden. Dat helpt tegen eenzaamheid

“Klopt, maar ik geloof niet dat het zo werkt. Ik ken mensen van allerlei generaties, maar mijn beste vrienden zijn mensen van mijn eigen leeftijd. Ik zag het in mijn onderzoek naar wooncomplexen voor 55-plussers. Wat je daar zag, is dat de vijftigers niet omgingen met de tachtigers. De vijftigers hadden hun eigen netwerk buiten het huis, en kwamen daar wonen met oog op de toekomst. Dat mengde niet met de tachtigers. Er werden sociale activiteiten verzonnen om de contacten onderling te verbeteren, maar die werden soms stiekem weggehaald uit de lift. De jongere bewoners schaamden zich als vrienden die op bezoek kwamen, zagen dat ze in zo’n complex woonden.”

Word je eenzamer als je geen kinderen hebt?

“Ik heb zelf geen kinderen. Net als veel anderen moet ik er tijdig over nadenken: wat betekent dat voor mij als ik later kwetsbaarder word? Heb ik voldoende vrienden voor emotionele steun en wat is de kwaliteit van mijn netwerk? Het is van jongs af aan belangrijk om je daar bewust van te zijn en op voor te sorteren. Overigens, ook mensen met kinderen rekenen er tegenwoordig niet meer op dat die voor hen zullen zorgen als ze ouder zijn. Kinderen wonen over het land verspreid en hebben vaak drukke banen; wat kun je daarvan verwachten?”

Bij eenzaamheid kun je ook diepere vragen krijgen. Wat heeft mijn leven voor zin?

“Ik noem dat levensvragen. Hoe kijk ik terug op mijn leven? Heb ik de juiste dingen gedaan? Heb ik spijt van dingen? Wat kan ik nog? Als je ouder bent, zul je je er vaak bij neer moeten leggen dat dingen zijn gegaan zoals ze zijn gegaan. Mensen hebben behoefte aan een gevoel van coherentie in hun leven, een rode draad of een levensverhaal. Eenzaamheid hangt vaak samen met die behoefte aan zingeving. Bij het omgaan met levensvragen kun je hulp krijgen. Je kunt een maatschappelijk werker zoeken, of naar een welzijnsorganisatie gaan in de gemeente. Er zijn bijvoorbeeld speciale vriendschapscursussen voor vrouwen van 50 tot 60 jaar die weduwe zijn geworden, of gescheiden zijn. Zij hebben nog volop mogelijkheden op hun leeftijd.”

Er worden kerstdiners georganiseerd voor eenzame ouderen. Helpt dat?

“Voor veel eenzame mensen is de donkere periode rond de kerst heel moeilijk. Het is fijn dat daar aandacht voor is.  Het is wel een moeilijke periode voor iedereen, omdat je dan relaties mist die je bent verloren.”

Wat kun je in het nieuwe jaar doen om minder eenzaam te worden?

“Bouw aan een goed sociaal netwerk en een goed gevoel van eigenwaarde. Als je hulpbehoevend wordt, is het goed om te bedenken: ik ben niet minder waard. We zijn allemaal afhankelijk van elkaar. We hebben allemaal anderen nodig om onze keuzes te maken en een gelukkig leven te leiden. Je nuttig maken is verder erg belangrijk. Ik hoorde laatst van een 100-jarige mevrouw die elke dag bij haar tien jaar jongere, maar minder vitale, buurvrouw langsging. Ze sneed de boterhammen in blokjes voor haar. Zij voelde zich daardoor nuttig. ‘Als mijn buurvrouw er niet meer zou zijn, dan was mijn leven nutteloos’, zei ze. Gewoon omdat ze het gevoel kreeg: ‘ik doe ertoe’. Het is een menselijke behoefte om ergens bij te horen en ertoe te doen.” 

Auteur