Met DNA-sporen worden steeds vaker misdrijven opgelost. Dus waarom zou je het niet van alle Nederlanders opslaan? Wat vindt u van deze stelling? Stem en reageer!
100.000 DNA-profielen zitten momenteel in de databank van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag. Dat zijn 72.000 profielen van mensen die bij een misdrijf betrokken zijn geweest en zo’n 38.000 DNA-sporen die zijn ontdekt op de plaats van het delict.
„Hoe meer DNA-profielen er in de databank zitten, hoe meer misdrijven je kunt oplossen. Dat is evident”, zegt Tjark Tjin-A-Tsoi, de directeur van het NFI. De databank is een ’daverend succes’, vindt hij: per week heeft het NFI in 2008 gemiddeld 80 matches gevonden die bewijs kunnen leveren in nog onopgeloste zaken. Met een DNA-bank zou bijvoorbeeld de dader van de moord op Els Borst eerder gevonden zijn.
Bezwaren
Maar er kleven ook nogal wat praktische bezwaren aan een nationale databank. „Wat doe je bijvoorbeeld met toeristen en buitenlandse zakenlui? Als je het DNA van alle Nederlanders hebt, kun je daarmee nog geen misdrijven oplossen die door iemand gepleegd zijn die tijdelijk in ons land verbleef.” Hoogleraar klinische en forensische toxicologie Donald Uges is tegenstander van een DNA-databank waarin ieders profiel zit. „Je betrekt dan veel te gemakkelijk mensen in een onderzoek die niets met het misdrijf te maken hebben”, zo waarschuwt hij.
Wat vindt u?
Is een DNA-databank een goed idee? Of is het te privacy-gevoelig? Breng rechtsboven dit artikel uw stem uit, en reageer! >>