Met typerende gerechten uit je favoriete landen haal je dat echte vakantiegevoel in huis. Geniet van culinair specialisme in Duitsland, Italië, Spanje en Frankrijk.
Salade met worst
600 g gekookte worst (bijv. Gelderse worst) - 125 ml lauwwarme vleesbouillon - 1 tl Dijonmosterd - 3 à 4 el rode wijnazijn - 3 el milde olijfolie - 1 rode ui - 2 el bieslook, fijngesneden
Verwijder het vel en snij de worst in dunne plakjes. Klop een marinade van de bouillon, mosterd, azijn, olie, wat zout en versgemalen peper. Schenk de marinade over de worst en meng voorzichtig, totdat alle plakjes omhuld zijn met de marinade. Laat 1 uur intrekken. Pel de ui, snij in dunne plakjes en haal de ringen met de vingers los. Strooi ze met de bieslook over de worst. Garneer met blaadjes kropsla of little gem. Voeg naar smaak nog wat zout of peper toe. Lekker met pretzels, bij een glas Duits bier.
Paella met garnalen en mosselen
300 g mosselen in de schelp - 150 ml droge witte wijn - 400 g rauwe grote garnalen - 2 uien - 3 tenen knoflook - 2 rode paprika’s - 4 tomaten - 200 g chorizo - 4 el olijfolie - 300 g rondkorrelige rijst - 1 envelopje saffraan (0,1 gram) - 600 ml kippenbouillon - 1 citroen.
Extra: paella-pan of ovenbestendige koekenpan
Was de mosselen grondig. Gooi openstaande exemplaren die na een ferme tik niet sluiten weg. Breng in een pan de wijn aan de kook. Schep er de mosselen in en leg een deksel erop. Kook ze in 6 tot 8 minuten gaar; schud de schelpen tussendoor één à twee keer om. Schep de mosselen op een schaal en verwijder schelpen die dicht zijn gebleven. Schenk het mosselvocht door een fijne zeef in een kom. Dep de garnalen droog. Pel en snipper de uien en de knoflook.
Was en halveer de paprika’s, verwijder de zaadlijsten en snij het vruchtvlees in reepjes. Kruis de tomaten onderop in, dompel ze kort onder in kokend water en trek de velletjes eraf. Snij de tomaten in vieren, verwijder de zaadjes en snij het vruchtvlees in blokjes. Snij de chorizo in plakjes. Verwarm de oven voor op 160 °C. Verhit de olijfolie in een paellapan of een grote diepe, ovenbestendige koekenpan. Bak de ui glazig samen met de knoflook en de worst. Voeg de rijst en de saffraan toe en bak nog 1 minuut. Blus af met het mosselvocht en de bouillon. Schep de reepjes paprika en de blokjes tomaat door de rijst.
Breng op smaak met versgemalen peper en zout. Zet de pan in de oven en laat de rijst in circa 30 minuten gaar worden. Verdeel na 20 minuten de mosselen en de garnalen over de rijst. Voeg tussentijds zo nodig wat water toe. Tegen het einde van de oventijd moet de rijst alle vocht hebben opgenomen. Was de citroen en snij hem in partjes. Leg ze op de paella en serveer het gerecht uit de pan op tafel.
Tagliatelle met spinazie-citroensaus
400 g tagliatelle - 1 citroen - 1 sjalot - 5 el olijfolie - 300 g panklare (wilde) spinazie - 1 gedroogd rood chilipepertje (eventueel uit een molentje) - zout en peper uit de molen
Breng een grote pan water aan de kook. Voeg royaal zout toe aan het kokende water en kook de tagliatelle volgens de aanwijzingen op de verpakking beetgaar. Boen intussen de citroen schoon onder de hete kraan en dep hem droog. Trek met een zesteur de gele schil in flinterdunne reepjes van de citroen of snij met een scherp mesje de gele buitenkant van de schil in banen en snij die weer in flinterdunne reepjes. Pers de citroen uit. Pel de sjalot, snij hem in plakjes en haal de ringen los. Fruit de sjalot in de olijfolie glazig. Voeg de spinazie toe en laat deze al omscheppend slinken.
Schenk het citroensap erbij en breng op smaak met zout en versgemalen peper. Giet de tagliatelle af en vang daarbij een glas van het kookwater op. Laat de lintpasta even uitlekken en hussel deze dan voorzichtig met een scheutje pastawater door de spinazie. Verdeel de pasta over vier voorverwarmde diepe borden. Strooi de citroenreepjes erover en verkruimel (of maal) er wat chilipeper over.
Quiche lorraine
250 g bloem + extra voor na invetten - 150 g koude roomboter + extra voor invetten - 1 ei - 250 g spek (een stuk) - 1 tl roomboter (om in te bakken) - 400 ml crème fraîche - 4 eieren - 50 g geraspte kaas (bijv. gruyère) - (versgeraspte) nootmuskaat - zout en peper uit de molen
Extra: vershoudfolie, 6 quichevormpjes van 10 cm doorsnede
Het deeg: zeef de bloem boven het werkvlak en druk een kuiltje midden in het bergje. Snij de koude boter in blokjes en verdeel die rond het kuiltje. Strooi er een snufje zout over en breek het ei boven het kuiltje. Snij met 2 messen de boter kruislings door de bloem tot kruimels. Kneed alles dan met de hand kort tot een samenhangend deeg. Vorm er een bal van, pak de deegbal in vershoudfolie en laat deze minstens 30 minuten rusten in de koelkast.
De quiche: verwarm de oven voor op 160 °C. Vet de vormpjes in met wat roomboter en bestuif de binnenkant met bloem. Snij het spek in kleine blokjes. Bak deze uit in de theelepel boter en laat het op keukenpapier uitlekken. Klop met een garde de crème fraîche met de eieren los. Klop de kaas erdoor, met wat peper, nootmuskaat en zout. Rol het deeg uit op een bebloemd werkvlak. Steek er cirkels uit, iets groter dan de vormpjes.
Bekleed de vormpjes met het deeg. Verdeel het spek over de deegbodems en schenk het eimengsel erop. Bak de quiches in het midden van de oven in 30 à 35 minuten goudbruin en gaar. Neem de vormpjes uit de oven en laat nog 5 minuten staan voordat je ze aansnijdt. Serveer heet of lauwwarm.
- Plus Magazine