Wat is waar?
Hoewel de helft van de bevolking er eentje heeft, valt er nog genoeg over de vagina te leren. Bestaat er een standaardmodel, kunt u er een tampon in kwijtraken en hoe houdt u haar gezond? Acht feiten en fabels over het vrouwelijk geslachtsorgaan toegelicht.
1. De vagina bestaat uit meerdere onderdelen
Dat is niet waar. De vagina is alleen het inwendige deel van het geslachtsorgaan. Het is een buisvormige, elastische structuur tussen de baarmoeder(hals) en de buitenkant van het lichaam. Het uitwendige deel, dus de schaamlippen, clitoris en uitgang van de urinebuis, heet vulva. Als we het over de vagina hebben, bedoelen we wel vaak zowel het inwendige als de zichtbare onderdelen van de vrouwelijke geslachtsdelen.
2. Vagina’s poetsen zichzelf
Een feit. De vagina heeft een groot zelfreinigend vermogen. Het milieu in de vagina heeft een zuurgraad waarbij de meeste ziektekiemen niet kunnen overleven. Wassen met zeep of speciale middelen is dan ook niet nodig. Zeep en flink boenen verstoort de zuurgraad juist, waardoor u meer risico loopt op infecties.
3. Alle vrouwen hebben er één
Dat geldt niet voor alle vrouwen. Elk jaar komen er in Nederland vier meisjes ter wereld zonder vagina en baarmoeder, omdat ze lijden aan het MRK-syndroom. Ze hebben wel uitwendige geslachtsdelen en eierstokken. Soms zit er een kuiltje op de plek waar een vagina zou moeten zijn.
Deze aangeboren afwijking komt vaak pas in de puberteit aan het licht, omdat dan opvalt dat de menstruatie uitblijft. Sommige vrouwen met het MRK-syndroom kiezen ervoor om operatief of met behulp van staafjes een vagina te creeëren.
4. Ze zien er allemaal anders uit
Absoluut een feit, een standaardmodel vagina bestaat niet. Ze zijn allemaal verschillend, net als andere lichaamsdelen. Een vagina is zo’n 6 tot 12 centimeter diep. In opgewonden toestand kunnen er nog een paar centimeters bijkomen. De breedte varieert en kan tijdens een bevalling enorm oprekken. Ook de buitenkant ziet erbij iedereen anders uit. Schaamlippen bestaan in allerlei vormen en maten. Bij veel vrouwen zijn de ‘kleine’ schaamlippen groter dan de ‘grote’, maar bij andere vrouwen zijn ze amper zichtbaar.
5. Veel afscheiding wijst op een infectie
Fabel. De een produceert van nature meer afscheiding dan de ander. Wat een normale hoeveelheid vaginale afscheiding is, is dus lastig te zeggen. Gedurende de cyclus verandert de hoeveelheid bovendien. Zo heeft u er tijdens de eisprong en vlak voor de menstruatie vaak wat meer last van.
Verandert de geur, kleur of hoeveelheid ineens heel erg? Of is deze bloederig, terwijl u niet ongesteld bent? Heeft u buikpijn, jeuk of een branderig gevoel bij het plassen? Dan kan er wel iets aan de hand zijn en is een bezoek aan de huisarts aan te raden.
6. Vaginale klachten zijn zeldzaam
Helaas is dat een fabel, maar liefst vier op de vijf vrouwen hebben wel eens last van vaginale klachten. Bijvoorbeeld jeuk, irritatie of afwijkende afscheiding. Daarbij heeft ruim 60 procent van de vrouwen wel eens een vaginale schimmelinfectie gehad, zo bleek uit een onderzoek.
7. Trainen verbetert het orgasme
Feit. Bij seks spelen de bekkenbodemspieren een belangrijke rol. Als u opgewonden bent of klaarkomt, trekken ze onbewust ritmisch samen. Weet u waar ze zitten, dan kunt u ze tijdens het vrijen expres aanspannen om de opwinding te verhogen. Daarnaast lijkt er een verband te zijn tussen de kracht van het samentrekken en de intensiteit van orgasmes.
Met bekkenbodemoefeningen traint u uw bekkenbodemspieren. Deze oefeningen noemen we ook wel kegeloefeningen, naar de gynaecoloog Arnold Kegel die ze bedacht heeft.
8. U kunt een tampon kwijtraken
Niet echt, want hij kan nergens heen. Een tampon past niet door de baarmoedermond en kan dus onmogelijk in de baarmoeder belanden. Een vergeten tampon en het touwtje kunnen wel een eindje doorschuiven. Zeker als u een tampon laat zitten tijdens seks of nog een tweede inbrengt.
Zo’n ‘kwijtgeraakte’ tampon is een broeinest voor bacteriën en moet je dus zo snel mogelijk verwijderen. Persen terwijl u gehurkt zit, kan helpen om hem eruit te krijgen. Of voel voorzichtig met twee schone vingers of u hem kan pakken. Lukt dat niet, ga dan naar de huisarts. U bent echt niet de eerste die met dit gênante probleem aanklopt.
- WebMD