Een camper is een motorrijtuig. Wie een camper van een ander leent en iets in het woongedeelte van de camper beschadigt, kan daarom geen beroep doen op de aansprakelijkheidsverzekering.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid. Een vrouw leent de camper van haar ouders. In de camper is een hefbed dat met een veiligheidsriem wordt vastgezet. Op een gegeven moment zijn in de onderkant van het bed barsten ontstaan, die zich later hebben uitgebreid. Het bed is daardoor niet meer te gebruiken en de ouders hebben de onderkant moeten vervangen. De ouders hebben hun dochter voor de kosten aansprakelijk gesteld. De dochter is op haar beurt naar haar aansprakelijkheidsverzekering gestapt. De verzekeraar heeft de claim afgewezen, omdat er een uitsluiting is voor motorrijtuigen. De vrouw is het daar niet mee eens en zo is de zaak bij het Kifid gekomen.
WAM
De vrouw meent dat de camper geen honderd procent motorrijtuig is, maar een samenstel van een motorrijtuig en een leefgedeelte. Het leefgedeelte ziet zij niet als motorrijtuig. Bovendien is de schade aan het leefgedeelte ontstaan toen de camper stilstond op een oprit. De Geschillencommissie ziet dat anders. Wat precies een motorrijtuig is, staat omschreven in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM). Een camper valt onder de definitie in de WAM en er staat niets over een onderscheid tussen het deel waarmee wordt gereden en een leefdeel. Schade aan de camper is dus niet gedekt door de aansprakelijkheidsverzekering.
