Volgens de rekenmeesters van het kabinet gaat bijna iedereen er volgend jaar een klein beetje op vooruit. Maar sommige maatregelen uit het Torentje raken de portemonnee van de één harder dan van de ander.
Gemiddeld stijgt de koopkracht voor bijna iedereen in 2021. Dat komt onder meer doordat de lonen en spaargeld iets lager worden belast en de maximale zorgtoeslag stijgt.
Maar andere maatregelen pakken waarschijnlijk minder gunstig uit. We zetten de belangrijkste knelpunten op een rij.
1 Pensioenen gekort?
Ja: er ligt een plan voor een nieuw pensioenstelsel, maar de echte invoering daarvan gaat nog jaren duren. Tot die tijd moeten pensioenfondsen rekening houden met een lage rente en dat heeft grote gevolgen voor onze pensioenen. De rekenregels zijn iets versoepeld, maar onder meer dankzij een flinke dip op de beurs, dreigen er voor volgend jaar nog steeds veel kortingen. De plannen van het Kabinet proberen deze schade te beperken, onder meer door de ouderenkorting met 55 euro te verhogen. Maar of dat genoeg is, is zeer de vraag.
2 Gemeente: bezuinigen en belasting verhogen
De overheid heeft veel taken naar de gemeente geschoven, zoals de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waar veel ouderen gebruik van maken. De kosten daarvan vallen voor veel gemeenten vies tegen en daarom worstelen ze met het sluitend maken van hun begroting. Daar zijn twee oplossingen voor: bezuinigen of de lokale lasten, zoals de onroerende zaakbelasting en andere heffingen verhogen. Veel gemeenten kiezen voor beide. Wat de Rijksoverheid burgers er dit jaar bijgeeft, verdwijnt zo alsnog richting de gemeente.
3 Zorgpremie
De overheid maakt ieder jaar een inschatting van de kosten voor de verplichte zorgverzekering, maar uiteindelijk bepalen de zorgverzekeraars de premie. De regering rekent in de plannen met een bescheiden stijging van 5 euro per maand. Maar de eerste zorgverzekeraar die de premie voor 2021 bekend maakt, zit daar boven: 6,50 euro per maand.
4 Auto duurder
De BTW over auto’s (en campers) wordt vanaf 2021 anders berekend. Namelijk: ná de BPM. Dat betekent belasting óver belasting en ondanks kritiek zet de regering deze plannen door. Dat maakt veel auto’s waarschijnlijk tussen de 1.000 en 2.000 euro duurder.
5 Minder hypotheekrenteaftrek
De komende jaren wordt het maximale belastingpercentage voor de hypotheekrenteaftrek verlaagd, naar maximaal 37,05 procent in 2023. Zo ver is het nu nog niet, maar in 2021 gaat het maximale belastingpercentage voor aftrekbaarheid alvast van 46 naar 43 procent.
6 Tweede huis veel duurder
Starters die jonger zijn dan 35 jaar en hun eerste huis kopen, hoeven geen overdrachtsbelasting van 2 procent meer te betalen. Op die manier hoopt de overheid beginners op de woningmarkt meer kansen te geven. Maar die medaille heeft een keerzijde voor iedereen die een tweede huis wil kopen. Bijvoorbeeld als vakantiewoning, belegging of voor studerende (klein) kinderen. Wie straks een tweede huis koopt betaalt 8 procent overdrachtsbelasting.
7 CO2 taks
Bedrijven die vervuilen moeten daarvoor gaan betalen en dat zal waarschijnlijk leden tot een ‘kostprijsverhoging van de Nederlandse industrie’.
8 ZZP’er de klos
De 1,5 miljoen zelfstandig ondernemers zullen de komende jaren meer belasting moeten betalen. Hun fiscale voordeel, de zelfstandigenaftrek, wordt sneller afgebouwd van ruim 7.200 euro naar 3.240 euro in 2036.