Nederlandse banken hebben een nieuwe serie toetsingscriteria opgesteld om te bepalen hoeveel geld ze klanten geven wanneer deze slachtoffer worden van spoofing of helpdeskfraude. Nieuwe uitgangspunt: 100% van de schade wordt vergoed, tenzij het slachtoffer medeplichtig is aan fraude, een eerdere vergoeding heeft ontvangen of niet wil meewerken met eigen onderzoek van de bank.
Zo op het oog lijkt het nog altijd coulant, die 100% dekking, maar er zijn dus wel randvoorwaarden. Als de bank vermoed dat het slachtoffer in kwestie heeft meegewerkt aan de oplichting, krijgt hij of zij niets. Ook moet het slachtoffer meewerken aan een eventueel onderzoek van de bank, en deze vergoeding krijgt met maar één keer: bij een tweede geval van oplichting krijgt het slachtoffer niets meer.
Slachtoffers die meerdere specifieke of gerichte boodschappen, waarbij ze door de bank voor fraude of fraudeurs gewaarschuwd werden hebben genegeerd krijgen ook niets. Of slachtoffers die zonder zich vragen te stellen of contact op te nemen met de bank grote bedragen onder verdachte omstandigheden overboeken naar meerdere buitenlandse banken.
De schade als gevolg van bankhelpdeskfraude bedroeg in 2020 26,7 miljoen euro. Banken hebben die schade voor meer dan 96 procent van de klanten vergoed.
