
Afgelopen zomer kreeg ik gordelroos. Je ziet er al lang niets meer van, maar ik heb nog steeds last van stekende pijnen. Hoelang gaat dit nog door en is er iets tegen te doen?
Joris Bartstra, journalist met artsendiploma
Gordelroos wordt veroorzaakt door een virus. Door de ziekte raken zenuwtjes beschadigd en dat veroorzaakt de stekende pijn waar u last van hebt (‘postherpetische pijn’). Die pijn kan maanden tot zelfs jaren duren, al is dat laatste zeldzaam. Hoe ouder je bent, hoe langer het herstel duurt. Afleiding, vooral onder de mensen zijn, helpt vaak tegen de pijn.
Daarnaast zijn er geneesmiddelen die iets doen tegen zenuwpijn. Het gaat om middelen tegen epilepsie (zoals carbamazepine en pregabaline) en tegen depressie (amitriptyline en nortriptyline). Deze middelen hebben de eigenschap dat ze de prikkeloverdracht tussen zenuwcellen een beetje bijsturen. Meestal worden lagere doseringen gebruikt dan bij depressie of epilepsie. Van al dit soort middeltjes kun je vooral in het begin een beetje slaperig worden. De pijn wordt minder, maar verdwijnt zelden helemaal. Daarnaast is er lidocaïnecrème. Dit is hetzelfde soort verdovingsmiddel als de tandarts gebruikt, maar dan in een crème. Is de pijn onhoudbaar, dan kunt u naar een pijnpolikliniek, waar ze ook mogelijkheden hebben als TENS (transcutane elektrische neurostimulatie).
Bij TENS krijgt u een apparaat op de huid dat elektrische stroompjes afgeeft. Dat prikkelt de zenuwen, waardoor de pijn juist minder wordt. Ik zou beginnen de huisarts om lidocaïnecrème te vragen en eventueel een lage dosering amitriptyline proberen. Er is veel mogelijk, maar het is ook veel gedoe. De ernst van de pijn maakt vaak hoeveel de patiënt ervoor overheeft.
Wilt u ook een vraag stellen?
Huisarts Rutger Verhoeff en een wisselend panel van deskundigen beantwoorden vragen voor Plus Magazine. Heeft u een vraag? Stel uw vraag hier. Vergeet niet uw naam, leeftijd en geslacht te vermelden. Als uw vraag ook voor anderen interessant is, zal een van onze experts deze beantwoorden en publiceren in het tijdschrift Plus Magazine.