Bak zelf een lekker rul Iers boerenbrood met yoghurt, meel en water. Moeilijk is het niet: binnen een uur komt het dampend uit de oven.
Het recept
(voor twee kleine bruine broden)
- 500 g grof volkorenmeel van de molen, op stenen gemalen
- 500 g gebuild meel (natuurvoedingswinkel) of bloem
- 1 el fijn zeezout
- 1 afgestreken el ‘baking soda’ (toko, drogisterij)
- 1 liter yoghurt, verdund met water tot melkdikte
- boter, margarine of olie om in te vetten
- royaal extra bloem
Verwarm de oven voor op 230 °C en plaats een rooster net onder het midden. Bestrooi een koud werkvlak en twee kleine, goed ingevette cakevormen (1,25-1,5 liter) met bloem. Meng meel, bloem, zout en baking soda zorgvuldig in een zeer grote mengkom. Maak een kuiltje in het midden en giet driekwart van de vloeistof er in één keer in. Meng dit snel, met lichte, koele hand en graaiende vingers, werkend vanuit het midden. Het deeg voelt als een kleverig dik pannenkoekbeslag dat net niet uiteen valt.
Zodra de vloeistof alle meel heeft opgenomen en elastische samenhang vertoont (binnen luttele seconden!) neemt u het uit de kom. Was uw handen, droog ze en bebloem uw handen. Verdeel het deeg in twee delen, ‘boetseer’ ze op het werkvlak tot langwerpige hompen en leg ze in de vormen. Trek een ‘kruis’ in het deeg en zet de vormen op het rooster in de oven.
Schakel na 15 minuten naar 200 °C en bak de broden nog 20-25 minuten (of tot ze hol klinken als u tegen de vormen tikt). Laat ze buiten de oven afkoelen en stort ze uit hun vormen. Wilt u een brood invriezen, laat het dan eerst geheel afkoelen. Het andere serveert u nog warm, met oude kaas of stevige sinaasappelmarmelade!
Achtergrond
In beginsel is yoghurt niet veel anders dan verzuurde melk. Aziatische nomaden ontdekten als eersten hoelang houdbaar deze yoghurt bleek. Via Turkije en de Balkan bereikte yoghurt Nederland. Al 105 jaar geleden werden onze huishoudens verrijkt met kant-en-klare yoghurt. Toen in 1904 die dikvloeibare, lichtzure substantie uit de fles floepte, ging yoghurt onmiddellijk de competitie aan met traditionele warme toeten als gortebrij, rijstepap en griesmeelpudding. Pakweg zestig jaar later werd yoghurt hip (in de lichtzinnige vlaflip) en kort daarna juist enorm verantwoord (als zelfgemaakte yoghurt uit het keukenkastje met muesli voor je ontbijt). Helemaal ‘seventies’, weet je wel…
Zelf yoghurt maken
Of je nu een dri (vrouwtjesyak), kameel, paard, geit, schaap, ezel of koe melkt: van al die melksoorten kun je yoghurt maken.
In de lucht circuleren talloze bacteriën die een verzuringsproces op gang brengen, wat je daarna eindeloos kunt benutten. Want net als zuurdesem is yoghurt een perpetuum mobile: je hebt maar een fractie ‘oude’ yoghurt nodig om liters nieuwe te maken, simpelweg door het aan verwarmde verse melk toe te voegen. Zo verzuren de melksuikers en stremt de vloeistof. Tot yoghurt.
Yoghurt bevat uiterst nuttige bacteriën voor onze darmflora en voor het afweersysteem van de dikke darm. Hoe gezond de licht prikkelende (en heerlijke) yoghurtsoorten kefir, viili en umer zijn, blijkt uit de spectaculair hoge leeftijd van delen van de Kaukasische, Finse en Bulgaarse bevolking: bijna uitsluitend levend op die yoghurtvarianten werden ze in goede gezondheid zo oud als Methusalem.
Frisse, oergezonde yoghurt vormt de basis voor een van de makkelijkst te bakken broden op aarde. Prettig is dat koemelkintolerantie geen bezwaar hoeft te vormen, omdat er ook yoghurt en kwark bestaat die bereid is uit melk van geit en schaap. En daarmee gebakken wordt dit Ierse boerenbrood (meestal) geweldig geschikt voor smulpapen die yoghurt uit melk van Klaartje 12 niet verdragen! Die lekkere yoghurtalternatieven vindt u (of bestelt u) in natuurwinkels.
Ierse platteland
Het yoghurtbrood uit het recept is gebaseerd op het traditionele korrelige sodabread, waarvoor in Ierland altijd rinse karnemelk wordt gebruikt. Samen met inktzwarte thee, aardappels en jonge uitjes hoorde die rinse, lichtgele karnemelk in Ierland decennialang tot het standaardvoedsel van de agrarische bevolking, met name westelijk van de rivier de Shannon. In afgelegen streken, van graafschap Cork in het zuiden tot en met Donegal in het uiterste noorden, werd het sodabread nog tot ver in de 20ste eeuw thuis gebakken. Niet in de oven (die was voor velen onbetaalbaar), maar in een zware, gietijzeren pan die boven een fel brandend turfvuur hing. Op het deksel werden gloeiende turfjes gelegd voor ‘bovenwarmte’. En sommige traditiebewuste Ieren bakken het brood nog wel eens zo.
Ontsnappende elfjes
In plaats van karnemelk nemen we voor dit brood yoghurt naar keuze en verdunnen het met water tot melkdikte. We mengen de yoghurt met meel, zout en een schepje baking soda (oftewel zuiveringszout, oftewel natriumbicarbonaat) dat als rijsmiddel dient. Zo kun je kommetjes gist, kneedtijd, voorrijstijd, en nóg eens kneed- en rijstijd achterwege laten. Het deeg, dat eigenlijk een dik beslag is, meng je met ‘lichte, koele hand’ zoals de Ieren zeggen; je vlijt het in een bakvorm en binnen het uur is het brood gebakken. Vergeet niet om, als het deeg in de bakvorm ligt, er met een scherp mes een kruis over te trekken. Dat zou je kunnen zien als zegening van het brood. Maar volgens het oude Ierse volksgeloof is het bedoeld ‘to let the fairies out’. Het effect is dat het brood al bakkend beter rijst. En daar gaat het natuurlijk óók om!